Opinie | De nieuwe politieke amateur heeft geen idee en bakt er niets van

Het was heerlijk cringe, maar vooral veelzeggend: voorafgaand aan een bespreking over de oorlog in Oekraïne vergeleek Trumps speciale gezant, vastgoedbaas Steve Witkoff, het Parijse Elysée met Mar-a-Lago, het vergulde golfresort van Donald Trump in Palm Beach, Florida. Glunderend verkondigde Witkoff, die Trump de beste Amerikaanse president ooit noemt, dat deze zich ook nog eens actief met de inrichting bemoeit: „He’s like an architect.” De Fransen tegenover hem nipten gegeneerd aan hun glazen water. Witkoffs medeonderhandelaar leek van plaatsvervangende schaamte onder de tafel te willen kruipen.

Het fragment werd proestend gedeeld, het zoveelste voorbeeld van de schaamteloze platheid van het Trump-regime. Lachen – maar helaas kenmerkt eenzelfde naïeve onwetendheid Witkoffs houding tegenover Vladimir Poetin, met wie hij vredesonderhandelingen voert. Witkoff is een voormalig huisjesmelker, hij heeft nul diplomatieke ervaring. De euforie over de door hem afgedwongen wapenstilstand in Gaza verdween even snel als het bestand zelf. „Witkoff is geen diplomaat”, tekende de Israëlische krant Haaretz op uit de mond van een hoge functionaris aldaar. „Hij praat niet als een diplomaat, hij heeft geen interesse in diplomatieke manieren en diplomatieke protocollen. Hij is een zakenman die snel een deal wil sluiten en ongewoon agressief te werk gaat.”

Trots op gebrek aan kennis

Het leek even verfrissend, maar inmiddels wordt Witkoff behendig door de oneindig manipulatieve Poetin aan het lijntje gehouden. BNR-correspondent Joost Bosman over zijn ontmoetingen met Poetin: „Hij leek niet voorbereid en kende bijvoorbeeld de bezette gebieden niet bij naam. Na de gesprekken sprak hij Kremlin-taal.”

Het is een nieuw type: de politieke amateur. Vrijwel overal waar het populisme doordringt tot de macht, worden figuren naar voren geschoven die trots zijn op hun gebrek aan kennis en bestuurlijke ervaring. Ze worden geëtaleerd als het antwoord op een dichtgeslibde politieke elite, die verstrikt zou zijn in gevestigde belangen, verstoken van daadkracht. Meer dan een frisse wind, een tornado! De politieke amateur heeft niets met het traditionele politieke handwerk, is trots op zijn onbeschoftheid, wuift cijfers en statistieken weg, ontkent de noodzaak van overleg en het zoeken naar draagvlak, hij ziet snelle oplossingen waar anderen enkel problemen zien.

Zijn belofte is de quick fix – de oorlog in Oekraïne kan in een dag worden opgelost, de stikstofcrisis eenvoudig door in Brussel met de vuist op tafel te slaan, de ‘asielcrisis’ opgelost door het „strengste asielbeleid ooit”, het cellentekort door acht man op een cel te zetten. Ze slapen maar staand!

De politieke amateur is tot in zijn vezels antipolitiek, het is zijn handelsmerk. Alles wat met het politieke bedrijf te maken heeft – het wikken en wegen, het proces van besluitvorming, de kunst van overleg en compromis – wordt als een onnodige hindernis voorgesteld, een doelbewuste poging om te traineren, te dwarsbomen. Wetenschap is er enkel om de boel te ingewikkeld te maken. De expert is slechts zetbaas van heersende belangen, niet naar luisteren. Voor de politieke amateur dient de werkelijkheid oneindig plooibaar te zijn, nooit weerbarstig.


