Opinie | De Koning kan opstandelingenleider Tula eerherstel geven door koloniale slavernij tot misdaad te verklaren

Slavernijverleden De Nederlandse regering heeft beloofd om Tula formeel eerherstel te geven. En nu 1 juli nadert, en de viering van Keti Koti, beantwoordt de vraag hoe je dat eigenlijk kunt doen.
Het Tula Monument op Curacao Foto Robin Utrecht / ANP
Het Tula Monument op Curacao Foto Robin Utrecht / ANP

Op maandag 19 december 2022, de dag waarop premier Mark Rutte (VVD) namens de Nederlandse regering excuses aanbood voor de rol van het landsbestuur in het koloniale slavernijverleden, kondigde staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties, D66)in een toespraak op Curaçao de formele rehabilitatie van Tula aan. „Omdat we de geschiedenis recht willen doen, gaat de Nederlandse regering – in navolging van de regering van Curaçao – Tula formeel eerherstel geven.” Ook Rutte had in zijn toespraak de naam Tula „met eerbied” laten vallen.

De tot slaaf gemaakte Tula legde op 17 augustus 1795 op plantage Knip op Curaçao zijn werk neer, eiste zijn vrijheid op en werd vervolgens de leider van een slavenopstand waarbij ongeveer tweeduizend mensen zich aansloten. Deze gewapende strijd duurde ruim een maand, maar werd uiteindelijk bloedig neergeslagen. Tula en enkele andere leiders van de opstand werden vervolgens berecht en op een ongekend wrede en mensonterende wijze ter dood gebracht.

Dreyfus

De belofte van de Nederlandse regering om Tula formeel eerherstel te geven roept de vraag op waaruit deze rehabilitatie zou kunnen bestaan. De beroemdste gerehabiliteerde uit de recente geschiedenis is zonder twijfel Alfred Dreyfus geweest. De ten onrechte vanwege spionage veroordeelde Frans-Joodse legerkapitein Dreyfus kreeg in 1906 eerherstel maar pas na twee herzieningsprocessen in een decenniadurende affaire.

Zou een postuum herzieningsproces, waarin Tula alsnog wordt vrijgesproken, rehabiliterend kunnen werken? Los van juridische en praktische bezwaren om zo’n proces ruim twee eeuwen later nog te voeren, is er een fundamenteel verschil met de zaak-Dreyfus. Dreyfus werd immers veroordeeld voor iets wat hij niet had gedaan, maar bij Tula zijn de feiten waarvoor hij werd veroordeeld niet omstreden.

Tula’s gewapende strijd tegen een onmenselijk en racistisch rechtssysteem is beter te vergelijken met de strijd die Nelson Mandela en anderen in de vorige eeuw tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika hebben gevoerd. In hun strafprocessen in de jaren zestig ontkenden zij hun aandeel niet, maar rechtvaardigden zij juist hun handelwijze. Zo verklaarde de Afrikaner Bram Fischer, die een medestrijder van Mandela was, tijdens zijn proces in 1966: „Als ik vandaag om vergiffenis zou vragen, zou ik de zaak waarvoor ik strijd verraden.”

Alleen als de staat toegeeft dat het systeem waartegen Tula vocht zélf misdadig was, kan hij niet langer als een crimineel worden beschouwd

Om dezelfde reden zal een postume vrijspraak of gratiëring van Tula niet rehabiliterend werken, maar juist afbreuk doen aan zijn rol in de opstand van 1795. Het zou zijn strijd bagatelliseren en zijn historische betekenis verminderen. Een formele rehabilitatie van Tula, waardoor hij niet langer als crimineel maar als vrijheidsstrijder te boek staat, zal op een andere wijze moeten plaatsvinden die zijn strijd wel volledig rechtdoet.

