Opinie | De les van Holwerd: vertrouw op dromers en pioniers

Mensen die mij kennen, weten dat ik niet uitgepraat raak over Holwerd aan Zee. Het dorpje Holwerd, in het uiterste noordoosten van Friesland, lag ooit aan de Waddenzee, maar door een eeuwenlang proces van inpoldering, landwinning en dijkversterking is er een grote afstand ontstaan tussen het dorp en de zee: tussen de kerk en het water ligt nu een brede strook van landbouwgrond.

De drie kilometer, de vijf minuten met de auto, de tien minuten met de fiets, de driekwartier te voet, zijn veel meer dan een fysieke afstand. Ze vormen vooral een harde breuk tussen verleden en toekomst, tussen vooruitgang en stilstand, tussen voorspoed en verval. Holwerd verloor zijn relatie met het water, er kwam een einde aan de visserij en aan de handel over zee.

Hoewel de vruchtbare landbouwgrond veel opleverde, kwam het dorp geleidelijk aan in een neerwaartse spiraal terecht, die in de afgelopen decennia versnelde. Door de algehele trek naar de stad, een veranderende economie, globalisering, schaalvergroting en andere factoren, is veel werkgelegenheid verdwenen, trekken vooral jongeren weg, daalt het aantal inwoners, zijn winkels en andere voorzieningen gesloten en staan gebouwen leeg. Bovendien worstelen boeren met verzilting, waardoor de gewassen die ze gewend zijn te verbouwen minder goed groeien.

Radicaal plan

Om het tij te keren, bedachten vier prominente bewoners (supermarktondernemer Marco Verbeek, boer Hessel Hiddema, ambtenaar Jan Zijlstra en voorzitter van het dorpsbelang Theo Broersma) in samenwerking met landschapsarchitect Harro de Jong een radicaal plan voor de toekomst van Holwerd: door een gat te maken in de Waddendijk, kan het zoute zeewater weer richting het dorp stromen.

Onderweg levert het weer als vanouds vruchtbaar slib af op de landbouwgronden en tussen het dorp en de zee ontstaat weer een landschap waarin zoet en zilt vloeiend in elkaar overgaan. Langs het water ontstaat nieuwe natuur, met unieke ecosystemen die een trekpleister zijn voor duurzame vormen van toerisme en recreatie. Boeren kunnen een omslag maken naar andere gewassen, die tot hun recht komen op de vruchtbare, zilte grond. Tegelijkertijd verzorgen zij het beheer van de nieuwe natuur rondom het water.

Het dorp zelf komt weer aan het water te liggen en is het kloppend hart van een gebied dat de veranderingen, onzekerheden en vraagstukken van de tijd heeft omarmd als fundament voor een bloeiende toekomst.

Hoewel het plan voor Holwerd aan Zee al twaalf jaar op tafel ligt, van alle kanten wordt geprezen en bewonderd en er al vaak een definitief akkoord binnen handbereik was, bestaat het vooralsnog enkel op papier. Iedere keer dat het eindelijk lijkt te gaan gebeuren, is er wel een instantie, organisatie of belanghebbende die met de hakken in het zand gaat staan. De ene keer is het LTO, een andere keer het ministerie en dan weer de provincie.

Een van de grootste obstakels om te overwinnen, is het wantrouwen bij ambtenaren en bestuurders ten opzichte van de kennis en expertise van ‘gewone mensen’, zei Marco Verbeek, een van de initiatiefnemers, toen ik hem twee jaar geleden bezocht.

Het kan toch niet zo zijn dat vier boeren uit Holwerd, een paar dorpsondernemers en een vent uit Friesland zomaar zo’n groot plan maken? Terwijl juist in het dorp, bij de mensen die er elke dag wonen en werken, die er vergroeid zijn met de grond, kennis en expertise aanwezig is die niemand anders heeft. „Betrokkenen weten wat er speelt, ze hebben zich jarenlang verdiept in het onderwerp en ze hebben draagvlak binnen de gemeenschap”, zegt Verbeek.

Om Holwerd aan Zee te realiseren, zijn er twee doorbraken nodig, zei initiatiefnemer Marco Verbeek tijdens mijn bezoek: een fysieke en een mentale. De eerste is niet zo moeilijk, zei hij. De tweede blijkt het grootste obstakel.

