Opinie | Burgers kunnen toerisme beheersbaar maken

Brugge, met zijn betoverende Reien, zijn middeleeuwse architectuur en zijn Vlaamse Primitieven, is een van de populairste toeristische bestemmingen van Europa. De sprookjesachtige schoonheid van de bruisende cultuurstad heeft een prijs. In 2023 trok het historische centrum maar liefst 8,3 miljoen bezoekers. Voor een stad met 120.000 inwoners is dit niet alleen indrukwekkend, het is verstikkend.

Als inwoner van Brugge, historicus en huisbewaarder (conciërge) van de Koninklijke Stadsschouwburg kijk ik elke dag uit over het historische hart van de stad, en stel ik me dezelfde vraag: hoe lang kan deze stad nog haar eigen ziel bewaren onder de druk van massatoerisme? Soms voelt het alsof de stad zelf naar adem hapt.

In de zomermaanden staat Brugge dagelijks voor een invasie van 34.000 toeristen, terwijl slechts 20.000 mensen daadwerkelijk in het centrum wonen. Brugge staat met steden als Dubrovnik en Venetië op een lijst van meest „ door toeristen overstroomde” steden in Europa. De toestroom van bezoekers is voelbaar; de bewoners raken vermoeid door de drukte, het lawaai en de steeds commerciëler wordende binnenstad, die op sommige plaatsen vooral lijkt te draaien om wafels, bier en souvenirs.

Het toerisme dreigt de stad te vervreemden van haar eigen bewoners. De klachten over de leefbaarheid van de binnenstad nemen toe. Sommigen omschrijven Brugge als een „moeras van frieten, wafels en chocolade”, met lokale winkels die plaatsmaken voor toeristische winkels. Het is een fenomeen dat Bruggelingen ‘Katelijnisering’ noemen, naar de bekende toeristische Katelijnestraat. Woningprijzen stijgen, want huizen in het centrum worden omgebouwd tot vakantiewoningen of bed and breakfasts. De lagere school aan de toeristische en feeërieke Spiegelrei, vlak naast mijn huurwoning, sluit binnenkort de deuren door een gebrek aan jonge gezinnen. Het statige gebouw kende een ononderbroken onderwijsfunctie sinds 1789. Maar het toerisme gaf de nekslag, weldra wordt het pand vermarkt.

In de toeristische Gouden Driehoek, een gebied dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw afgebakend werd voor het massatoerisme, maakten vrijwel alle ambachtelijke en lokale zaken plaats voor winkels die inspelen op de snelle behoefte van toeristen. Hoewel het stadsbestuur pogingen doet om de stad net te houden, kreunt het stadscentrum soms onder overvolle vuilnisbakken en zwerfvuil. Ook op het vlak van mobiliteit is er gemor te horen. Talmende of verloren gereden buitenlandse nummerplaten hinderen het verkeer in de binnenstad en er zijn te weinig parkeerplaatsen voor de bewoners van de binnenstad.  

Agressieve fietsers

De spanningen bij de Bruggelingen groeien en dat wordt ook bij de toeristen opgemerkt. Een humoristische Youtube-video van de druk bekeken internationale reisserie Wolters World waarschuwt bezoekers om op hun hoede te zijn voor chagrijnige en ronduit gevaarlijke fietsers. Als iemand die dagelijks door het centrum van de stad wandelt, kan ik dit beamen: fietsers in Brugge gedragen zich vaak agressief en hufterig tegenover nietsvermoedende toeristen, met luid belgerinkel en soms grove taal. Ik schaam me te pletter, een fysieke confrontatie tussen een fietser en een toerist kan niet lang meer uitblijven.

Er werd trouwens al eens geweld gebruikt: afgelopen zomer werd de stad opgeschrikt door een incident met een lokale gids. Pascal Gerritsen, een ingeweken Nederlander, staat bekend voor de kleurrijke gidsbeurten waarmee hij, samen met zijn gevolg, de stad doorkruist. De Arnhemmer studeerde aanvankelijk voor kok maar werd verliefd op de geschiedenis van Brugge. Hij ontwikkelde een theatrale verhalentour, waarbij hij de toeristen op sleeptouw neemt. Tot ergernis van sommige Bruggelingen, die dit als de ultieme verpretparking van het historische centrum zien. Gerritsen werd door een onbekende in de Reitjes geduwd. De foto van dat moment ging viraal en is sindsdien een metafoor voor de groeiende vijandigheid tussen inwoners en bezoekers. De aanslag werd enkele dagen later opgeëist door een Bruggeling, die zich meldde bij de politie.