Lees ook

142 decreten, 1 wet en 9.600 miljard dollar verdampt: dit waren de eerste 100 dagen van Trump

Donald Trump houdt een decreet omhoog op dag één van zijn presidentschap. Foto AP/Matt Rourke

Uitzinnige taal

Wanneer je er vervolgens een potje van maakt, ben je het slachtoffer van gevestigde belangen. Trumps minister van Defensie, voormalige Fox-presentator Pete Hegseth, is hier een stralend voorbeeld van: een totaal incapabele amateur, maar bij iedere blunder wijst hij beschuldigend naar het establishment. Een eerder voorbeeld is de Engelse politica Liz Truss, die het in het kielzog van Boris Johnson tegen iedere verwachting in tot premier schopte. In nog geen anderhalve maand lukte het haar de Britse economie naar de rand van de afgrond te duwen. Na haar terugtreden wierp ze zich in de armen van Donald Trump, gaf de Britse deep state de schuld van haar eigen falen, en schrijft nu boeken met titels als Ten Years to Save the West. Leading the Revolution Against Globalism, Socialism and the Liberal Establishment. Haha. Als het met daden mislukt, heb je altijd de woorden nog.

Doelbewust agressief en onrealistisch, en uiteindelijk zonder enige reële consequentie

Ook dat is een kenmerk van de politieke amateur: naarmate de concrete resultaten uitblijven, wordt de taal uitzinniger. Als minister bakte wetenschapper Ronald Plasterk er bar weinig van, de man was politiek uitgespeeld. Nu zegt hij de gevestigde orde in De Telegraaf week in week uit op hoge toon de wacht aan. Juist daarmee werd hij nog bijna minister-president van Nederland, wat al genoeg zegt.

De politieke amateur ziet het politieke bedrijf zélf louter als een instrument van de politieke elites – en dus als vijandig, iets dat in zichzelf een slechte zaak is. Ook in een politieke functie is het dus zaak buitenstaander te blijven. Protocollen en tradities moet je honen of wegwuiven. Iedere vorm van aanpassing geldt als capitulatie.

Beloftes van het eerste uur

Het beste voorbeeld is hier Marjolein Faber, de huidige PVV-minister van Asiel en Migratie, bij wie haar breed uitgemeten, door Wilders dagelijks toegejuichte onaangepastheid haar politiek amateurisme moet verbloemen. Het uitblijven van tastbare resultaten moet aan het zicht worden onttrokken met voorgekookte relletjes als het weigeren van een lintje voor vrijwilligers in de asielopvang.

Maar eigenlijk is het hele kabinet-Schoof bevangen door de geest van het politiek amateurisme. Dat begint bij Dick Schoof zelf, een ongekozen ambtenaar, in die zin een amateur pur sang. Onder zijn leiding zou er voortvarend worden afgerekend met de lamlendigheid van een vastgelopen bestuurscultuur. Daar hoorden grote woorden bij. De titel van het hoofdlijnenakkoord: Hoop, Lef en Trots. Ik wrijf het even in: „Politiek en bestuur hebben ondanks goede bedoelingen de afgelopen jaren steken laten vallen, door de zorgen van mensen niet altijd serieus te nemen. Wij slaan een nieuwe weg in.”

Toen het kabinet in de zomer van vorig jaar aantrad, verkondigde vice-premier Mona Keijzer (BBB) tegen de Volkskrant: „Hier is een ploeg die echt iets wil doen.” Schoof zelf kondigde een tijdperk van „bevlogen pragmatisme aan”.

Ik weet het, je moet geen enkele regering confronteren met haar beloftes van het eerste uur. Maar zelden is de discrepantie tussen inzet en resultaat zo groot geweest als bij het kabinet Schoof – en dat zou te denken moeten geven. Een kabinet dat inzette op voortvarendheid, daadkracht, ‘problemen oplossen’ en een gezonde afkeer van heilige huisjes, blijkt nog geen jaar later zo’n beetje heel Nederland tot stilstand te hebben gebracht. Er gebeurt bar weinig, hoor je op ministeries van mensen die het kunnen weten. Juist dit kabinet blijkt zo ongeveer het minst daadkrachtige kabinet ooit.

