De huidige overheidsplannen voor de landbouwtransitie, natuurherstel en groen bij de stad blijven op dit moment steken bij prachtige idealen en nutteloze papierstapels. De reden? Er is in Nederland geen grond en als die grond er wel is, is die onbetaalbaar. Hoe kan de droom van een boer die een duurzaam bedrijf wil starten, met ruimte voor natuur, verwezenlijkt worden? Of die van een jong gezin in de Randstad, voor veel geld een huis gekocht, met als grote wens ook dichtbij buiten te kunnen zijn? Het is heel eenvoudig: de overheid moet zelf handelaar worden in grond.
In 2020 besloot de regering dat er voor klimaat en biodiversiteit tot 2030 37.000 extra hectare bos bij moet komen. Sinds dat besluit is er echter geen hectare bijgekomen, sterker nog: er is zelfs minder bos dan toen. Ruim 3 jaar geleden werd het ‘Aanvalsplan Grutto’ omarmd door de Tweede Kamer. Van de noodzakelijke 34.000 hectare bloemrijk grasland om onze nationale vogel de grutto, en daarbij tal van andere weidevogels een plek te bieden, is pas enkele hectare aangelegd. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied, het paradepaardje van het huidige demissionair kabinet blijft helaas vooralsnog op stal.
Noodzakelijke beweging
Om ruimte te krijgen voor mens en natuur is een grote verandering nodig in hoe we omgaan met grond in Nederland. En dat lukt alleen als de overheid zelf grond gaat verhandelen. Al decennialang stoppen boeren met hun bedrijf. Hiermee is deze grond uitgesloten van verandering. De noodzakelijke beweging in grond komt er als de overheid de grond koopt: tegen de marktwaarde. Zo nodig met het voorkeursrecht van overheden om grond te kopen.
Daarvoor is slechts een kleine wetswijziging nodig. Vervolgens zet de overheid de grond in voor hervorming van de landbouw en natuurherstel. Het grootste deel van de grond gaat, tegen een lagere, afgewaardeerde, prijs, naar boeren die met natuur willen ondernemen. Systemen hiervoor zijn al uitgedacht en hebben ooit de naam ‘Landschapsgrond’ gekregen. De overige grond wordt ingezet voor natuurherstel, bos en stedelijk groen. Zo krijgen mens én natuur de groene ruimte die nodig is.
Lees ook Wat moet meer ruimte krijgen: natuur of landbouw en woningen? Nederland is verdeeld
Jaarlijks stoppen veel boeren, waarvan 3 procent van de melkveehouders, die ieder gemiddeld 60 hectare grond bezitten. Als de overheid per jaar van driehonderd agrarische bedrijven de grond koopt, uitgaande van 60 hectare, dan komt er 18.000 hectare grond beschikbaar, per jaar.
Gereedschapskist
Tot 2030 gaat dit om 90.000 hectare. Als er daarnaast bijvoorbeeld nog 2.000 hectare per jaar vrijwillig wordt afgewaardeerd, gaat het bij elkaar om 100.000 hectare in vijf jaar. Dit komt overeen met de berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving, die eerder stelde dat er 102.000 hectare goed beschermd gebied moet bijkomen om de Europese natuurdoelen te halen.
De gereedschapskist is al goed gevuld met onder ander de Nationale Grondbank en de voorstellen voor Landschapsgrond. Als we de overheid het eerste recht van opkoop geven kunnen we echt aan de slag. De kosten van dit plan: 5 miljard euro. Dit bedrag past ruimschoots in het ruime budget van 24 miljard dat het demissionaire kabinet had uitgetrokken.
Nederland gaat vaker ‘nee’ zeggen tegen asielzoekers. Dit vloeit voort uit een nieuwe methodologie die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) sinds deze zomer hanteert. Tot voor kort moest de dienst, vaak onder druk van de rechter, zelf goed onderbouwen waarom een asielzoeker geen recht heeft op bescherming. Nu ligt er, op verzoek van de politiek, een nieuwe werkinstructie waarin de bewijslast vooral bij de asielzoeker wordt gelegd. Die moet, zo meldde NRC maandag, nu zelf het overtuigende bewijs leveren waarom zijn of haar leven in gevaar is. Asielzoekers die al langer in de EU verblijven moeten eveneens overtuigend kunnen uitleggen waarom ze niet al eerder elders een asielverzoek hebben ingediend.
