Opinie | De heldendaad of het moederhart?

Oorlog is altijd ver weg geweest. Een herinnering van mijn opa en oma, die ik levend houd in mei, als ik de vrijheid vier waarvoor hun generatie gevochten heeft. En het leed herdenk dat met die strijd gepaard ging.

Van die strijd werd me als kind een zwart-wit beeld geschetst op school en op televisie: de goede Nederlanders zaten in het verzet, de foute Nederlanders heulden met de vijand en werden na afloop kaalgeschoren, gevangengezet of doodgeschoten. We identificeerden ons uiteraard allemaal met de goeden. Dat ook veel mensen zich op de vlakte hielden, en om een veelheid aan redenen, dat werd me later pas duidelijk: uit lafheid, uit onwetendheid, omdat ze kwetsbare familie hadden, om dingen niet erger te maken dan ze al waren… omdat ze hoopten dat het, ook als ze niks deden, uiteindelijk allemaal vanzelf wel goed zou komen.

Toch vroeg ik me ieder jaar in mei weer af wat ík zou doen, als de vijand op de stoep zou staan en ik, behalve de vrijheid van het land ook de levens van mijn kinderen te verdedigen had. Wat zou er dan het zwaarste wegen? De heldendaad of het moederhart?

Ik ben inmiddels moeder.

Mijn zoon van 17 ontving een maand na zijn verjaardag een brief van Defensie, met het bericht dat hij nu is ingeschreven voor de militaire dienstplicht. Een administratieve formaliteit zonder verdere consequenties, want dienstplichtigen worden sinds 1997 niet meer opgeroepen. Maar in uitzonderlijke situaties, zo lazen we in de brief, kunnen de regering en het parlement de opkomstplicht weer instellen.

Ter illustratie van een uitzonderlijke situatie schreef de minister van defensie aan mijn zoon: „Iedereen kent nu bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne. Onze militairen beschermen ons, ons eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten. Ze beschermen onze welvaart en onze democratie.”

En zo kwam de oorlog ineens wel heel dichtbij. „Ja natuurlijk”, zegt mijn zoon „zou ik vechten voor onze vrijheid”. Ik vraag me af hoe hij dat voor zich ziet. Fortnite aan het Oostfront. First person shooter-gamen met een echte Noord-Koreaan in het vizier. Overdag beetje rennen door een mijnenveld en ’s avonds kameraadschap bij het kampvuur. Ik denk terug aan de laatste kampeervakantie. Aan hoe ik samen met een vriendin de weekendtassen van zes per trein reizende puberjongens transporteerde naar Zuid-Frankrijk. Aan al die sneeuwwitte sneakers die toen mee moesten in het busje, leuk voor op de camping. Aan hoe we kwartier maakten, de tent vast voor ze opzetten, klaar zaten met thee en iedere avond voor ze kookten op een benzinebrander die ze zelf niet makkelijk aan de praat kregen.

Ineens weerbaar zijn

De generatie van mijn zoon is opgevoed in vredestijd. In een tijd van samenwerken om conflicten op te lossen, en regels om ze te voorkomen. Het zijn empathische, verstandige mensen, die zich om te overleven in een snel veranderende economie zonder vaste contracten of pensioenen, hebben toegelegd op de ontwikkeling van hun unieke talent. En nu moeten ze ineens met z’n allen weerbaar zijn.

Gelukkig biedt Defensie nu de mogelijkheid een tussenjaar, een ‘dienjaar’ te volgen in de kazerne. Een leuk en goedkoop alternatief binnen het aanbod van avontuurlijke stages voor de groeiende groep jongeren in het zingevingsvacuüm tussen middelbare school en vervolgopleiding.

Mijn zoon wordt hier in de brief op gewezen. „Klinkt goed”, zegt mijn zoon en hij voegt eraan toe dat een aantal vrienden overweegt zich in te schrijven. Ik vind het prijzenswaardig van die jongens. Dapper. Nodig. Terwijl de dienstplicht op een waakvlam stond heeft Europa zich een oorlog in laten rommelen. En nu staat onze veiligheid serieus op het spel. En zal er misschien zelfs gevochten moeten worden.

Maar toch niet door míj́n zoon?

Sinds de Russische inval in Oekraïne zijn naar schatting al bijna een half miljoen soldaten gesneuveld of ernstig gewond. Die soldaten hebben allemaal een moeder. Een moeder die waarschijnlijk net als ik, in eerste instantie gedacht zal hebben, ‘mijn kind is geen kanonnenvlees’. En in tweede instantie ‘laat mij dan maar in zijn plaats gaan’. Een moeder die zich afvroeg waarheen ze kon vluchten met haar kind. Een moeder die haar kind wil behoeden voor gevaar, pijn, de dood. Denderende clichés als opmaat naar een concreet, moreel dilemma: de heldendaad of het moederhart?

Welk vijandbeeld?

Het leger, onze veiligheid, pacifisme en weerbaarheid zijn nu onderwerp van gesprek aan de keukentafel, de koffieautomaat, in Den Haag en op televisie. Ik zou willen dat aan de discussie over de dienstplicht een gesprek voorafgaat over de wereld waarin onze kinderen ten strijde trekken. Welke waarden verdedigen ze? Met welke wapens? En wie zijn onze bondgenoten?

Nationalistische regeringen treden diplomatieke regels met voeten. Structuren die de bodem zijn onder de vrede worden in rap tempo ontmanteld. Wie bepaalt er nu de spelregels? Wat bepaalt ons vijandsbeeld? En welke grenzen gaat ons leger verdedigen? De EU-buitengrenzen? De NAVO- buitengrenzen? Het leger waarvoor nu gerekruteerd wordt lijkt geschoeid op de leest van een oude wereld. Ik denk opnieuw terug aan hoe we op school werden onderwezen over de Tweede Wereldoorlog. Je was goed of fout. Met de kennis van nu waren we toen allemaal helden geweest. Want iedereen die over de juiste informatie beschikt staat met terugwerkende kracht aan de goede kant van de geschiedenis. De hoge informatiedichtheid waarin onze kinderen opgroeien wekt de schijn dat we weloverwogen keuzes maken. Maar in onze bubbel krijgen we allemaal een eigen werkelijkheid opgediend. Europa heeft verzaakt te investeren in de eigen strategische autonomie, waande zich te lang het morele geweten van de wereld en dacht het zich te kunnen permitteren als scheidsrechter boven de partijen te staan. Maar de wereld is in rap tempo veranderd. Dus voordat we achter onze kinderen gaan staan wanneer ze de keuze maken om te vechten voor onze vrijheid, zou ik eerst willen vragen: „Are we all on the same page?”

Want we zijn verwikkeld in een strijd tussen onvoorspelbare mondiale grootmachten. En we realiseerden ons te laat dat de rekening die ze te vereffenen hebben niet met elkaar is, maar met ons. Van die rekening is mijn zoon het kind.


Lees ook

Veel Europese landen overwegen een vorm van dienstplicht

Soldaten van de Zweedse strijdkrachten tijdens een militaire oefening in Kungsangen, in de buurt van Stockholm.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’