In een wereld die met de dag meer om blokvorming draait, wordt de EU behalve op het internationale toneel ook voor Nederland belangrijker. Maar hoe is het gesteld met de stem van Nederland binnen de Europese Unie? In één woord: zorgelijk.
Onze 29 Europarlementariërs komen onvoldoende op voor Nederland. Grofweg zijn hier twee redenen voor. Een: traditionele partijen schuiven politici naar Brussel die nauwelijks een publiek profiel hebben en hun carrière belangrijker vinden dan het tonen van moed om, bijvoorbeeld, voor Nederland ongunstige wetgeving tegen te houden.
Twee: getalsmatig leggen Nederlanders het in de Europese partijfamilies ruimschoots af tegen de Duitsers, Fransen, Italianen, Spanjaarden en Polen. Je kunt zelfs stellen dat stemmen op een traditionele partijkandidaat bij de Europese verkiezingen van dit jaar vrijwel gelijk staat aan een anti-Nederlandse stem. Anti-Nederlands? Ja, omdat we inmiddels uit ervaring weten dat die traditionele partijkandidaten er actief van afzien op te staan voor ons land.
Deze structurele onzichtbaarheid, die ook voor de komende periode weer op de loer ligt, verklaart waarom Nederlanders zo apathisch reageren op de Europese verkiezingen. ‘Wat doen onze parlementariërs in Brussel nou precies, áls ze al iets doen?’, vragen kiezers zich af. En voor wie doen ze die dingen? Als het gros van de Europarlementariërs niet veel verder komt dan ‘Sorry, dit moet van de Unie’, is het volkomen logisch dat weinig burgers met enthousiasme naar de stembus gaan.
En dat enthousiasme is wel precies wat er nodig is. In het tijdvak 2024-2029 zal de EU namelijk voor een enorme reeks uitdagingen komen te staan, die draagvlak nodig hebben. Denk aan de uitbreiding van de Unie: welke landen laten we toe? En de verdieping is niet minder ingrijpend: denk aan de afschaffing van het vetorecht van de lidstaten en aan de vraag welke landen de omstreden digitale euro willen en mogen introduceren. Keuzes hierover gaan een verregaande invloed hebben op de EU en de Nederlandse positie binnen de EU. Sneller dan we denken kunnen we er verder door gemarginaliseerd worden, niet alleen qua invloed maar ook qua economisch profijt: straks zijn we als Nederland de zwaarste nettobetaler, met ook nog eens weinig invloed.
Strijdtoneel
Nu klinkt het voorgaande, voor Nederlandse begrippen, misschien onsympathiek en nationalistisch. De reden dat de Europese verkiezingen bijvoorbeeld in Duitsland en Frankrijk meer aandacht trekken, en kiezers er meer gemotiveerd zijn om te stemmen, is dat zij een veel realistischer kijk op de EU hebben. En er geen geheim van maken dat het, naast een samenwerkingsverband, ook een strijdtoneel is waar je sterke mensen naar moet afvaardigen. In Nederland lijkt, gek genoeg, de omgekeerde wet van toepassing: hoe grijzer jouw optreden binnen een partij, hoe groter de kans dat je een plekje op de kandidatenlijst voor het Europees Parlement verovert.
De apathie van de kiezer, in combinatie met het belang de EU scherper op ieders netvlies te krijgen, vraagt om een heel ander type politicus. Om inhoudelijke sterke, gedreven en uitgesproken kandidaten die straks niet in het parlement neerstrijken om vijf jaar lang ‘ja’ te zeggen als de Europese partijfamilie dat van hen vraagt, maar – mede in het belang van hun eigen land – met durf en expertise slechte wetten gaan verbeteren en contraproductieve wetten gaan tegenhouden.
Lees ook
Vrij onbekende Luxemburger voorman sociaaldemocraten bij EU-verkiezingen
Kortom, als u de stem van Nederland in Brussel krachtiger wilt laten klinken, negeer dan de carrièrepolitici. En richt uw vizier op individuele kandidaten die herkenbaar en gezaghebbend zijn. Die u overtuigen vanwege hun durf en persoonlijkheid in plaats van hun partijlidmaatschap. Door zo’n bril op te zetten vergroot u de kans dat er straks een onderscheidende Europarlementariër namens Nederland wordt verkozen waarvan u zegt: ‘dat is mijn man!’ of ‘dat is mijn vrouw!’. En waarvan ook de mensen in het Europees parlement zeggen: ‘Een stem om rekening mee te houden.’
Elke Nederlander begrijpt dat als je ergens niks brengt, je er ook niks kunt halen. Dat is precies wat er in Brussel met Nederland aan de hand is. We moeten het spel dus drastisch gaan veranderen. Begin juni kunt u daar in het stemhokje een begin mee maken.