Opinie | Autonormativiteit

Terwijl niemand in de buurt is, praat ik soms hardop tegen mijn radio of televisie. „Neehee”, „wat?!”, „Jezus”, „dit ga je niet menen.” Het gebeurde me de afgelopen twee woensdagen.

Deze week zat Reinder Rustema bij radioprogramma Dit is de Dag. Hij is medeoprichter van Ik ben Autovrij, een belangenvereniging voor mensen zonder auto. Dat is geen gek idee, want een kwart van de Nederlandse huishoudens bezit geen auto. Volgens Rustema wordt die groep te vaak genegeerd bij allerlei beleidskeuzes. Er is nog wel wat werk aan de winkel, want de ANWB heeft vijf miljoen leden en hij 47.

Autonormativiteit, zoals Rustema het noemt, is een interessant onderwerp omdat het vragen oproept over iets wat vanzelfsprekend voelt. Jesse Frederik rekende namens De Correspondent eens voor dat parkeren in Nederland schandalig goedkoop is: „Ik wil al een tijdje een moestuintje aan de Herengracht. […] En ik ben best bereid daarvoor te betalen: 44 euro per maand lijkt me redelijk.” Dat is de prijs van een parkeervergunning op die plek en dus vervolgt Frederik: „In Nederland is het een godgegeven recht om een stilstaand stuk metaal voor bijna niks op de kostbaarste vierkante meters van ’s lands publieke ruimte te deponeren.”

De auto wordt steeds dominanter en dat gaat ten koste van leefbaarheid, veiligheid en milieu. Daar komt nog bij dat met name streekvervoer door marktwerking onder druk komt te staan. Trajecten met relatief weinig passagiers zijn niet rendabel en worden opgeheven. Mensen zonder auto zijn dan de dupe.

Ik neem even de ruimte om het punt van Rustema te maken, want op de radio kreeg hij geen enkele kans. Het begon al met de stelling van het gesprek: een vereniging voor mensen zonder auto, hebben we dat wel nodig? Geen stelling over de dwingende rol van de auto in onze maatschappij of iets dergelijks, nee: heeft die club van jou eigenlijk wel bestaansrecht?

Om daar antwoord op te vinden was Frank Jacobs uitgenodigd, journalist bij Autoweek, wat zal die toch vinden? Nou, hij vond het maar vreemd, een belangenvereniging voor mensen die iets niet hebben. Jacobs zal raar opkijken als hij hoort over verenigingen voor daklozen, nudisten en ongedocumenteerden, maar presentator Margje Fikse vond het een valide argument. Verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen werd telefonisch ingevlogen, die sloot zich onmiddellijk aan bij Jacobs en voegde daaraan toe dat het „risico van dit soort clubjes […] is dat ze heel vaak het wij-zij-denken bevorderen”. Het was ontluisterende radio. Het hielp niet dat Rustema zelf niet erg rap van tong is, maar ik vraag me af hoeveel mensen wel staande waren gebleven in deze fuik van afwijzing en desinteresse.

De ANWB heeft vijf miljoen leden, Ik ben Autovrij 47

Staatssecretaris Vincent Karremans van Jeugd, Preventie en Sport (VVD) in elk geval wel. Hij was een woensdag eerder te gast bij Bar Laat om zijn boek Student entrepreneur te verkopen. De man is soepel, dat zie je meteen, maar voor de zekerheid was er ter introductie een flitsend gemonteerd filmpje waar het succes werkelijk uitspoot; het voelde niet eens onlogisch dat het eindigde met Karremans, imposant ontbloot bovenlijf (crossfit is zijn dingetje), op een paard. Jeroen Pauw was betoverd, Karremans is de zoon die hij nooit heeft gehad.

Karremans zat er in de week dat zijn kabinet goedkoop sporten voor studenten verbood, de onderwijskansregeling voor kwetsbare kinderen afschaft en hervorming voor het kinderopvangstelsel uitstelt. Reden genoeg om de man die gaat over jeugd, preventie en sport daar eens naar te vragen, maar er was duidelijk afgesproken dat het daar niet over mocht gaan. Karremans wilde alleen praten over hoe hij in zijn studententijd een uitzendbureau voor studenten begon, dat ondernemen supermooi is en dat hij alle studenten aanraadt hetzelfde te doen. Want „wat heb je te verliezen?”, vroeg de voormalig voorzitter van het Rotterdamsch Studenten Corps zich hardop af.

Een politicus die verbiedt hem iets te vragen over zijn verantwoordelijkheid in de afbraak van zijn beleidsterreinen wordt twaalf minuten lang in de watten gelegd, een burger zonder invloed die aandacht vraagt voor zijn perspectief, wordt met pek en veren de studio uitgejaagd. Het is eigenlijk gek als je daarvan niet tegen apparaten gaat praten.