Brugge, ooit een wereldmacht, zou zonder de toeristen niet de bruisende culturele hub zijn die het nu is

Dit zijn geen unieke Brugse problemen. Van Amsterdam en Barcelona tot in Florence worden de inwoners geconfronteerd met vergelijkbare uitdagingen. De culturele en historische integriteit van die steden dreigt te worden uitgehold door de onophoudelijke drommen toeristen.

Dualiteit van toerisme

Als inwoner van mijn prachtige stad begrijp ik beide kanten van het debat. Aan de ene zijde maken de groeiende bezoekersaantallen het dagelijkse leven best lastig. Vooral tijdens de pieken, wanneer er tienduizenden mensen door de stad wandelen. Anderzijds heeft toerisme Brugge onmiskenbaar en in positieve zin veranderd. Het heeft onze culturele dynamiek nieuw leven ingeblazen, het is de motor van onze economie en het heeft Brugge terug op de wereldkaart gezet.

Deze dualiteit van toerisme – het wonder én de bedreiging – vatte mijn voormalige leraar Engels, mijnheer Devriese, perfect samen. In de vroege jaren negentig, toen ik op het Brugse Atheneum zat, gaf hij ons de opdracht om Dubliners van James Joyce te lezen. Hij trok parallellen tussen Joyce’ beschrijving van een verstikkend Dublin, gekenmerkt door verlamming, incest en katholicisme, en ons eigen kneuterige, conservatieve en verstilde Brugge. Toen ik mijnheer Devriese onlangs toevallig opnieuw ontmoette, was zijn mening echter veranderd. „Soms weet ik niet eens meer welke culturele activiteit ik moet kiezen, het is l’embarras du choix”, zei hij, verwijzend naar het rijke culturele aanbod in de stad. „Het is een mirakel, Tijs! En dat hebben we te danken aan het toerisme.”

Illustratie Cyprian Koscielniak

Hij heeft natuurlijk gelijk. Zonder de toeristen zou Brugge niet de bruisende culturele hub zijn die het vandaag is. Onze stad, ooit een wereldmacht – het ‘New York van de Middeleeuwen’, zoals onze gidsen graag zeggen – is dankzij het toerisme weer tot leven gebracht. Dat is niet gisteren begonnen. Eind negentiende eeuw al herintroduceerde Georges Rodenbachs roman Bruges-la-Morte de stad weer op het Europese toneel als een melancholieke, mysterieuze plek, die de verbeelding van kunstenaars en schrijvers uit heel Europa prikkelde. Sindsdien is Brugge een toeristische magneet geworden, met een historisch en tot de verbeelding sprekend decor.

In 2002 werd de stad uitgeroepen tot Europese Culturele Hoofdstad. In de aanloop naar dat culturele jaar werden tientallen monumenten in hun oude glorie hersteld. De culturele scene professionaliseerde. Pleinen en drukke straten werden autoluw gemaakt. Er werd een nieuwe ultramoderne concertzaal gebouwd, met een artistiek programma waarmee de stad sindsdien boven haar gewichtsklasse bokst. De stad ging ook aandacht besteden aan moderne architectuur en hedendaagse kunst. Brugge werd nu niet alleen bezocht door massatoeristen, maar ook door internationale bezoekers, op zoek naar culturele meerwaarde. Dit leidde tot een bijna verdrievoudiging van het aantal toeristen: van 3,2 miljoen in 2005 tot 8,3 miljoen in 2023.

Hoe dankbaar we het toerisme ook mogen zijn, we moeten ook de reële en dringende uitdagingen erkennen die het met zich meebrengt. Brugge loopt, net als andere steden die kreunen onder het massatoerisme, het risico zijn identiteit te verliezen door datgene wat het in stand houdt. Het is tijd dat de stad haar lot in handen neemt.

