Opinie | De ellende met woke

Een interview met minister Brekelmans van Defensie op de Universiteit van Amsterdam werd woensdag verstoord door een protest tegen de Nederlandse steun voor Israël. De bijeenkomst moest daardoor vroegtijdig worden afgebroken. „Dit is nou wat de ellende met woke is”, twitterde zijn partijgenoot Dilan Yesilgöz. Iemand reageerde dat zo’n actie niet per se woke is; dat woke draait om opkomen voor minderheden, maar daar wilde Yesilgöz niet aan: „Strijden voor gelijke rechten heeft helemaal niets met ‘woke’ te maken”.

Dat mag je gerust een boude stelling noemen: de term ‘woke’ werd, zoals vorig weekend uitvoerig in NRC aan bod kwam, vanaf het begin van de negentiende eeuw gebruikt om ‘alertheid op systemisch onrecht’ te beschrijven, eerst door zwarte Amerikanen die zich bewust waren van de racistische samenleving, daarna ook door andere emancipatiebewegingen.

In haar HJ Schoo-lezing van 2022, waarin ze woke een bedreiging voor de rechtsstaat noemt, neemt Yesilgöz afstand van die oorspronkelijke betekenis: „Ik heb het hier expliciet niet over emancipatiebewegingen die pleiten voor gelijke rechten en inclusie. Die hebben uiteraard mijn steun.”

Het is brutaal om zo’n woord zomaar af te pakken van gemarginaliseerde groepen in de VS – je zou het bijna cultural appropriation noemen – maar ach, woorden kunnen door de jaren heen een andere betekenis krijgen en in Nederland heeft de term ‘woke’ nooit de lading gehad die het in de VS wel had.

In Nederland raakte de term pas in zwang toen de anti-woke-beweging hem ging gebruiken. Woke heeft het hier dan ook nooit veel verder geschopt dan tot pejoratief; een woord dat in zichzelf al een negatieve bijklank heeft, net als ‘drammen’, ‘betutteling’ en ‘Sywert’. Leuk feitje: tot 2015 betekende WNL ‘Wakker Nederland’, tegenwoordig staat het voor ‘Wij, Nederland’. Die voorzagen op tijd dat je bij ‘wakker’ zo maar aan ‘woke’ kan denken en daar wil je als vrolijk rechtse omroep niet mee worden geassocieerd.

Omdat bijna niemand zich woke noemt, kun je er lekker boos op zijn zonder ermee in discussie te hoeven. Sociale media zijn perfect voor woede op woke: je kiest er je eigen vijand. Er is veel aan de hand in de wereld, maar Yesilgöz koos ervoor om de verstoring van de bijeenkomst met Brekelmans eruit te lichten. Daar stond geen enkele politicus om te juichen, maar zij noemde het ‘de ellende met woke’. Ben jij ook tegen woke? Stem dan op haar en geef het een duimpje omlaag!

Maar of iets woke is, hangt af van degene die het woord gebruikt. Zelfs binnen de Nederlandse coalitie worden verschillende definities gebruikt. Voor Geert Wilders is de Pride een typisch voorbeeld van doorgeslagen woke-gedram, maar voor Yesilgöz heeft diezelfde Pride helemaal niets met woke te maken; als zij tijdens de Canal Parade in een roze topje met regenboogarmbandjes staat te zwaaien, koestert ze gewoon „de vrijheid om jezelf te zijn en op te komen voor mensen die dat niet kunnen”.

Als je Yesilgöz een beetje volgt, weet je dat ze met woke met name doelt op linkse activisten. Ik loop lang genoeg rond op de UvA om te weten dat je daar inderdaad vreselijk irritante, betweterige aanstellers hebt, maar doen alsof zij een bedreiging voor de rechtsstaat vormen, is zonder twijfel nog veel aanstelleriger.

Woke is een ideale vijand omdat het alles kan zijn wat de anti-woke-beweging wil dat het is. In Hongarije weert Orbán journalisten op zijn conferentie omdat het een ‘woke-vrije zone’ is, in de VS draait Trump ‘woke’ diversiteitsbeleid terug, in Rusland zijn alle homorechten ‘woke’.

Waar anti-woke aan de macht komt, moeten emancipatiebewegingen het ontgelden en zijn gemarginaliseerde groepen de dupe. Je kunt je daarom afvragen of je als anti-woke-politicus met goed fatsoen op een Pride-boot kunt staan. Want „de vrijheid om jezelf te zijn en op te komen voor mensen die dat niet kunnen” heeft ook in deze tijd nog wel degelijk iets met woke te maken.