Volgens Vluchtelingenwerk gaat het om „de grootste beleidswijziging in tien jaar tijd”. De gevolgen zijn nu al merkbaar. In de afgelopen weken zouden asielzoekers uit Syrië, Afghanistan en Jemen, landen die voorheen als evident onveilig golden, tegen afwijzingen aan zijn gelopen. Omdat ze dus niet kunnen bewijzen dat hun land van herkomst voor hen persoonlijk onveilig is, en de IND niet langer heel precies hoeft te bewijzen dat het daar wél veilig is.
Lees ook
IND werkt met ingrijpend nieuw toelatingsbeleid: ‘Asielzoeker moet nu zélf aantonen dat hij gevaar loopt’
Deze ontwikkeling laat in de eerste plaats zien hoezeer beleidsmakers ruimte hebben om scherper asielbeleid te voeren. En dat is saillant, want juist afgelopen week hield het kabinet-Schoof bij hoog en bij laag vol dat er een ‘asielcrisis’ is die alleen het hoofd kan worden geboden met een noodwet, het soort wetgeving dat normaliter bij oorlogen en rampen wordt ingezet, en waarbij de Tweede Kamer alleen achteraf mag controleren. Het IND-voorbeeld laat nu zien dat een strenger asielbeleid ook mogelijk is zonder het staatsrecht te verminken en zonder het parlement buitenspel te zetten.
De vraag is wel of de nieuwe werkinstructie van de IND wenselijk en houdbaar is. Want hoe lever je het harde bewijs dat je wordt vervolgd of dat je in gevaar bent? Het is niet zo dat autoriteiten in zulke landen per brief aankondigen wat ze van plan zijn.
Het idee om de bewijslast om te keren ontstond nadat in 2022 bleek dat Nederland veel meer asielaanvragen inwilligt dan Europese buurlanden. Onderzoek leidde naar VVD-staatssecretaris Ankie Broekers-Knol. Zij stelde in 2020 een taskforce in om de grote achterstanden bij de immigratiedienst weg te werken, en ze gaf die min of meer de vrije hand, zolang de administratieve last maar beheersbaar werd. De oplossing was even eenvoudig als merkwaardig: we zeggen vaker ‘ja’. Zoveel mogelijk asielzoekers werd het voordeel van de twijfel gegeven. De politiek schrok van het resultaat. Nu beweegt de slinger de andere kant op, met een nieuwe werkinstructie die simpel gezegd neerkomt op: we zeggen vaker ‘nee’.
Landen hebben, binnen de kaders van internationale afspraken, het recht om zelf te beslissen wie ze toelaten en hoe ze dat doen. En ja, dat betekent ook dat asielzoekers afgewezen kunnen worden. Maar de nieuwe werkinstructie lijkt, net als de oude, vooral bedoeld om politiek wenselijke antwoorden te produceren. Wat niet wordt geadresseerd is de structureel gebrekkige financiering van de IND. Elk jaar wordt weer vastgesteld dat de dienst minder geld krijgt toegezegd dan hij nodig heeft om zijn wettelijke taak goed uit te kunnen voeren. „Onrealistisch begroten”, noemde de Algemene Rekenkamer dat vorig jaar. Het gevolg daarvan is onrealistisch beleid.
Vrijdag werd een 26-jarige man uit Enkhuizen aangehouden. Hij wordt verdacht van het misbruiken van een minderjarige en van het bezitten van grote hoeveelheden kinderporno. Die zou hij hebben verzameld via contact met honderden kinderen in Nederland, via Snapchat. Daar zou hij zich hebben voorgedaan als meisje en jonge jongens beelden van zichzelf hebben laten maken, die hij vervolgens zou hebben opgeslagen.
1Wat is Snapchat?
Snapchat is een socialemediaplatform met 850 miljoen actieve gebruikers. Een belangrijk verschil met concurrenten als X, TikTok, Facebook en Instagram is dat de foto’s, video’s en berichten, oftewel Snaps, die gebruikers sturen door de ontvanger maximaal tien seconden kunnen worden bekeken. Gebruikers kunnen Snaps zowel privé als in groepschats versturen, maar ook toevoegen aan hun zogeheten Story, waar de inhoud 24 uur zichtbaar blijft voor contacten.