Burgerparlement

De oplossing bevindt zich in eigen rangen, want het werd bedacht door mijn stadgenoot David Van Reybrouck: het burgerparlement, waarin willekeurig gelote burgers zitting hebben. Het wordt het Ostbelgien-model genoemd, omdat het in 2019 in de Duitstalige gemeenschap van België werd ingevoerd. Eerst wordt uit een pool een aantal burgers geloot, waarvan ongeveer 10 procent positief antwoordt op de uitnodiging. Onder die groep wordt een tweede loting gehouden, rekening houdend met de volgende criteria: gender, leeftijd, taal, geografische spreiding en opleidingsniveau. Deze burgers overleggen en debatteren over de meest urgente vraagstukken die hun gemeenschap aangaan en komen met concrete voorstellen. Om verstarring, die zo kenmerkend is voor parlementen, te voorkomen wordt een derde van de burgers om de zes maanden vervangen.

Van Reybroucks burgerparlement lijkt gepast voor kleinere en dichtbevolkte regio’s of steden: ook Gdansk, Parijs, Dublin en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voerden de afgelopen jaren gelijkaardige systemen in om specifieke stadsgebonden problemen te tackelen. Brugge kan er de uitdagingen van het toerisme mee aanpakken. Een permanent toerisme-assemblee die, samengesteld uit een diverse groep Bruggelingen, op regelmatige basis de problemen bespreekt. Deze assemblee kan doordachte, bindende voorstellen indienen bij het stadsbestuur, die ze op haar beurt voorlegt aan de gemeenteraad. Door de lokale bevolking op een heel directe manier bij het beleid te betrekken, kan het bestuur van Brugge het voortouw nemen inzake toerismebeleid, waar het nu op achtervolgen aangewezen is.

Brugge zou als een stadslaboratorium kunnen fungeren en andere toeristische steden kunnen inspireren

Het toerismedebat wordt nu vaak gekaapt door misnoegde filosofen en morrende boekhandelaars die pleiten voor een even elitair als vaag ‘charmetoerisme’. Of ze grijpen in een reactionaire en nostalgische kramp terug naar het ingeslapen provinciestadje dat Brugge in de jaren zeventig was. De toerisme-assemblee zal ook een stem geven aan de stuurvrouw van het toeristische bootje, de Afghaanse keukenhulp, de verkoopster in de pralinewinkel, de straatartiest die fondsen verzamelt voor zijn trip naar Canada, de buschauffeur die cruisetoeristen naar de stad brengt, de nachtwaker in het hotel, de loketbediende van de In&Uit winkel en de ober die 14 uur per dag werkt. Ook zij zijn de Bruggelingen die zich over de stad mogen uiten.

Stadslaboratorium

Het invoeren van actieve burgerparticipatie kan leiden tot genuanceerde, maar ook radicale en vernieuwende regelgeving. Van het beheersen van kortetermijnverhuur, het bespreken van de hotelstop tot het beperken van cruisetoeristen in piekperiodes. Een burgerparlement dat waakt over de consequenties van overtoerisme kan niet alleen ons culturele en architecturale erfgoed vrijwaren, maar ook waken over de ziel en het karakter van de stad. Participatieve democratie biedt met andere woorden een gebalanceerde weg uit het toeristisch moeras, waarbij inwoners hun stad weer in handen kunnen krijgen.

En Brugge zou zo als een stadslaboratorium kunnen fungeren en andere toeristische steden kunnen inspireren. Misschien kan de stad zo opnieuw aanknopen bij het kosmopolitische karakter van weleer?

Toerisme is een essentieel onderdeel van onze identiteit en economie. De sleutel is om een manier te vinden om de stroom aan toeristen op verantwoorde wijze te beheren, zodat zowel inwoners als bezoekers kunnen blijven genieten van al het moois dat Brugge te bieden heeft. Het wordt tijd dat Brugge, net als andere Europese steden die door massatoerisme worden getroffen, de controle over haar toekomst terugneemt. Het Brugs burgerparlement voor toerisme biedt een democratische en inclusieve weg voorwaarts – een manier die de inwoners versterkt en het unieke karakter van de stad beschermt. Met deze aanpak kunnen we het mirakel van Brugge behouden, terwijl we uitdagingen effectief aanpakken.


Lees ook

De goede toerist kiest voor het onbekende

De goede toerist kiest voor  het onbekende