Hoe kan dat? De Amerikaanse publieke intellectueel Irving Kristol (1920-2009) kreeg ooit de lachers op zijn hand toen hij een neoconservatief beschreef als „a liberal who has been mugged by reality”. Dat was lang genieten voor rechtse realisten die zich opwonden over het vermeende gebrek aan realiteitsbesef van links-liberalen. Wanneer je de weerbarstige werkelijkheid onder ogen durfde te zien, beweerden ze zelfgenoegzaam, bleef er van je o-zo-verheven progressieve illusies weinig over.

Het resultaat is: niets

Dat was toen – inmiddels zijn de rollen radicaal omgedraaid. Het zijn de radicaal-rechtse politieke amateurs die keihard tegen de muur van de werkelijkheid oplopen. De jennende retoriek van Wilders blijkt nauwelijks raakvlak te hebben met welke bestuurlijke werkelijkheid dan ook. Het zijn de bestuurders van de PVV en de BBB die nu de hardste klappen van de werkelijkheid moeten incasseren (het politiek amateurisme van Pieter Omtzigts NSC is een geval apart, daarover later een keer).

Toen twee maanden geleden zes BBB-Statenleden van de provincie Overijssel zich losmaakten van de partij van Caroline van der Plas, legden ze feilloos de vinger op de zere plek: de activistische retoriek van de partij zit reële politieke resultaten in de weg. Volgens ex-BBB-Statenlid Aart van den Brink gaat „het belang van de achterban bij BBB te vaak boven het algemeen belang”. Hij zegt: „Ik sloot me twee jaar geleden aan bij de BBB omdat ik dingen wil bereiken op een constructieve, pragmatische manier.” Maar de partij van Van der Plas zit volgens hem „in een loopgraaf”.

Retoriek heeft nauwelijks raakvlak met praktische politiek. Zolang je de wolf overal de schuld van kunt geven, vallen uitblijvende resultaten minder op. Áls je iets aan de wolf wilt doen, zegt vertrekkend Statenlid Annette Nijhuis („Ik moet het beest liever ook niet.”’), heeft het geen enkele zin om je boerenachterban te blijven pleasen met onmachtige moties en zinloze plenaire debatten waarvan je zelf heel goed weet dat ze geen effect hebben – je moet in Europa zijn. Nijhuis: „Dan is het verstandig en eerlijker om via die route iets voor elkaar te boksen. En om ook tegen de kiezer te zeggen: wij kunnen niet zoveel.”

Ook Ingrid Coenradie, PVV-staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, kwam hard in aanvaring met de werkelijkheid. Tegen de Volkskrant zei ze onlangs: „Als u mij een jaar geleden had gevraagd wat de oplossing zou zijn voor dit vraagstuk [het cellentekort], had ik ongetwijfeld gezegd: met vaker twee personen op een cel moet het tekort ondervangen kunnen worden. Maar toen had ik nog nooit een gevangenis bezocht en nog nooit met gevangenispersoneel gesproken. Ik had eigenlijk helemaal geen idee.”

Het is tenminste eerlijk. Tegenover zich vindt Coenradie het PVV-Kamerlid Emiel van Dijk, die in navolging van Wilders zelf roeptoetert dat er desnoods acht gedetineerden in een cel moeten, ze kunnen staand slapen.

Dat is het huidige politiek amateurisme ten voeten uit – doelbewust agressief en onrealistisch, en uiteindelijk zonder enige reële consequentie.

Het resultaat: niks hoop, nul lef, weg trots.


Lees ook

Groeiende onvrede over Israël leidt in Den Haag niet tot ander beleid

In Rotterdam waren zondag duizenden demonstranten op de been om steun te betuigen aan Gaza. Ze liepen van Rotterdam-Zuid naar de Coolsingel. Foto ANP