De traditionele politieke kaart van Nederland is achterhaald. Terwijl we nog steeds praten in termen van links versus rechts, conservatief versus progressief, tekent zich een veel fundamentelere scheidslijn af: democratisch versus anti-democratisch. Het is noodzakelijk dat we dit erkennen en ernaar handelen. Niet omdat de oude verschillen er niet meer toe doen – natuurlijk blijven er stevige meningsverschillen bestaan over belastingen, sociale zekerheid of klimaatbeleid. Maar omdat er iets veel wezenlijkers op het spel staat: onze democratie en hoe we met elkaar omgaan.
Het gevaarlijke van anti-democratische bewegingen is dat ze zelden openlijk de democratie aanvallen. Dat zou te transparant zijn en zou onmiddellijk weerstand oproepen. In plaats daarvan hanteren ze een veel slimmere strategie: ze vallen iets aan dat breed bekritiseerd wordt, terwijl ze ondertussen iets heel anders kapotmaken.
Neem de aanvallen op ‘de elite’ of ‘het establishment’. Weinig mensen verdedigen graag een establishment dat als zelfgenoegzaam of wereldvreemd wordt gezien. Dus wanneer populistische partijen fulmineren tegen ‘de politieke elite’ of ‘Brussel’, zal menigeen instemmend mompelen dat ze ergens wel een punt hebben. Wat de populisten intussen kapotmaken is echter iets heel anders: het vertrouwen in democratische instituties, de legitimiteit van expertise, en de bereidheid om compromissen te sluiten.
Wil van ‘het volk’
Hetzelfde geldt voor aanvallen op de media. Anti-democraten beweren alleen maar te vechten tegen partijdige berichtgeving, maar ondermijnen tegelijkertijd de gedeelde feitenbasis die nodig is voor democratisch debat. Door berichtgeving die hen niet zint af te doen als ‘fake news’ en niet te reageren op de inhoud, maar de intenties van de journalist in diskrediet te brengen, zorgen ze ervoor dat feiten vervangbaar worden door meningen en uiteindelijk de eigen gevoelens belangrijker zijn dan feiten.
Anti-democraten claimen, ook met een minderheid van de stemmen, de enige vertolkers te zijn van de ware wil van ‘het volk’. Wat ze in werkelijkheid doen is het principe van democratische representatie uithollen. Door te beweren dat alleen zij het echte volk vertegenwoordigen, delegitimeren ze alle andere democratisch gekozen politici.
Lees ook
Nederland als bestuurlijke woestijn
Dat is de strategie van de anti-democraten. Wanneer het vertrouwen in democratische instituties eenmaal geërodeerd is, wanneer expertise systematisch wordt ondermijnd en weggezet als ‘ook maar een mening’, en wanneer de legitimiteit van verkiezingen in twijfel wordt getrokken, dan is de democratische cultuur al ernstig beschadigd.
In Hongarije en de VS zien we hoe democratie sluipenderwijs afglijdt: via aanvallen op verkiezingen, rechters en media. Democratie sterft zelden met een knal – ze kwijnt weg. Nederland is hier niet immuun voor. De anti-democratische verleiding laat ook in Nederland haar sirenenzang sterk horen. Niet alleen in de extreme hoeken, maar over de volle breedte van de politieke cultuur waar compromis en gematigdheid met minder aandacht en stemmen beloond worden dan polarisatie en populistische reflexen. De oplossing ligt niet in het negeren van de zorgen die populisten uitbuiten. De oplossing ligt in het aanpakken van de grote problemen waar ons land tegenaan loopt en in het bieden van een verhaal waar de grote groep kiezers vanuit het midden in kan geloven.
Democratie sterft zelden met een knal – ze kwijnt weg
Een democratie moet leveren. Een huis voor iedereen, je gezin ook kunnen verzorgen met één inkomen, goed onderwijs voor onze kinderen, genoeg beschikbare zorg voor iedereen en een sterke economie die bouwt aan de toekomst. Dit alles in een weerbare samenleving die zich in een sterk Europa kan verdedigen tegen dreigingen.
Wat we nodig hebben is een nieuwe beweging van democratische krachten die de traditionele scheidslijnen overstijgt. Een actiegroep voor het algemeen belang die de stille milde meerderheid – die momenteel ondersneeuwt in het gepolariseerde debat – een megafoon geeft. Die oplossingen en draagvlak aanreikt aan de politiek. Zodat onze democratie beter levert en de strijd aankan met de antidemocraten.
