Opinie | Besnorde dictator keert terug in de openbare ruimte

Moskou is weer een monument rijker, maar niet een waar iedereen gelukkig van wordt. Vorige week werd op het metrostation Taganka, gelegen aan de Moskouse ringlijn, een beeld onthuld ter ere van de beruchte Sovjet-dictator Jozef Stalin. Het enorme witstenen reliëf betreft een replica van het beeld ‘Dankbaarheid van het volk aan de Leider-Commandant’, dat in de jaren vijftig op dezelfde plek stond. In het midden van de compositie staat de figuur van Stalin, omringd door dankbare mannen en vrouwen met bloemen. Boven zijn hoofd prijkt een afbeelding van Lenin.

Volgens een verklaring van het Moskouse metrobedrijf is het monument een cadeau aan de inwoners van de stad, ter ere van het negentigjarig bestaan van de metro. Tijdens de destaliniseringscampagne vanaf de jaren zestig werden Stalin-afbeeldingen juist uit de openbare ruimte verwijderd. Maar de tachtigste herdenking van de Tweede Wereldoorlog, deze maand, leek de autoriteiten een goed moment om Stalin terug op zijn plek te zetten.

Moskovieten trokken afgelopen dagen massaal de metro in om het beeld te fotograferen. Voorstanders zeiden blij te zijn met het standbeeld en roemden Stalin tegenover journalisten als een „groot leider”, die „veel voor Rusland” heeft gedaan. „Geweldig, laten mensen zich maar herinneren wie hij was en waar hij voor stond”, zei een Moskoviet in een reportage van het kritische nieuwskanaal Sota. Op de vraag of hij het een goed idee zou vinden als ergens in de metro ook een beeld van een van de miljoenen slachtoffers van het Stalin-regime zou worden geplaatst, reageerde de man gepikeerd. „Flikker op. Lees de geschiedenis!” Anderen haalden hun schouders op, of zijn allang blij dat er ‘iets moois’ is verschenen.

Maar het ongevraagde cadeau valt lang niet bij iedereen in goede aarde. Al de volgende dag hadden boze activisten A4’tjes met citaten en foto’s van president Vladimir Poetin en oud-president Dmitri Medvedev aan het monument opgehangen. In vroeger jaren herinnerde Poetin in toespraken nog weleens aan de massale repressie tegen de burgerbevolking onder Stalins regime. „Is het ministerie van Transport het eens met Vladimir Poetin?”, luidde het onderschrift van de activisten.

Jarenlang gold de bloedige erfenis van de in 1953 gestorven Stalin als een explosief onderwerp, waar politici hun vingers liever niet aan brandden. Maar sinds de invasie van Oekraïne wordt de strijd tegen nazi-Duitsland in de propaganda op één lijn gesteld met de oorlog tegen het Oekraïense „nazi-regime”. In bepaalde kringen is Stalin weer helemaal bon-ton en zijn beeltenis verschijnt weer vaker in het straatbeeld. Eind april tekende Poetin bovendien een decreet, waarmee hij de luchthaven van Wolgograd omdoopte tot ‘Stalingrad International Airport’.

‘Prutswerk’

Tegen de stroom in was er afgelopen week ook vanuit de Russische kunstwereld felle kritiek op het beeld. „Prutswerk” en „clickbait”, zo luidde het oordeel van Jelizaveta Lichatsjova, voormalig directeur van het beroemde Moskouse Poesjkin-museum. „Dit is plastic rotzooi, gemaakt met een 3D-printer. Het is lomp beschilderd, zodat het lijkt op geglazuurd porselein. Dit is geen kunst. Dit is een pr-stunt. Een primitieve poging om de ‘patriottische hype’ mee te pakken”, schreef Lichatsjova op Facebook.

Zij kreeg bijval van kunstkenners en historici, onder wie Jan Ratsjinski van de in Rusland in 2023 door Poetin verboden organisatie Memorial, die de herinnering aan de Stalin-repressie levend houdt. „De werkelijke doelen van deze ‘metrostalinisten’ kon niet beter in woorden worden gevat”, schreef hij. Toch lijkt het niet waarschijnlijk dat er nog veel protest zal klinken. Twee activisten van de protestactie zijn inmiddels aangehouden. Hun wacht een boete.