Via een populaire functie, Snap Map, is te zien waar contacten zich fysiek bevinden, op een kaart. Deze functie staat standaard aan en dat vinden kinderen leuk, want zo kunnen ze zien waar hun vrienden uithangen.
2Heeft Snapchat een probleem?
Ja. Bij Helpwanted, de hulplijn die mensen kunnen bellen als online ongewenst materiaal van hen wordt verspreid, stond Snapchat in 2023 op nummer één, op de voet gevolgd door Instagram. De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 bevestigen dat beeld. Het gaat vaak om jongeren die materiaal zien langskomen waarvan ze hoopten dat het privé bleef.
Kinderen zouden zich veiliger kunnen wanen op Snapchat, omdat beelden daar in principe snel verdwijnen. Maar er zijn er allerlei trucs om dat te voorkomen. Je neemt gewoon een screenshot. Of filmt het met een ander apparaat. Degene die een beeld online zet, zou een melding moeten krijgen als een ander een screenshot maakt, maar er zijn apps die ervoor zorgen dat zo’n melding níét verschijnt.
Lees ook
Wie bedreigde de kinderen van de basisschool in Oss die in juni moest sluiten
3Waarom is Snapchat populair onder jonge kinderen?
Onder de sociale media is Snapchat als het ware het instapmodel. Het is gemakkelijk te gebruiken en je kunt je eenvoudig registreren, zonder bijvoorbeeld een mobiel telefoonnummer te hoeven invoeren. Dat maakt het extra aantrekkelijk voor basisschoolleerlingen, die vaak nog geen mobiel hebben, maar wel met hun vrienden willen chatten. Het is hun alternatief voor WhatsApp.
Of je liegt over je leeftijd (‘Ben je ouder dan dertien?’) wordt niet gecontroleerd. Ook dat draagt bij aan de populariteit op basisscholen.
Volgens Snapchat waren er in 2023 vijf miljoen actieve gebruikers in Nederland, die de app zo’n veertig keer per dag openen. Volgens het jaarlijkse socialemediaonderzoek van consultancy Newcom gaat het om ongeveer 3,9 miljoen Nederlanders. De meerderheid van de gebruikers is jonger dan 25.
4En waarom is het populair onder misbruikers?
Wat Snapchat voor kinderen zo eenvoudig maakt, maakt het ook eenvoudig voor mensen die kinderen via het platform willen misbruiken. Ze kunnen zich eenvoudig registeren en gemakkelijk voordoen als iemand anders.
Dat er veel jonge kinderen op zitten, maakt het bovendien zeer aantrekkelijk voor kwaadwillenden. „Als dat is wat je lusten bevredigt, is Snapchat een soort supermarkt waarin je heel gemakkelijk toegang hebt tot je doelgroep,” zegt Harry Hol, werkzaam bij Bureau Jeugd en Media. Via Snapchat heb je bovendien meteen toegang tot vrienden van vrienden,” legt hij uit. „Kwaadwillenden sturen honderden uitnodigingen en als ze er maar eentje geaccepteerd krijgen, hebben ze meteen toegang tot veel meer kinderen.”
Hij heeft vooral een probleem met Snap Map. „Je bent tot op de vierkante meter te vinden op het moment dat je via Snapchat contact met iemand hebt. Zo maak je het wel heel gemakkelijk voor mensen die kwaad in de zin hebben.”
5Wat doet Snapchat om misbruik te voorkomen?
Berichten worden met behulp van detectietechnologie gescand op bloot. Jaarlijks worden miljoenen meldingen van mogelijk misbruik gecontroleerd. In bijna de helft van de gevallen die de medewerkers van Snapchat verwijderen, gaat het om seksuele inhoud. Seksuele uitbuiting van kinderen is een aparte categorie. Dat betreft 4,5 procent van de gevallen.
Ouders kunnen tegenwoordig toezicht houden op het account van hun kind, zonder de berichten in te zien, vertelt een woordvoerder van Snapchat via e-mail. „We hebben het Family Center ontworpen. Dat weerspiegelt de wijze waarop ouders met hun tieners in de echte wereld omgaan, waar ouders weten met wie hun tieners bevriend zijn en wanneer ze samen zijn, maar hun privégesprekken niet afluisteren.”