Toen David Cameron moest besluiten over het uitroepen van een EU-referendum, noemde hij een reeks voordelen en één groot nadeel: „You could unleash demons of which ye know not.” Dat was 2013. In 2017 konden we bij de eerste keer Trump wellicht nog denken: geef het een kans. Zelfs na onze Nederlandse verkiezingen in 2023 zou je met veel goede wil nog kunnen denken dat ‘onze’ radicaal Geert Wilders toch milder was en een kans moest krijgen. Al bleek de milde pose een masker dat daags na de verkiezingen af afgeworpen werd. Inmiddels weten we precies wat er loskomt. Terecht sluiten VVD en NSC nu uiteindelijk de anti-democraten uit. Het zou goed zijn als BBB dat ook doet. Want we kennen de krachten die ontketende anti-democraten op onze samenleving loslaten. Die zijn vernietigend voor democratie en samenleving. Aan ons allemaal nu de taak ze te beteugelen.
Wat dan wél?
Maar enkel tegen iets zijn is niet genoeg. Het blijft dan de vraag wat dan wel te doen. In zijn boek De Kremlinfluisteraar schrijft Giuliano da Empoli over Russen in de jaren negentig klaar waren om Boris Yeltsin – die hen van het communisme verloste – in te ruilen voor andere politici „because they offer the prospect of a new beginning”. Dat is wat de anti-democraten hun kiezers aanbieden. En het is wat de democraten ook moeten doen.
Een nieuw begin ligt voor het oprapen, als we erin geloven. We kunnen de slimste wetenschappers laten werken aan de beste oplossingen voor de problemen van nu. We kunnen technologie maken die ons laat groeien en mogelijkheden geeft om dingen samen beter te doen. We kunnen ervoor zorgen dat mensen weer gaan zien dat het beste nog moet komen. We kunnen laten zien dat vooruitgang normaal is, in plaats van iets om mensen bang voor te maken. We kunnen weer groot denken en bouwen aan een land van overvloed. Als wij ons tot doel stellen om over vijftien jaar de goedkoopste duurzame energie van de wereld te hebben, dan kan dat. Dit vereist alleen wel dat we politieke partijen helpen om heldere keuzes te maken en daaraan durven vasthouden.
Lees ook
Progressieven, zet weer vol in op een overheid met power
We hoeven ons niet te verstoppen voor de veranderende wereld. In een land met de kennis, de kunde en de rijkdom van ons Nederland kunnen we zelf kiezen hoe onze toekomst eruitziet. Dat is de luxe die ons door vorige generaties is gegeven. En het is aan ons om daar wat mee te doen.
En er is nog iets nodig om ervoor te zorgen dat onze politiek daarmee verder kan. Een les die wij leerden toen we zelf in de politiek werkten en die we nog beter zagen toen we eenmaal eruit waren: de ideeën en de verhalen die ons land veranderen komen uit de samenleving. Het is vervolgens aan de politiek om er wat mee te doen. Hoe groter de kloof tussen politiek en samenleving, hoe minder ideeën doorstromen. En die kloof kan niet alleen door de politiek gedicht worden. De verantwoordelijkheid daarvoor dragen wij allemaal.
Want, vrij naar Brandeis, het belangrijkste ambt in een democratie is dat van burger. Daarom richten wij Voor Ons Nederland op. Een actiegroep voor het algemeen belang die de stille, milde meerderheid luid en duidelijk wil laten horen. Die de veelheid aan ideeën verbindt, koppelt aan draagvlak en aanreikt aan de politiek. Hoffelijk waar het kan en luidruchtig als het moet.
Politiek en democratie zijn te belangrijk om alleen aan politieke partijen over te laten. Wij, de stille milde meerderheid, moeten de partijen voeden met oplossingen waar draagvlak voor is. We moeten in de media van ons laten horen zodat niet de schreeuwende minderheden aan de flanken de toon zetten voor deelbelangen en meer politieke invloed hebben dan ze verdienen. We moeten weer geloven dat een betere toekomst mogelijk is. De vraag is niet of we de democratie kunnen vernieuwen voor de 21e eeuw, maar of we de moed hebben om daaraan te beginnen. Het antwoord daarop geeft u zelf.
