Opinie | De opmars van punk toont de onvrede in de samenleving

‘Er is heel veel academisch gelul en dat moet ook zeker doorgaan, maar die academische shit is niet voor iedereen.” In VPRO Tegenlicht deed Abel van Gijlswijk, frontman van punkband Hang Youth, twee jaar terug een verwoede poging om uit te leggen waarom de liedjes van zijn band zo eenvoudig zijn opgebouwd. De band wisselt compromisloze statements zoals „Vrouwen verdienen ook een kans om corrupte leiders te zijn” af met retorische vragen zoals „Waarom is alles zo kk duur?”. Eenvoud is een belangrijke eigenschap van punkmuziek, om complexe zaken begrijpelijk te maken.

Sinds de coronacrisis staan in Nederland de punkbands weer op. Exemplarisch is de opmars van de band die zichzelf The Covids noemt. Voor demonstraties, zoals het Woonprotest, worden punknummers geschreven door bijvoorbeeld de bands Tompoussy en Hard Voor Weinig. Ook in concertzalen en op festivals is punkmuziek meer aanwezig dan eerder – Hang Youth stond in 2022 zelfs op het mainstreamfestival Pinkpop. Ook trad punk toe tot de politiek: het duo VULVA schreef met Kill The Baby een dusdanig controversieel nummer over abortus dat er (twee jaar geleden) in de Tweede Kamer vragen over werden gesteld.

Punkers waren destijds, zeker met de kennis van nu, de tijd ver vooruit.

Een onmisbare eigenschap van punkmuziek is kritiek op de maatschappij. Op die manier leerden we een kleine vijftig jaar geleden punk kennen in Nederland. Velen herinneren zich leuzen als ‘no future’ of ‘fuck the system’, maar de kritiek was destijds vaak veel gelaagder. Er was onder andere kritiek op de Nederlandse politiek: er verschenen bijvoorbeeld meerdere protestnummers over de toenmalige politicus Dries van Agt (CDA), die als minister van Justitie porno aan banden wilde leggen in bioscopen. Er was kritiek op de internationale politiek (de Rondos zongen bijvoorbeeld ‘The Russians are Coming’) op het systeem (The Ex had een plaat over de krakersscene) en op religie (de bandnaam Jesus and the Gospelfuckers was veelzeggend). Op het festival Rock Against Racism was destijds tevens aandacht voor inclusiviteit, waar bijvoorbeeld zanger van de band Panic optrad in Sinterklaas-outfit als statement tegen het racistische kinderfeest. Punkers waren destijds, zeker met de kennis van nu, de tijd ver vooruit. De attitude was leidend, de muziek ondergeschikt.

Protestgenre

Eind jaren zeventig was punk dus hét muzikale protestgenre, maar toen in de jaren tachtig de grote problemen in de samenleving naar de achtergrond verdwenen, ging de punkhausse liggen. Anno nu is punk terug, zoals ook de NOS signaleerde. Volgens Spotifydata, die de omroep analyseerde, verschijnen er de laatste jaren meer punktracks dan ooit tevoren. In Engeland veegden punkbands na het Brexit-referendum hun garages leeg voor de nodige duiding en in de Verenigde Staten herschreef Green Day hun grootste hit American Idiot naar een protestlied over Trump. Kortom, politici voeden de punkbands – zoals we dat de afgelopen jaren ook zagen bij de punkers van Pussy Riot in Rusland.

Punkmuziek klinkt nu vaak wat toegankelijker dan vijftig jaar geleden (met dank aan het Spotify-algoritme), maar de houding is niet veranderd. In deze tijd, waarin je gemakkelijk je muziek online zet, is do-it-yourself eenvoudiger te realiseren dan ooit. Door de verschillende filterbubbels waar mensen zich in bewegen is het voor punkbands allang niet meer nodig om door de begrenzingen van de mainstream heen te breken; de politieke woede verspreidt zich vanzelf naar de relevante subcultuur.

In een tijd waarin mensen nieuws mijden en afhaken bij de politiek, is deze vorm van cultuur welkom om een boodschap te vertellen aan een steeds groter publiek. Punk blijkt het kompas waar veel mensen – met name jongeren – naar op zoek zijn.

Het genre grossiert in krachtige statements, ook al heeft het met muziek soms weinig te maken. De opmars van punk toont de onvrede die leeft in de samenleving en is tegelijkertijd een welkom middel om frustratie en onvrede over de status quo te uiten. Daar is geen academisch gelul voor nodig.


Lees ook
‘Het vrome mondje gaat van kwek kwek’, zong deze punkband toen Nederland nog niet wist wat punk was

‘Het vrome mondje gaat van kwek kwek’, zong deze punkband toen Nederland nog niet wist wat punk was


Lees ook
Ben je als moslima wel welkom in een punkmoshpit?

Zangeres Saira (Sarah Kameela Impey), drummer Ayesha (Juliette Motamed) en gitarist Amina (Anjana Vasan) tijdens een optreden van hun band Lady Parts.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’