Om Tula passend eerherstel te geven is het nodig om volmondig te erkennen dat het koloniale rechtssysteem dat de slavernij in stand hield, legaliseerde en mogelijk maakte, een racistisch, misdadig systeem is geweest, niet alleen naar de juridische en morele maatstaven van vandaag, maar ook al naar de maatstaven van 1795, het jaar van de opstand. Want alleen als de staat toegeeft dat het systeem waartegen Tula vocht zélf misdadig was, kan Tula niet langer als een crimineel worden beschouwd, maar als iemand die zich terecht tegen een op onrecht gebaseerd systeem teweerstelde: een voorbeeld voor iedereen die waarde hecht aan vrijheid en gelijkheid.

Lees ook: ‘Nederland, erken fouten rond Tula’

Deze stap is door de Nederlandse regering nu nog niet gezet. Weliswaar heeft premier Rutte in zijn speech van 19 december uitgesproken dat wij „levend in het hier en nu” slavernij alleen „in de allerduidelijkste bewoordingen kunnen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid”, maar daarmee heeft hij nog niet verklaard dat het koloniale slavernijsysteem ook naar de maatstaven van destijds misdadig was. Ook de kabinetsbrief over het slavernijverleden aan de Tweede Kamer, spreekt alleen van misdrijven tegen de menselijkheid „naar de huidige juridische en morele normen en waarden”.

Haïti

De slavenopstand in Curaçao in 1795 kwam niet uit de lucht vallen. De Franse Revolutie had in 1789 met zijn idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap de discussies over afschaffing van de koloniale slavernij hoog op de politieke agenda’s gebracht.

In de Franse kolonie Saint-Domingue, het huidige Haïti, brak in 1791 een slavenopstand uit die uiteindelijk succesvol zou blijken. In 1794 schafte het revolutionaire Frankrijk de slavernij in de Franse koloniën af. In 1795 kwam Nederland onder controle van Frankrijk te staan. Tula was van deze ontwikkelingen op de hoogte. Zijn vrijheidsideaal stond in verbinding met de juridische en morele maatstaven die op dat moment de wereld over gingen en in de constituties die op dat moment werden geschreven, werden opgenomen.

In de eerste Nederlandse grondwet, de Bataafse Staatsregeling van 1798, werd in artikel 6 een belangrijk moreel principe geformuleerd dat bekend staat als de gouden regel: „Doe eenen ander niet, hetgeen gij niet wenscht dat aan u geschiede. Doe aan anderen, ten allen tijde, zoo veel goeds, als gij in gelijke omstandigheden, van hun zoudt wenschen te ontvangen.”

Het vrijheidsideaal van Tula stond in verbinding met de juridische en morele maatstaven die op dat moment de wereld over gingen

Er werd geen bepaling over de afschaffing van de slavernij opgenomen. Hoewel de opstellers begrepen dat slavernij lijnrecht in strijd was met de geproclameerde vrijheden en rechtsgelijkheid, besloot men om zelfzuchtige, economische redenen over de slavernij in de koloniën te zwijgen. Dat men daarmee de eigen gouden regel schond, werd op de koop toe genomen.

In 1801 werd in Haïti een grondwet uitgevaardigd waarin artikel 3 de afschaffing van slavernij en vrijheid rechtstreeks met elkaar verbond: „Er kunnen geen slaven bestaan op dit grondgebied, dienstbaarheid is daarin voor altijd afgeschaft. Alle mensen worden geboren, leven en sterven vrij en Frans.”

In dit licht zou het passend zijn als het Nederlandse staatshoofd op zaterdag 1 juli 2023 bij de Nationale Herdenking van het Slavernijverleden zou verklaren dat de koloniale slavernij ook naar de beste juridische en morele maatstaven van 1795 een misdaad tegen de menselijkheid is geweest, een schending van de hoogste constitutionele waarden die op dat moment wereldwijd rondzongen: de vrijheid en rechtsgelijkheid die ieders mogelijkheid om mens te zijn zozeer bepalen. Tula zou op deze wijze zijn gerehabiliteerd, zoals het kabinet beloofde op maandag 19 december 2022.

Dit artikel is een verkorte versie van een lezing die Wouter Veraart eerder hield in Willemstad op verzoek van de Nationale Commissie voor de Herdenking van 160 jaar afschaffing van de slavernij.