Peter Thiel vreest de Antichrist. Dat lees je goed. Niet als Bijbels beest of science-fictionfiguur met rode ogen, maar als moraliserend project in regenjas. In een veelbesproken gesprek met de New York Times benoemde hij Greta Thunberg als symbool van een dictatuur die zich niet met geweld of technologie oplegt, maar met moreel gezag. Thiel, medeoprichter van PayPal en Palentir (dat big data-analyses bouwt voor onder meer de CIA en de financiële sector) heeft het dan over een world government of woke AI. Ja, die dingen.
In Thiels denken is die vorm van gezag gevaarlijker dan welke technologische dreiging ook. De echte dystopie volgens hem is geen AI met zelfbewustzijn, maar een wereld waarin „peace and safety” boven alles komen te staan. Een planeet bestuurd door commissies, overheden, regulering en gedeelde verantwoordelijkheden.
Digitaal panopticum
Die analyse komt van iemand die zelf bouwt aan een digitaal panopticum. Terwijl Thiel ageert tegen toezicht en vertraging, groeide zijn fortuin door systemen die precies dat organiseren: surveillance, gedragssturing, grensbewaking. Palantir levert de infrastructuur waar zijn Antichrist-doemscenario op draait. En dat is de crux.
Zo keert Thiel zich al jaren tegen wat hij „de stagnatie van het Westen” noemt. Sinds de jaren zeventig, stelt hij, gaat niets nog vooruit: geen maanmissies, geen supersonische vliegtuigen, enkel algoritmes die streamingvoorkeuren voorspellen. Maar net in die periode van stilstand explodeerde zijn vermogen. De digitale revolutie die hij omschrijft als pover en teleurstellend, betaalde zijn aandelen in Facebook, PayPal en AI-startups.
Zijn jarenzeventig-diagnose is niet zonder paradox. Het was evenzeer een periode waarin overheden zich terugtrokken uit technologische sturing, en bedrijven de leiding overnamen. Thiel en zijn techbro’s kregen sindsdien meer ruimte, meer kapitaal, minder regels. Als de stagnatie toen begon, wat zegt dat dan over het vermogen van de markt om vooruitgang te organiseren? Wil hij zeggen dat bedrijven het niet kunnen?
Toch blijft Thiels antwoord hetzelfde: meer risico, minder regels, geen overheid. Meer ruimte voor zogenoemde dwarse denkers – hijzelf en zijn entourage. De staat moet opzij, net als gedeeld gezag of morele begrenzing. Alleen dan, zegt hij, kan vooruitgang weer beginnen.
Als dit de analyse van een Reddit-gebruiker was geweest, dan zou je met je ogen rollen. Maar ze komt van Thiel, de invloedrijkste neocon-denker en tech-investeerder van de afgelopen twee decennia. Zijn toon is die van een dissident. Zijn rol is die van een architect.
Post-politieke technocratie
Dat beeld keert terug in zijn politiek engagement. Thiel steunde Donald Trump in 2016 niet uit overtuiging, maar als testcase. Iemand die de gevestigde orde kon verstoren, of het gesprek over verval kon openen. Hij had geen hoge verwachtingen van Trump, maar hoopte op ruimte om te benoemen wat volgens hem misloopt. Vicepresident JD Vance zit nu in zijn zak en maakt werk van AI die de mens opzijschuift.
Thiels geloof in AGI – kunstmatige algemene intelligentie – is tweeslachtig. Hij noemt het gevaarlijk, maar ook noodzakelijk. AI is voor hem het enige project met vaart. Dat het leidt tot conformisme, overbodige mensen en eindeloze Netflix-algoritmes, is een neveneffect. Stilstand is erger.
Thiel slingert van Bijbelverzen naar Francis Bacon, van transhumanistische standpunten naar speculaties over de ziel. Wij zijn eindige dieren. Volgens hem, en anderen in The Valley, moet de mens overstegen worden. Technologie is het middel, politiek staat in de weg. Als het van de techbro’s afhangt, evolueren we naar een post-politieke technocratie. Of beter: een techbrocratie. Waar Mars het plan is, weg van de aarde, weg van democratie. Maar omdat er nog geen raket richting Mars vertrekt, investeert men nu in offshore-eilanden waar the happy few hun ding kunnen doen.
Terwijl hij waarschuwt voor een totalitaire toekomst, verkoopt hij tegelijk de code die haar mogelijk maakt. Thiel zegt dat hij vrijheid verdedigt. Maar als hij over vrijheid spreekt, bedoelt hij: vrij van controle. En als hij over risico spreekt, bedoelt hij: risico buiten de democratie om. Zijn visie op de toekomst is niet seculier of revolutionair, maar apocalyptisch en regressief. De enige „antichrist” hier is Thiel zelf, en die komt met software waar zijn logo al op staat.
Lees ook
Deze boeken werpen een ontluisterend licht op de toekomstfantasieën van de tech-miljardairs