Over leeftijdsfraude zegt de woordvoerder te hopen dat het probleem van leeftijdsverificatie uiteindelijk in samenwerking met de rest van de sector wordt opgelost.
6Verbieden dan maar, dat Snapchat?
Hol: „Dan komt er wat anders voor in de plaats.” Hij benadrukt dat sociale media voor kinderen ook heel positieve kanten hebben. „Als jij in een streng christelijke omgeving opgroeit en je bent queer, dan is dit een levenslijn.”
Het belangrijkste is dat ouders met hun kinderen praten over de risico’s, omdat die nog te goedgelovig zijn. „Het is heel gek wél te waarschuwen dat je niet met vreemde mensen op straat mee moet gaan die je snoep aanbieden, maar het niet te hebben over de online wereld.” Een tip die hij daarbij altijd geeft: „Maak duidelijk dat ze geen straf krijgen als er iets raars gebeurt, zodat ze zich veilig voelen om te melden. Jij bent niet de dader als je een foto aan iemand geeft die ermee aan de haal gaat.”
Lees ook
Het ‘hoofdpijndossier’ van de porno-industrie: controleren hoe oud je bezoekers zijn
Voedselverspilling is erg. En vleesverspilling is misschien wel het ergst. Vlees is duur, vlees heeft een grote ecologische voetafdruk, en voor vlees zijn dieren gedood. Dieren eten zonder ze te doden, lukt sowieso niet. Maar als je twee drumsticks in de kliko kiepert, is de kip echt helemaal voor niets gestorven, en is het graan dat die kip at ook voor niets geteeld.
Meestal praten we over kilo’s en procenten als het over verspilling gaat. Nederlanders verspillen thuis per persoon zo’n 33 kilo voedsel per jaar, 7 procent daarvan is vlees. Maar hoeveel dieren we weggooien? Geen idee. En misschien leggen we die link ook liever niet. Wie wil er aan het hele varken denken als-ie een half braadworstje weggooit?
De Duitse studente Juliane Klaura wilde voor haar masterscriptie in cijfers vatten wat normaal onzichtbaar blijft: de verloren dierenlevens achter de kilo’s, om zo de link te leggen tussen verspilling en dierenwelzijn. Ze keek naar cijfers van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) over de vleesproductie in 2019 en gebruikte een rekenmethode uit 2011. Conclusie: 77 miljoen ton vlees ging in 2019 verloren of werd verspild. Dat komt overeen met 52 miljoen kilo eetbaar vlees, zonder bot, en dat zouden omgerekend 18 miljard dieren zijn.
Wat in haar paper uit 2023 het meest opvalt: in de rijkere landen, waar de verspilling het grootst is, werd vlees vooral aan het einde van de rit weggegooid: door supermarkten, restaurants en bij mensen thuis. In de armste landen, in sub-Sahara Afrika, is het verlies relatief veel groter door ziekte of sterfte van dieren bij boeren en tijdens transport.
„Kip heeft de grootste impact”, zegt Klaura. Dat klinkt paradoxaal, want kip belast het milieu minder dan varken. Maar Klaura doelt op dierenlevens. Je kunt een verloren kip in de berekening minder zwaar laten wegen dan een voor niets gestorven varken of koe, maar dan is kip nog steeds verreweg het meest verspilde dier.
Grote cijfers blijven plakken. Een derde van al het voedsel wordt verspild, meldde de VN in 2011. Dat cijfer was nogal grof, maar hielp wel om landen in beweging te krijgen. De helft minder verspilling bij consumenten en retailers in 2030, dat werd wereldwijd het doel. Achttien miljard dieren is ook een getal dat je niet snel vergeet. Maar wat zegt het?
Moreel ongemak
„Vlees eten en verspillen gaat samen met een groot moreel ongemak”, zegt Toine Timmermans, een Wageningse onderzoeker die in Nederland Samen tegen Voedselverspilling leidt, een coalitie van bedrijven, organisaties en overheden. En in dat opzicht is het belangrijk dat Klaura dit aansnijdt, zegt hij. Maar als Timmermans naar de laatste VN-cijfers kijkt, krijgt hij een genuanceerder beeld, dat zich moeilijk in aantallen dieren laat vatten. „Het tellen in dierenlevens wekt de suggestie dat er hele dieren worden weggegooid. Dat gebeurt zelden.”
