Opinie | Belast overwaarde op huizen, niet de erfenis

Erfbelasting is weer helemaal terug in het debat. Gehaat door velen, maar meestal met verkeerde argumenten.

De casus voor een verhoging van erfbelasting is juist helder; Sander Schimmelpenninck hield er al een vurig pleidooi voor, gevolgd door Arjen Lubach. De vermogensongelijkheid is groot in Nederland, en de gevolgen zijn vele generaties merkbaar. Het maakt nogal wat uit of je een studieschuld en een huurhuis hebt of niet. Mensen zijn bevoorrecht niet om wat ze zelf hebben bereikt, maar wat vorige generaties door hard werken, geluk of wijsheid hebben bereikt.

Het verminderen van vermogensongelijkheid is niet alleen een kwestie van een rechtvaardigere verdeling. Een grote vermogensongelijkheid leidt tot economische en democratische schade. De schade varieert van het onderdrukken van ondernemerschap (waar kapitaal voor nodig is), verminderde veerkracht van de economie voor schokken tot politieke instabiliteit en wangedrag van miljardairs. Men hoeft de gedragingen van Elon Musk of Mark Zuckerberg maar te bekijken om zich te realiseren dat het hebben van te veel geld ook zo zijn nadelen heeft.

Dubieus

Het goede aan de pleidooien van Schimmelpenninck en Lubach is dat ze bekende tegenargumenten ontkrachten. Zo wordt vaak gezegd dat een erfbelasting een dubbele belasting is, en een straf op sparen. Beide argumenten zijn dubieus. Zo wordt de belasting immers niet door dezelfde persoon betaald, maar (in het geval van erfbelasting) door iemand die zomaar iets krijgt toegeworpen, in casu de erfgenaam.

De ‘straf op sparen’ – is erfbelasting wel eerlijk als erfgenamen van mensen die noest hebben gespaard geld moeten afstaan aan de fiscus? – is interessanter. Je kunt elke belasting bekritiseren met dit argument. Bedrijven die meer winst maken moeten meer belasting betalen. Veelverdieners betalen meer dan mensen met een bescheiden inkomen. No big deal.

Met erfbelasting is nog iets meer aan de hand. Anders dan met inkomstenbelasting of vermogensbelasting is erfbelasting kinderlijk eenvoudig te omzeilen, zelfs zonder een ‘jubelton’. Als mensen met vermogen weten dat ze een stevige belasting moeten betalen, zorgen ze dat hun vermogen geleidelijk wordt overgedragen tijdens hun leven. Dat maakt een verhoging van erfbelasting op voorhand weinig effectief. Reken er maar op dat alle geitenpaadjes bewandeld zullen worden.

Niet hun best gedaan

Gelukkig is er een goed alternatief. Veel vermogen is verkregen door de stijging van de huizenprijzen. Anders dan bij de ‘straf op sparen’ kun je niet in redelijkheid beweren dat mensen hun best hebben gedaan voor die prijsstijging of daar recht op hebben. Het is hen gewoon overkomen.

De omvang van deze vermogenswinst op woningen is enorm. De gemiddelde verkoopprijs van een huis is de afgelopen 27 jaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met gemiddeld 6 procent per jaar gestegen. Er is in Nederland vrijwel geen huiseigenaar te vinden die, over een heel leven gemeten, niet van deze stijgingen profiteert.

Uit praktische en ethische overwegingen is het meest logische moment om de vermogenswinst te belasten wanneer het kapitaal liquide wordt, dus bij de verkoop van de woning. Het alternatief, een jaarlijkse belasting, benadeelt mensen die dergelijke liquide middelen niet hebben.

In 2020, nog voor de coronacrisis, steeg de totale waarde volgens het CBS van de verkochte huizen van 67,3 miljard euro naar 78,8 miljard euro. Belast je vervolgens bijvoorbeeld tien procent van de waardestijging, dan haal je al 1,15 miljard euro op. Huiseigenaren mogen in dit plan nog steeds negentig procent van deze onverdiende waardestijging behouden. Ook huiseigenaren die geld hebben gestoken in bijvoorbeeld een verbouwing, worden zo niet benadeeld.

Gelijkheid tussen generaties

Het extra voordeel van deze belasting is dat het ook de oneerlijke verdeling tussen generaties aanpakt. In het licht van de vergrijzing wil je juist de belasting op arbeid verlagen en op vermogen verhogen. Een belasting op overwinst op de huizenmarkt slaat twee vliegen in één klap, en kan niet omzeild worden.

Pleidooien voor een stijging van erfbelasting klinken sympathiek, maar gaan niet werken. Dat ligt niet alleen aan de maatschappelijke weerstand, maar ook aan praktische uitvoerbaarheid. De doelen van zo’n verhoging kunnen veel beter worden gerealiseerd door een belasting op overwinst op de huizenmarkt. Dat is prima uitvoerbaar, en een stuk rechtvaardiger.