Voordat verse dokters na zes jaar studie aan hun carrière beginnen leggen zij een eed af. Zij beloven het lijden van hun patiënten te verlichten en hen geen schade toe te brengen en de algemene gezondheid te bevorderen.
Dat laatste lijkt steeds lastiger te worden. Dit komt doordat de zorgsector, het systeem waarin zij werken, een steeds grotere vervuiler is. En dus een negatieve invloed heeft op onze volksgezondheid.
In Nederland is de sector verantwoordelijk voor ongeveer 8 procent van de CO2-uitstoot, zelfs meer dan de luchtvaartindustrie (6 procent). De zorg verbruikt 13 procent van onze grondstoffen en produceert jaarlijks een verbijsterende berg van 328 miljoen kilo afval, 4 procent van de afvalproductie in ons land.
Terwijl het maatschappelijke doel van de zorgsector het stimuleren van een gezondere samenleving is, lijkt het tegenovergestelde te gebeuren. Een kleine ingreep op de operatiekamer gaat al snel gepaard met drie grote zakken vuilnis. Voor de patiënt is het probleem misschien opgelost, maar voor de maatschappij niet.
De zorg wordt minder efficiënt
Daar komt nog bij dat de zorg die we leveren steeds minder efficiënt wordt, zo schreef de nieuwe bestuurder van het Amsterdam UMC Hans van Goudoever in NRC (29/12). Onze productiviteit neemt elk jaar met 2 procent af – we hebben steeds meer middelen nodig om steeds minder zorg te leveren. We moeten dus besluiten waar we ons personeel, tijd en geld echt aan willen besteden.
We hebben met de zorgsector de overheid en andere belanghebbeden, vorig jaar de ‘Green Deal’ ondertekend. Die moet de CO2- en grondstoffenconsumptie in 2030 met 50 procent verminderen totdat we in 2050 energie neutraal en circulair zijn.
Er ligt nogal een lijstje met uitdagingen: vervuiling, hoge kosten, personeelstekorten en een efficiëntie probleem.
Over ‘duurzame innovaties’ is iedereen al snel enthousiast, maar die moeten meer zijn dan alleen technologische hoogstandjes. Ze moeten iets voor de maatschappij opleveren. Met andere woorden, we moeten innovaties ontwikkelen die meer gezondheid opleveren met de inzet van minder personeel, minder kosten en minder afval.
Weiger dat wat niks oplevert
De meest duurzame vorm van gezondheidszorg is de zorg die nooit hoeft te worden geleverd. Weigeren dus, en dat geldt voor elke sector, dat wat weinig of niets oplevert.
Dat klinkt misschien logisch maar in de praktijk behandelen wij artsen patiënten toch vaak nog steeds uit ‘verlegenheid’. Dat wil zeggen, patiënt en naasten waarderen het meer wanneer je wél iets doet dan niet. Zelfs als het de patiënt weinig oplevert.
We matigen blijkbaar alleen als het water ons aan de lippen staat. Dit bleek ook al uit de eerste evaluaties van de COVID-19-crisis. Gedwongen door enorme vraag werden in ziekenhuizen alleen nog essentiële ingrepen uitgevoerd. De zorgconsumptie nam tegelijk af: aanbod schept vraag. Door de gemaakte keuzes tijdens de pandemie nog eens goed onder de loep te nemen, kunnen we straks misschien betere keuzes maken voor de patiënt en dus ook de maatschappij.
Sommige innovaties beperken ook het afval: door de spectaculaire ontwikkeling van gerichte bestraling, immunotherapie en diverse type scans hoeven patiënten met bijvoorbeeld endeldarm- of prostaatkanker niet altijd meer een grote operatie te ondergaan. Ook kunnen we steeds meer patiënten met kanker zonder operatie met gevoelige scans in de gaten houden en zo alleen ingrijpen als dat nodig is. Hierdoor kunnen we het middelenverbruik drastisch beperken.
Maar helaas is niet alle medische technologie besparend. De toename van het gebruik van robotchirurgie roept vragen op. Robot ondersteunde operaties zijn niet bewezen beter, zijn wél duurder, tijdrovender en energie-intensief en genereren vier keer meer afval dan normale kijkoperaties.
Patiënten vragen om een robot omdat de marketing hen laat geloven dat een robot preciezer is. Artsen en ziekenhuizen concurreren met elkaar op basis van hun robotcapaciteiten om te voorkomen dat de patiënt wegloopt. Dit gebeurt met publiek geld en zou moeten stoppen.
Minder anesthesiegassen
We moeten patiënten beter selecteren voor operaties en minder gebruik maken van vervuilende anesthesiegassen, van wegwerp operatiematerialen en medicatie in het afvalwater en de energie slurpende luchtverversingsystemen op de operatiekamers. In een tijd van hoge energierekeningen en klimaatverandering is dat nodig.
De positieve impact van de medische wereld op de gezondheid van de burger is erg overschat. Best raar als we bedenken dat we nu meer dan 100 miljard, een kwart van de overheidsbegroting, investeren in de zorg.
Factoren als socio-economische welbevinden, woon en werkgelegenheid en scholing en voeding hebben een veel grotere impact op de gezondheid van de mens. De maatschappelijke proportionaliteit van ons zorgsysteem lijkt ver te zoeken.