Een grap die pijn deed: tijdens de uitreiking van de Golden Globes begin deze maand deed stand-up comedian Nikki Glaser voor een zaal vol Hollywood-sterren alsof ze vreselijk onder de indruk van het gezelschap was. „Jullie zijn allemaal zó beroemd, zó talentvol, zó machtig. Ik bedoel, jullie krijgen alles voor elkaar. Behalve het land opdragen op wie ze moeten stemmen.”
Meteen daarna: „Nou ja, volgende keer beter. Als er een volgende keer is.”
Geen wonder dat de lach die volgde wat schaapachtig klonk. De klap is nog lang niet verwerkt. Het leek ook zo gemakkelijk: in de aanloop van de Amerikaanse presidentsverkiezingen was de inzet immers de democratie zélf geweest. De Amerikaanse celebrities hadden, zo leek het, nog nooit zo het gelijk aan hun kant gehad. Je kon nog zo rechts en conservatief zijn, je kon nog zo’n hekel hebben aan het vastgelopen politieke establishment, maar je moest wel blind als een mol zijn om te denken dat je land – en de wereld – met Donald Trump in goede handen was. Maar de massaal gedeelde spot over zijn krankjorume uitspraken („they are eating the dogs!”), het schandaal van zijn chronisch criminele gedrag, de rode vlaggen met betrekking tot zijn antidemocratische agenda – het heeft allemaal niets uitgehaald. Zelfs Taylor Swift maakte het verschil niet.
Daarna volgde het vingerwijzen. Heel veel mensen wisten ineens waarom de Democraten gefaald hadden. Ze hadden het economisch verhaal laten liggen, ze zaten te veel op diversiteit, woke! woke! woke! En Kamala Harris was altijd een zwakke kandidaat geweest.
Voorspelbaar: het was de Amerikaanse versie van de reflexen in ons land op de onverwacht grote winst van Wilders’ PVV, in november 2023. Dat leidde tot een stroom opiniestukken die de progressieve politiek weer op koers zouden moeten brengen. Onder mijn journalistieke vrienden worden dat de ‘Links moet…’- stukken genoemd. Links moet naar Denemarken kijken, Links moet samenwerken, Links moet afstand nemen van woke, Links moet weer écht linkse politiek gaan bedrijven. Je kunt er inmiddels een Amsterdamse gracht mee vullen.
De toon van die stukken is vaak wat gepikeerd – had nou toch naar mij geluisterd. Vooralsnog hebben ze op links geen enkel hoopvol effect, of het moet de breed uitgemeten gastric bypass van Frans Timmermans zijn.
In de Verenigde Staten is het na de spectaculaire comeback van Trump niet anders. In The New York Times deed de geziene politiek adviseur van de Democratische partij James Carville (80) heel even of hij het boetekleed aantrok („I was wrong about the 2024 election”) om vervolgens een paar duizend woorden lang van leer te trekken tegen zijn eigen partij. Het was de economie! De Amerikanen zijn enkel bezorgd om hun portemonnee en daarom hebben ze op Trump gestemd, ze zeggen het zelf. Trumps wangedrag, zijn antidemocratische dreigementen, het kan de kiezer niets schelen, bestaanszekerheid wel. Focus daarop – anders is het voorbij.
Zulke betogen maken op mij vooral een machteloze indruk. Iedereen berijdt zijn eigen stokpaardje. Natuurlijk moet Links iets. Maar al die haastige aanzeggingen lijken mij eerder bezweringen.
Ernstiger is het dat ze uitgaan van een misvatting. Vrijwel altijd wordt in zulke betogen voorgesteld alsof de kiezer op Trump – of Wilders of welke radicaal-populist dan ook – stemt ondanks Trump en Wilders. De kiezer voelt zich ongezien, gekrenkt of vernederd en zoekt een politieke vluchtheuvel. Je kunt dat een afgehaakte niet kwalijk nemen. Zaak is om hem weer een wenkend perspectief te bieden, dan komt hij vanzelf wel weer terug. Het progressieve wereldbeeld en de liberale democratie zijn immers de default mode. Ooit zal men de weg naar het oude normaal weer terugvinden. Als de progressieve politiek nu maar eens dít zou doen, en vooral dát, dan komt het vanzelf weer goed.
Brave duiders
De vraag is – het is echt een vraag – of dat zo is. Het kan ook gewoon zo zijn dat de belofte van Trump en radicaal-rechts gewoon populairder is dan welke progressieve boodschap dan ook. Toen ik bijna tien jaar geleden een rally van Trump bijwoonde tijdens de voorverkiezingen in New Hampshire, was zijn boodschap even onwerkelijk als aantrekkelijk: een complexe, geglobaliseerde wereld weer behapbaar maken, en het individu weer zeggenschap geven in een wereld waarin hij niks meer te vertellen lijkt te hebben. Die boodschap is niet veranderd, alleen verhard. Er is de belofte van ongeremde dominantie bijgekomen. En van wraak.