De Food Waste Index van dit voorjaar laat zien hoe lastig het is om uit totaal verschillende data eenduidige cijfers te halen. Veel landen hebben onvolledige data, en overal gelden andere definities van wat ‘eetbaar’ is en wat je wel of niet als verloren of verspild voedsel kunt zien. Wat in het ene land als oneetbaar geldt – denk aan varkensoortjes of kippenklauwen – is in andere landen een delicatesse.
„Het beeld dat consumenten in Afrika geen voedsel verspillen, klopt niet”, zegt Timmermans. Huishoudens in landen met hogere inkomens verspillen per jaar gemiddeld maar zo’n 7 kilo voedsel meer dan huishoudens in landen met lagere inkomens – hoewel over de allerarmste landen geen data is. Het grote verschil zit niet tussen landen, maar tussen steden en platteland. Voedselverspilling is een grootstedelijk probleem.
Het klopt dat kleine boeren in ontwikkelingslanden vaak meer van hun opbrengst verloren zien gaan dan boeren in rijkere landen. En dat in warme landen meer voedsel weggegooid wordt dan in koude, waar het minder snel bederft. Maar in de moderne vleesindustrie, zegt Timmermans, gaat maar heel weinig verloren. Zelfs het laatste restje spiervezel dat van de botten wordt gespoten wordt verwerkt, Nederlandse varkensoortjes gaan naar China. „Slachterijen zijn heel goed in staat om alle onderdelen te verwaarden.”
Waar fabrikanten lange tijd huiverig waren om ‘separatorvlees’ op het etiket te zetten, omdat consumenten geen ‘pink slime’ of ‘spuitvlees’ in hun eten blieven, ziet Timmermans nu een ommekeer. Albert Heijn bijvoorbeeld mengt sinds kort eiwit uit runderbloed door het gehakt, en zet dit prominent op de verpakking. Zo maken ze gehakt met 10 tot 20 procent minder vlees en brengen ze de CO2-belasting omlaag. En het is ook nog goedkoper.
De supermarkten hebben in zes jaar tijd de verspilling in de winkel gehalveerd. Bij verse vis en vlees daalde die naar 1,4 procent. Door beter te voorspellen wat klanten kopen, vlees slimmer af te prijzen, in te vriezen of aan voedselbanken te geven. „Alle makkelijke dingen zijn nu gedaan”, aldus Timmermans.
Voedselzekerheid bereik je niet met meer productie. De winst zit in minder voedsel produceren en dat beter verdelen
De kontjes van vleeswaren
Moeilijker is het om de verspilling en het verlies terug te dringen bij boeren, slachters en vleesverwerkers. Enerzijds omdat het begin van de keten minder georganiseerd is in de strijd tegen verspilling. Maar ook, zegt Timmermans, omdat verspilling van eetbaar vlees in de industrie al minimaal is. „Er is nog wel wat afsnijverlies bij het verpakken – de kontjes van vleeswaren – maar ook daar wordt aan gewerkt.”
Dit jaar komt de vleesindustrie voor het eerst met cijfers. Die zijn summier, maar laten wel zien dat vooral veel rund- en kalfsvlees vernietigd wordt (21 procent). Dat gaat over ‘reststromen’ die volgens de wet niet voor menselijke consumptie gebruikt mogen worden. Vlees dat nu wordt afgekeurd en vernietigd, stelt de industrie, zou met andere regelgeving wél verwerkt kunnen worden, bijvoorbeeld in diervoeder.
Het stoort Timmermans dat consumenten en supermarkten in westerse landen vaak als grote verspillers worden neergezet. De écht ongemakkelijke waarheid, zegt hij, is niet dat mensen te veel verspillen, maar dat er te veel voedsel geproduceerd wordt. „Voedselzekerheid bereik je niet met meer productie. De winst zit in minder voedsel produceren en dat beter verdelen. Om klimaatverandering te beperken, moeten we niet alleen minder verspillen, maar vooral minder dierlijke producten consumeren. Er is nu al genoeg om 12 miljard mensen te voeden.”