Opinie | Begrijpelijk, dat voorstel om koranverbrandingen te verbieden. Maar geen goed idee

Ergens valt de lobby van de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch voor een verbod op het openbaar vernielen en verbranden van heilige geschriften en symbolen best goed te begrijpen. De openbare vernielingen en verbrandingen van korans door voorman Edwin Wagensveld van Pegida zijn kwalijke vertoningen van intolerantie. Die verdienen afkeuring en tegenspraak. Zeker in een klimaat waarin discriminatie aan de orde van de dag is en polarisatie de samenleving splijt.

Olifant in de kamer is natuurlijk de antiliberale anti-islampartij die zich bevindt in het hart van de formatie, en waarvan enkele roergangers hun anti-islam-initiatiefwetsvoorstellen hebben moeten intrekken onder druk van de andere onderhandelingspartijen. Een voorstel om de Koran te verbieden was daar één van. Het tegengeluid van Marcouch komt in zoverre geen seconde te vroeg.

Toch is een algemeen verbod niet de manier. Kernvrijheden van de democratische rechtsstaat staan daarvoor in de weg. Met name de vrijheid van meningsuiting en de betogingsvrijheid. Deze vrijheden zijn weliswaar niet absoluut, maar moeten wel ruim worden uitgelegd. Vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is dat meningen en manifestaties er juist ook zijn voor uitingen die ‘grieven, verstoren en verontrusten’. Daarentegen moeten de beperkingsmogelijkheden juist beperkt worden uitgelegd.

Verbranding van heilige boeken is religiekritiek, en dat kan en mag in een vrije en open samenleving

Dit verschil in interpretatieruimte is inherent aan de systematiek en ratio van grondrechten: vrijheid staat voorop. Dit betekent grote behoedzaamheid voor een al te enthousiaste bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, laat staan voor de aanname dat sprake zou zijn van misbruik van recht. Dat laatste is slechts hoogst uitzonderlijk het geval, zoals bij virulente vormen van hate speech waarbij mensen snoeihard hun waardigheid wordt ontkend vanwege hun geloof, geslacht, enzovoorts.

Verbranding van heilige boeken is echter religiekritiek. Dat kan en mag in een vrije en open samenleving, die weerbaarheid, tegenspraak en tolerantie vergt van hen die zulke kritiek begrijpelijkerwijs aan het hart gaat. Eerdere tegendemonstraties in Den Haag en de uitdeling van korans in Arnhem tonen dat dit kan. Dit is ook de weg die de vorige en de huidige Speciaal Rapporteurs voor religievrijheid van de VN, respectievelijk Ahmed Shaheed en Nazila Ghanea, voorstaan bij het omgaan met religiekritiek.

Verder zal een verbod de burgemeester niet eens echt helpen. Het vermoeden dat er een strafbaar feit gepleegd gaat worden, kan namelijk geen reden zijn om een demonstratie tegen te houden, gelet op het censuurverbod.

Groepsbelediging

Tegelijkertijd staan de burgemeester en de politie nu ook niet helemaal met lege handen. Vaak zal een koranverbranding (deels) overlappen met bestaande strafbare gedragingen. Eind vorig jaar is Wagensveld vanwege zijn uitlatingen bij het verscheuren van een koran aangehouden en veroordeeld voor groepsbelediging. In dat kader speelde de verscheuring een relevante rol in de context van zijn uitingen.

Daarnaast kunnen beperkingen of voorschriften worden gesteld aan het demonstratierecht, mits die geen betrekking hebben op de inhoud en slechts ter voorkoming dienen van wanordelijkheden. Zo vond de rechter het in 2018 toelaatbaar dat de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen voor het openbaar roosteren van een varken aan het einde van de ramadan een andere locatie had aangewezen dan pal voor een moskee.

Een verbod zoals burgemeester Marcouch van Arnhem dat op 24 maart afkondigde, vanwege kennelijk zeer concrete aanwijzingen van wanordelijkheden en bedreigingen aan het adres van Wagensveld, is denkbaar als er sprake is van bestuurlijke overmacht, bijvoorbeeld als er onvoldoende politie op de been kan worden gebracht.

Kortom, religieuze minderheden verdienen steun en bescherming, zeker in een geseculariseerde samenleving. Maar de democratische rechtsstaat dient niet als altaar om vrijheidsrechten op te offeren. Als de verbodslobby vooral bedoeld is als publieke afwijzing van discriminatie, haat en intolerantie, lijkt de lobby mij zeker geslaagd. Laat die in zoverre ook een voorbeeld zijn voor anderen om zich uit te spreken, evengoed als nu terecht gebeurt bij het zorgelijk om zich heen grijpende antisemitisme.


Lees ook
Burgemeester Ahmed Marcouch wil dat koranverbrandingen verboden worden: ‘Het is een provocatie’



Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’