Mij lijkt het bevoogdend om het zo voor te stellen alsof de kiezers om andere redenen op hun politieke helden stemmen dan vanwege wat die hun voorspiegelen. Omdat de brave duiders zelf moeite hebben om Trump – of hier Wilders – onweerstaanbaar te vinden, moet een stem op hen wel een wanhoopskreet zijn.
Maar wat als de uitstraling en ideologie van Trump, Wilders en de hunnen nu domweg aantrekkelijker worden gevonden, wat als de agressieve brutaliteit van Elon Musk, Peter Thiel, Andrew Tate, Victor Orbán, Joe Rogan domweg meer magnetische aantrekkingskracht heeft dan die van Michelle Obama, Jon Stewart, Taylor Swift en Arjen Lubach?
Daar ging die grap van Nikki Glaser over: de progressieve elite lijkt voorlopig uitgespeeld. Dat besef dringt nu ook in ons land door. Geschrokken door de comeback van zowel Wilders als Trump leest men nu naarstig Opstand van Marijn Kruk, waarin hij in pregnante reportages laat zien hoe wijdverbreid en volhardend de radicaal-rechtse revolte in heel Europa is. Die beweging is al decennia aan de gang, maar tot dusver werd er vanuit het politieke establishment meewarig naar gekeken: wie zijn die mensen? En altijd was er wel ergens een fascistoïde figuur die een partij werd uitgezet of een beweging die jammerlijk aan zichzelf ten onder ging, dus leek het kwaad voorlopig weer bezworen.
Het is een beetje als met seksuele voorkeur: als je er zelf niet op valt, is het moeilijk navoelbaar wanneer je er andere mensen kwijlend achteraan ziet rennen.
Oude regime
Je kunt je afvragen of het kwartje nu echt gevallen is. Zo’n beetje op hetzelfde moment dat James Carville zijn sleetse donderpreek tegen de Democraten afstak, schreef Peter Thiel, tech-baas, zelfbenoemd ‘conservatieve libertariër’ en leermeester van de aanstaande Amerikaanse vicepresident J.D. Vance, een bijzonder duister stuk in de Financial Times. Het stond vol messianistische aanzeggingen, die stuk voor stuk terugvoerden op Donald Trump in de rol van Verlosser.
Ik probeer het samen te vatten. De terugkeer van Trump naar het Witte Huis aanstaande maandag kondigt „de apokálypsis van de geheimen van het ancien regime” aan. Met apokálypsis – Thiel geldt als een intellectueel – wordt niet de Bijbelse Apocalyps bedoeld, maar de oorspronkelijke Griekse betekenis, de definitieve ontmaskering van het huidige politieke en culturele establishment. De oude orde, aldus Thiel, voerde een oorlog tegen het internet – „en het internet heeft gewonnen”.
Met die oude orde bedoelt hij zo ongeveer alle gevestigde instituten van de liberale democratie, „de media-organisaties, bureaucratieën, universiteiten en van overheidswege ondersteunde ngo’s, die traditioneel het publieke debat afbakenden”. Volgens Thiel braken de dijken in 2019, toen peilingen aangaven dat bijna de helft van de Amerikanen weigerde te geloven dat Jeffrey Epstein zelfmoord in zijn cel zou hebben gepleegd. Dat was een teken, schrijft Thiel, dat het heersende meningenregime de greep op het narratief volledig was kwijtgeraakt.
De toon is gezet: het oude regime hing van bedrog en weggemoffelde schandalen aan elkaar (Dr. Fauci!), nu komt eindelijk de bevrijding. Identiteitspolitiek is eindeloos bezig het verleden kritisch tegen het licht de houden. De nieuwe orde stelt orde op zaken in het heden.
Allemaal dankzij Donald Trump dus. Aan het einde van zijn stuk probeert Thiel er een positieve draai aan te geven: het wegvagen van de leugenachtige oude orde maakt de weg vrij voor verzoening en vergiffenis.
Haha.
Het is een warrig stuk, maar alles zit erin. Lees het goed en je ziet waar je mee te maken hebt. De strijd die door Trump gewonnen is, was geen strijd tussen links en rechts, maar een revolutionaire strijd tegen een ancien régime, dat nu ten val gekomen is. Van Thiel hoeft de guillotine niet uit de kelder gehaald te worden, maar de vraag is of Trump en zijn aanhang (denk aan 6 januari 2021) daar net zo over denken. Meestal wordt er na een revolte op nietsontziende wijze afgerekend met de ‘oude’ machthebbers. Voor de maffiose Trump is wraak zo’n beetje zijn raison d’être.
