Opinie | Binnenhoflezing Pieter Omtzigt: ‘De balans van de burger versus de staat moet hersteld worden’

Bestuurscultuur De balans tussen kiezers en gekozenen, tussen Tweede Kamer en kabinet is verstoord. Des te meer reden, volgens om dit zo snel mogelijk te repareren.
De publieke tribune in het (tijdelijke) parlementsgebouw.
De publieke tribune in het (tijdelijke) parlementsgebouw. Foto Bart Maat / ANP

Op zaterdag ben ik af en toe scheidsrechter in het voetbal. De spelregels van het spel zijn heel duidelijk en zowel de spelers, de trainers als de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters horen ze te kennen en te interpreteren. Als scheidsrechter heb je betrouwbare informatie nodig, uit eigen observatie en van anderen. Heb je die informatie niet, omdat je niet goed kijkt bijvoorbeeld, dan loopt het spel uit de hand. Dat is dus precies zoals bij het werk van een Kamerlid: als die de informatie niet heeft en niet opeist, dan neemt de volksvertegenwoordiging totaal verkeerde besluiten.

Alleen als de informatiebalans op orde is, kan een vertegenwoordigende democratie werken.

Daarom zijn vergaderingen van de Tweede Kamer in principe openbaar en zijn alle stemmingen openbaar, tenzij ze over personen gaan. Daarom heeft de Tweede Kamer een grondwettelijk recht op informatie van de regering: artikel 68 van de Grondwet. Daarom hebben burgers en de pers recht op informatie van de overheid onder de Wet open overheid, zonder dat ze hoeven te vertellen waarvoor het nodig is. Daarom hebben burgers inzagerecht in hun eigen persoonsgegevens bij de overheid en elders, waarop maar zeer beperkt uitzonderingen mogelijk zijn.

En daarom moet de overheid zich aan de archiefwet houden, zodat herleidbaar is wat er gebeurd is. In theorie is de machtsbalans hiermee in evenwicht. Maar hoe gaat dit in de praktijk?

De Nederlandse overheid is op verschillende momenten uit de bocht gevlogen met dataverzameling en met grondrechten. Het gebeurt incidenteel maar dit holt het vertrouwen in de rechtsstaat wel uit. Neem de ‘zwarte lijsten’ bij de Belastingdienst. De fiscus hield in strijd met de privacyregels zwarte lijsten bij waarop fraudesignalen stonden. Dat kon dus gewoon geconstateerde fraude zijn maar ook een signaal, een vermoeden. Dat laatste gebeurde nogal eens in het Toeslagenschandaal, waarbij de Belastingdienst een of meerdere jaren ontvangen toeslagen terugvorderde van ouders en zoals we weten vaak ten onrechte. Een van de gevolgen was dat als je op de lijst stond, je niet in aanmerking kwam voor minnelijke schuldsanering. De Belastingdienst eist alles op met desastreuze gevolgen, zoals huisuitzettingen, van dien.

Het gebruik van de zwarte lijsten leidde ertoe dat mensen als schuldigen werden aangemerkt en daar ook de gevolgen van ondervonden, zonder dat er een rechter aan te pas was gekomen. Ze kunnen zich niet eens verweren omdat ze niet weten wie over welke informatie over hen beschikt. Veel van de onrechtmatige registraties en de gevolgen blijven tot op de dag van vandaag in stand.

Enkelbandje voor 17,5 miljoen Nederlanders

Dataverzameling en inbreuk op grondrechten zonder toezicht kwamen ook voor in de coronaperiode. De overheid greep diep in op de grondrechten: een avondklok is eigenlijk een enkelbandje voor 17,5 miljoen Nederlanders. Een lockdown en gedwongen winkelsluiting brengt enorme schade toe aan kleine ondernemers, waarvoor niet iedereen gecompenseerd werd.

Langzaam maar zeker wordt steeds zichtbaarder dat en hoe die kleine ondernemers in de schulden zijn geraakt. Was het noodzakelijk en proportioneel dat hen schade werd toegebracht om de pandemie te bestrijden? Dit deed de overheid om een pandemie met ongekende oversterfte van soms wel 2.000 mensen per week tijdens het voorjaar van 2020 en veelal in verpleeghuizen, in te dammen. De Kamer heeft unaniem besloten een enquête te houden naar het beleid in coronatijd, maar grotere partijen – VVD, D66 en CDA – weigeren mensen te benoemen die hem moeten uitvoeren.

Een controlestaat vertrouwt de eigen burgers en hun inherente motivatie en drijfveren niet. Maar burgers zijn niet het eigendom van de staat

We letten niet op, terwijl onze democratieën langzaam wegglijden en verkeerd gebruik van data ongekende mogelijkheden heeft. Deze ontwikkelingen vereisen veel en veel meer waakzaamheid, want ongewild leggen we zeer kwetsbare infrastructuren aan van data en zijn we ongelooflijk laks met de bescherming van onze eigen burgerrechten.

We hebben gezichtsherkenning met camera’s, nummerbordherkenning, opslag van passagiersgegevens, wifitracking en weten dus vaak wanneer iemand waar is. Koppel daaraan belastinggegevens, het elektronische patiëntendossier en meer en je hebt een controlestaat voor je het weet.

China heeft zo’n staat, waarin burgers gecontroleerd worden. Er is een sociaalkredietsysteem waarbij je meer vrijheden hebt als je het gewenste gedrag vertoont. Voor de mensen die zich afvroegen: waarom heeft Nieuw Sociaal Contract het over een mensbeeld? Een controlestaat vertrouwt de eigen burgers en hun inherente motivatie en drijfveren niet. Maar burgers zijn niet het eigendom van de staat.

