Het geniale van de Europese integratie was de ‘depolitisering’: politieke problemen werden omgevormd tot technische vraagstukken. Dit maakte het mogelijk voor landen om ondanks grote meningsverschillen samen te werken. Door kwesties klein en technisch te houden, en door onafhankelijke instellingen het algemeen belang te laten bewaken. Dit verklaart waarom we richtlijnen hebben in plaats van wetten, waarom er een ‘hoge vertegenwoordiger’ is en geen EU-minister van Buitenlandse Zaken, en waarom de eurobiljetten bruggen tonen die niet bestaan – op een continent met een rijk historisch erfgoed.
Die depolitisering hield de boel bij elkaar. Er was nooit echt een politieke winnaar of duidelijke verliezer. Misschien weinig pathos en passie, maar wel vooruitgang. En, belangrijk, het stelde Europese landen in staat om elke keer weer door een crisis te komen.
Maar nu Trump Europa politiek aanvalt, zal deze technocratische reflex niet volstaan. Trump wil niet alleen specifieke concessies op handel, defensie of regelgeving, maar de EU zelf veranderen. Zijn doel is het verzwakken van centrale EU-instellingen en het versterken van populistisch rechts. Dit is een gevecht om macht, niet om beleid.
Weerbaarheid
In november 2024 had de Europese Commissie draaiboeken klaarliggen voor verhoogde handelstarieven, minder steun aan Oekraïne en Amerikaanse druk om meer te investeren in defensie. De strategie: blijven benadrukken dat Europa wilde onderhandelen, ‘sweeteners’ zoals extra LNG-aankopen aanbieden, en beloftes doen over meer defensie-uitgaven en steun aan Oekraïne. Intussen werkte men aan eigen Europese weerbaarheid, mocht de situatie escaleren. Men hoopte op tegenwicht vanuit het Amerikaanse bedrijfsleven en gematigde Republikeinen, zoals tijdens Trumps eerste termijn.
Twee maanden later blijkt dat we in een totaal andere dynamiek zitten. Trump heeft de EU omschreven als een organisatie die de VS „oplicht” – niet als verkiezingsretoriek, maar officieel vanuit het Witte Huis. Vicepresident J.D. Vance gaf in februari in München een toespraak die de Europese middenpartijen aanviel en populistisch rechts openlijk steunde, vlak voor de Duitse verkiezingen.
Vorige week richtte hij zich op Denemarken, noemde het land een „slechte bondgenoot” en beweerde ten onrechte dat de bevolking van Groenland liever bij de VS zou horen. Intussen wordt Oekraïne afgeperst en krijgt Rusland het ene strategische cadeau na het anderen. En uit ‘signalgate’ hebben we nogmaals geleerd hoe diep de minachting is voor Europa binnen Trumps regering.
Lees ook
De nieuwe Europese defensie-industrie moet sneller, onafhankelijker, groter
Temidden van zoveel politiek vuurwerk valt op dat er nauwelijks echte onderhandelingen zijn tussen Trump en Europa. Over een mogelijk staakt-het-vuren in Oekraïne wordt gesproken met Rusland en soms Oekraïne, maar Europa is afwezig. Binnen de NAVO probeert men Amerikaanse signalen te interpreteren, maar serieuze gesprekken over een herschikking van de taakverdeling binnen het bondgenootschap blijven uit.
Op handelsgebied bezocht EU-commissaris Maros Sefcovic Washington, maar ondanks Europese aandrang kwam het nooit tot onderhandelingen. Beslissingen over handelstarieven worden intern binnen de VS genomen.
Dit is een gevecht om macht, niet om beleid
Bovendien: er is een rolverdeling tussen Brussel en de hoofdsteden. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen spreekt meestal in sussende gemeenplaatsen. In lijn met de depolitiserende traditie houdt ze zich retorisch op de vlakte. Maar nationale leiders als de Franse president Emmanuel Macron, de Duitse kandidaat bondskanselier Friedrich Merz en de Poolse premier Donald Tusk benoemen de situatie in politieke termen. Macron stelde in januari: „Als wij er voor kiezen om zwak en defaitistisch te zijn, zal Trump ons nooit respecteren.” Merz verklaarde na zijn verkiezingsoverwinning: „Europa moet onafhankelijk worden van de VS; het is duidelijk dat de Amerikanen zich niet bekommeren om het lot van Europa.” Tusk vatte de situatie scherp samen: „Hoe is het mogelijk dat 450 miljoen Europeanen aan 300 miljoen Amerikanen vragen hen te beschermen tegen 140 miljoen Russen, die het niet kunnen winnen van 45 miljoen Oekraïners?”
Zelfbeschikking
Deze Europese leiders benadrukken terecht de noodzaak van Europese eenheid en kracht. Daarom moet ook Brussel de technocratische reflex overstijgen en laten zien dat men beseft wat er historisch op het spel staat. Een van de weinige EU-commissarissen die dit begreep, was Kaja Kallas. Na de vernedering van Zelensky in het Witte Huis verklaarde ze dat Europa nu de rol van leider van de vrije wereld moest overnemen. Dit leverde haar kritiek op, maar haar boodschap was de juiste.
De aanval van Trump is niet slechts een verzameling van specifieke beleidswijzigingen. Het gaat om de essentie van de politieke orde in Europa en het instandhouden van onze zelfbeschikking. Europa moet dat helder zien. Het moet spreken, denken en handelen in politieke termen en niet blijven hangen in het geloof in technocratische oplossingen en compromissen. Onder Europese burgers leeft een gevoel van onrust: wie beschermt mij, ondermeer tegen de Trump tornado en de agressie van Poetin? Daar moet een politiek antwoord op komen – en dat kan ook goed. Want diezelfde burger heeft in diverse peilingen nog nooit zoveel steun gegeven aan de EU om precies dat te doen.