De gewone man herovert zeggenschap op het verrotte establishment
Economie en bestaanszekerheid komen in het stuk van Thiel (geschat eigen vermogen 13,9 miljard dollar) helemaal niet voor. Het gaat om een existentiële strijd, een strijd tussen licht en duisternis, waarbij de gewone man zeggenschap herovert op het verrotte establishment, met hulp van de nieuwe Big Tech-heersers. Je kunt dat kletskoek vinden. Geen Amerikaanse president die zoveel leugens heeft verspreid als Donald Trump; juist door de deregulering van kennisautoriteiten is er nog nooit zoveel onzin over de wereld verspreid, met zoveel negatieve effecten. Maar dat is het punt hier niet.
Want als narratief is het voor veel mensen onweerstaanbaar. Mark Zuckerberg van Meta was er dan ook als de kippen bij het te omarmen. Pogingen tot regulering van misinformatie, verdachtmakingen en complottheorieën zijn na zijn bekering tot Trump ineens een funeste beperking van de vrijheid van meningsuiting, van vrijheid tout court.
Thiel noemt het niet in zijn stuk, waarschijnlijk omdat hij homoseksueel is, maar de heerschappij van Trump betekent ook het einde van de meeste pogingen om bedrijven en instituten, en de samenleving als geheel, meer inclusief te maken. Ook dat is immers iets dat de vrije burger van bovenop wordt ‘opgedrongen’. Talloze grote bedrijven hebben al toegezegd hun programma’s voor minderheden te schrappen.
Het echte doelwit, dat wat de Trump-adept echt in de weg zit, is natuurlijk de liberale democratie. Met de vermaledijde elite die jou opdraagt wat je moet vinden (en moet stemmen) is het ook de rechtsstaat zelf die als instrument van onderdrukking wordt gezien – daarom wordt er eindeloos ingebeukt op journalisten, media, rechters en ambtenaren, die zichzelf als hoeders van de rechtsstaat zien. Vrijwel alle benoemingen van Trump zijn mannen en vrouwen die de departementen en organisaties die ze gaan leiden, rücksichtslos naar hun hand gaan zetten.
Weerbaarheid
Je kunt lachen om Trumps aanspraak op Groenland, je kunt genoegen scheppen in de rechter die weigerde Trumps veroordeling te schrappen, zodat hij de eerste president is met een strafblad. Je kunt instemmend knikken wanneer de vrouw van Mike Pence weigert om Trump een hand te geven bij de afscheidsdienst van Jimmy Carter. Je kunt je alvast vrolijk maken over de incompetentie van veel van zijn nieuwe bewindslieden – net als in Nederland heeft het radicaal-populisme de technocraten van de middenpartijen vervangen door amateuristische brekebenen. Het Faber-effect, zeg maar.
Maar ook dat zijn bezweringen. Floor Rusman had vorige week een interessante column in NRC over de twee ogenschijnlijk radicaal verschillende menssoorten waarmee zij in haar dagelijkse leven wordt geconfronteerd, die zij „kooivechters” en „snowflakes” noemt. Terwijl radicaal-rechts uit is op dominantie en intimidatie, zijn de progressieve generatiegenoten van Rusman bezig met persoonlijke groei en het aangeven van hun ‘grenzen’. Rusman: „Een manager werd gevraagd om voortaan emoji’s te gebruiken in de groepsapp, omdat haar berichten anders agressief overkwamen. De organisator van een bedrijfsuitje kreeg het verzoek om onveilige situaties tijdens het uitje te laten monitoren door een soort sfeerbeheerder.”
Volgens Rusman hebben kooivechters en snowflakes meer gemeen dan het lijkt: „Geen van beide accepteert nog algemene, door anderen bepaalde grenzen.”
Goed gezien. In beide gevallen gaat het om een vorm van narcisme, waarbij het primaat van het ‘ik’ allesbepalend is. Alleen vergeet Rusman te vermelden dat er nu geen sprake meer is van een gelijk speelveld. Het zijn de ‘kooivechters’ die vrijwel overal aan de winnende hand zijn. De obsessie met persoonlijke veiligheid in de progressieve bubbel die Rusman beschrijft, kan je gemakkelijk verhinderen te zien hoe onveilig de wereld buiten je o-zo-particuliere belevingswereld inmiddels is geworden. Veiligheid is, sorry, een gepasseerd station. Vanaf nu gaat het om weerbaarheid.