Een controlestaat is gestoeld op een totaal afwijkend mensbeeld. Het menselijk gedrag verandert vergaand als iemand constant gecontroleerd wordt. Bescherming van grondrechten en nadenken over een mensbeeld zijn juist nodig om die controlestaat te voorkomen.

Herstel gezag

Voormalig Kamerleden die zeggen dat een Kamerlid geen verantwoordelijkheid draagt, hebben niets begrepen van de essentie van het Kamerlidmaatschap. Een Kamerlid draagt een belangrijke verantwoordelijkheid in een democratie, als volksvertegenwoordiger, als controleur van de regering. Het Kamerlidmaatschap is geen junior positie op de weg naar het kabinet of een burgemeesterspost. Als het dat wordt, dan ontbeert het de Tweede Kamer aan gezag en invloed om haar taak als vertegenwoordiger van bijna 18 miljoen Nederlanders waar te maken. Dan verzaakt de Kamer de uitgaven te controleren, want alleen lastige Kamerleden controleren. Het gevolg is dat vrijheden niet voldoende beschermd worden.

De Kamer moet niet langer accepteren dat er meer informatie over Kamerleden dan van de regering naar buiten komt

Een eerste en belangrijke taak die ik nu zie om het gezag en invloed van de Kamer te verbeteren is het herstel van de informatie- en machtsbalans tussen parlement en kabinet. Een paar onmiddellijke stappen zijn wel duidelijk.

Natuurlijk moet de Kamer niet langer accepteren dat er meer informatie over Kamerleden (er zijn meer sms’jes van mij bij Wob/Woo-verzoeken gepubliceerd dan van bijna alle ministers), dan van de regering naar buiten komt.

Ik geef een paar voorbeelden van belangrijke taken de komende maanden. Zo moet de rijksbegroting serieus genomen worden: dit jaar lijkt de behandeling daarvan nog verder weg te zakken in de prioriteiten. Sterker nog: gaat de oude of de nieuwe Kamer het nog serieus doen? Dit is een kerntaak van de Kamer, die dit jaar ernstig in het geding komt. De nieuwe Kamer treedt op 6 december aan. Dan kunnen zaken als toeslagen niet meer veranderd worden, dus moet de oude Kamer echt de koopkrachtwetten doen. De Kamer moet dus de begrotingen van de ministeries als SZW, Volkshuisvesting en VWS voor de verkiezingen behandelen. Want die gaan over koopkracht, over bestaanszekerheid. Als de nieuwe Kamer die in januari behandelt, kan er geen cent meer veranderd worden aan bijvoorbeeld hoogtes van uitkeringen. Dat moeten we juist voorkomen.

Grondwettelijk hof

Aandacht verdient verder het voorstel van de regering om twaalf belastingwetten gezamenlijk te behandelen dit jaar, een absoluut record. Een van die wetten gaat over rechtsherstel voor gedupeerden van die zwarte lijsten. Dat betekent dat veel partijen minder dan een minuut zullen praten over onrecht dat 250.000 mensen is aangedaan, want in hetzelfde debat moeten ze ook nog spreken over elf andere wetten, waaronder het Belastingplan. De Kamer moet dit niet pikken en moet de ruimte nemen om niet alleen over compensatie te spreken, maar ook over het oplossen van de ernstige problemen waarin mensen op de zwarte lijsten verzeild zijn geraakt.

Lees ook: Het CDA-denken is springlevend, in de partijen van Omtzigt en Van der Plas

Nog een prioriteit: er moet een corona-enquête komen. Wat je ook van de maatregelen vindt, de beperkingen waren ongekend en de uitgaven ook. Nu de hoofdrolspelers van het politieke toneel verdwijnen, kan dat wellicht ook met minder politiek spektakel en meer inhoud.

Verder moet zo snel mogelijk geregeld worden dat grondrechten afdwingbaar zijn. De grondwettelijke toetsing die door Rutte IV werd voorgesteld was een goede stap. Toch denk ik dat we een stap verder moeten gaan en een grondwettelijk hof kunnen installeren, zoals in de meeste landen bestaat. Het lijkt me niet verstandig dat elke rechter dat kan doen, omdat grondrechten tegen elkaar afwegen echt specialistische kennis vergt.

In verlengde hiervan: de rechtsstaat moet bescherming bieden. Dat heeft hij niet gedaan en doet hij nog steeds niet. Dat betekent bijvoorbeeld dat de Algemene Wet bestuursrecht beter bescherming moet bieden en dat ook mensen met een laag inkomen effectievere toegang moeten krijgen tot het recht.

Al met al ben ik een stuk optimistischer dan ik in lange tijd geweest ben

Bovendien kan de Tweede Kamer zelf een grondrechtencommissie instellen, die iets fundamenteler wetten beoordeelt op mensenrechten en grondrechten. Ik zal daartoe een voorstel indienen. Want de eerste die op grondrechten moet toetsen is de Kamer en niet de rechter.

Al met al ben ik een stuk optimistischer dan ik in lange tijd geweest ben. Juist op een moment dat veel verschuift, met nieuwe politieke leiders, een nieuw politiek landschap, juist op zo’n moment zijn er grote kansen voor een nieuwe Kamer om de eigen rol weer op te pakken, voordat de coalitiekamerleden onder het juk gebonden worden. Het huidige politieke klimaat ervaar ik als zeer verfrissend.

Als de informatie voor Kamerleden op orde is, over de begroting, over de besluiten over corona, over het handelen van de regering en wanneer het regeerakkoord wel richting geeft maar niet verstikkend is voor Kamerleden, dan zal het ook veel gemakkelijker zijn om gewoon in het debat de juiste besluiten te nemen. De Kamer wint dan aan gezag.