Het verhaal van Holwerd aan Zee staat niet op zich. Het is het verhaal van de dromers, ontwerpers en pioniers die zien hoe we het land zo kunnen aanpassen dat het klaar is voor de toekomst en van de mensen aan de knoppen die (nog) niet durven te geloven dat er een andere werkelijkheid mogelijk is. Er is niets dat deze botsing beter illustreert dan het doorbreken van een dijk, de essentie van ons bestaan als land, een zekerheid waar in ons collectieve bewustzijn simpelweg niet aan te tornen valt.

Laten we ons leiden door doemscenario’s of verleiden door hoopvolle toekomstbeelden?

Wie geeft ons de garantie dat het goed uit zal pakken en het water ons niet zal verzwelgen? Hoe weten we zeker dat we de studies, berekeningen en ontwerpschetsen kunnen vertrouwen? Is het in deze onzekere tijd wel verstandig om te vertrouwen op mensen met een grote verbeeldingskracht, of kunnen we beter vasthouden aan beproefde concepten en processen die we goed kennen?

Oude zekerheden

Deze botsing vormt ook een van de meest ingewikkelde vraagstukken van deze tijd. Onzekerheid maakt angstig en wie angstig is, klampt zich het liefste vast aan oude zekerheden. Terwijl deze tijd juist vraagt om vernieuwing, vooruitgang, experiment en avontuur. We hebben behoefte aan pioniers, denkers en bestuurders die de verbeeldingskracht, de kennis en de moed hebben om het onbekende te verkennen en stapje voor stapje de weg voorwaarts te plaveien.

Waar deze combinatie toe kan leiden, zag ik in Culemborg, de charmante middeleeuwse stad aan de Lek. Op loopafstand van het oude centrum, op de plek waar veertig jaar geleden een maïsveld lag, staat nu een van de meest bijzondere woonwijken van het land, EVA Lanxmeer.

Door een unieke samenwerking tussen de vastberaden pionier en vrijdenker Marleen Kaptein, de gemeente Culemborg, de provincie Gelderland, het waterbedrijf en het energiebedrijf, ontstond hier een volledig duurzame wijk die is ingebed in het oorspronkelijke landschap en waar de natuur tot bloei is gekomen. In plaats van privétuinen zijn er gedeelde tuinen vol picknicktafels en provisorische speeltoestellen, slingerende paden en een appelboomgaard. Er is een energiecoöperatie, een collectief beheerd warmtenet, en aan de overkant van de weg ligt een stadsboerderij.

Als mens met dromen en ambities loop je vaak tegen dichte deuren aan of sla je te pletter tegen betonnen muren maar in het geval van EVA Lanxmeer is volgens Kaptein „alles uit de hemel komen vallen”, zei ze, toen ik haar vorig jaar kort na haar tachtigste verjaardag sprak. „Culemborg heeft zich totaal opengesteld voor de mogelijkheden.”

Het plan waar ze al jaren aan werkte en schaafde, waarin mens en natuur, de fysieke en de sociale omgeving waarin we leven, het landschap en de bebouwing vloeiend in elkaar overgaan, zou nooit zijn uitgevoerd als die ene ambtenaar, die ene wethouder, die ene bestuurder van het waterbedrijf niet had aangedurfd om het anders te doen.

Doemscenario’s

Zijn we bang voor de toekomst of omarmen we de mogelijkheden die de huidige urgentie biedt? Laten we ons leiden door doemscenario’s en wanhoop of durven we het aan om ons te laten verleiden door hoopvolle, optimistische toekomstbeelden? Niet uit naïviteit maar juist uit realisme en noodzaak.

In 2018 publiceerde het College van Rijksadviseurs onder leiding van Rijksbouwmeester Floris Alkemade het Panorama Nederland. Het is een inspirerend verhaal in woord en beeld dat laat zien waar de combinatie van kennis, ambitie en verbeelding ons kan brengen. Landschappen kunnen mooier worden, woonwijken groener, levendiger en gezelliger, plattelandsregio’s vitaler en ecologisch rijker, de economie weerbaar en de samenleving meer verbonden.

Het geslaagde EVA Lanxmeer en het nog ongewisse Holwerd aan Zee zijn slechts twee voorbeelden van die benadering. Op bureaus, in lades, op laptops en in gedachten liggen overal in het land eindeloos veel vergelijkbare plannen klaar om uitgevoerd te worden. Om deze plannen werkelijkheid te laten worden, is collectieve moed nodig en een gedeeld vertrouwen dat we als samenleving in staat zijn om de toekomst van Nederland op onze eigen manier vorm te geven.


Lees ook

Eindeloos in gevecht met modder om de vaargeul naar Ameland open te houden