Het tuig dat door de kronkelende steegjes van Amsterdam op Israëliërs jaagde, was tenminste eerlijk. Ze waren op zoek naar „kankerjoden”, schreef iemand op Telegram. Het antisemitisme was onmiskenbaar en ging niet schuil achter een façade van ‘antizionisme’.
Dat antizionisme is omarmd door anderen – ‘progressieve’ studenten, hoogopgeleide ambtenaren en universiteitsmedewerkers – die hun antisemisitme niet openlijk en trots durven te uiten. Zij wijzen niet alleen bepaald Israëlisch beleid af, maar ook het idee van de Joodse staat zelf. Ze verwerpen het zionisme: de beweging uit de late negentiende eeuw die probeerde een natie voor de Joden te vestigen in hun voorouderlijk thuisland, waar ze altijd aanwezig waren geweest.
De antizionisten benadrukken ernstig dat hun standpunt niets met antisemitisme te maken heeft. Dit is onzin.
Bloedige burgeroorlogen
Hoewel ik op zich snap dat je het idee kunt verwerpen van een staat die gebaseerd is op een specifieke etnische identiteit, is het verlangen van de antizionisten naar de ontrafeling van een staat uniek gericht op Israël.
Ondanks de bloedige historische vete tussen Pakistan en India bijvoorbeeld, stelt bijna niemand voor om de opdeling van 1947, die plaatsvond na het einde van de Britse Raj en resulteerde in 15 miljoen ontheemden en 2 miljoen doden, ongedaan te maken. Of dat de andere naties die in de eerste helft van de twintigste eeuw door de koloniale machten Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn opgericht, waaronder Jordanië, Libanon, Irak en Syrië, zouden moeten vervolgd – terwijl zij allemaal bloedige burgeroorlogen hebben gekend met samen honderdduizenden slachtoffers.
Antizionisme is de enige politieke identiteit waarvan het doel de ontbinding is van één specifieke staat, die toevallig de thuisbasis is van de helft van de Joden in de wereld.
Sommige antizionisten gebruiken de legitimiteit van gerespecteerde instituties, waaronder de academische wereld, om opvattingen over wat zij zien als unieke en schijnbaar verreikende zionistische controle wit te wassen. Extremere elementen roepen op tot de ondergang van de ‘zionistische entiteit’.
Dat laatste woord, ‘entiteit’, is favoriet. Het verleent een kleine natiestaat een soort magische, allesomvattende, kwade macht. Ze kijken met hyperfocus naar Israël, om het te koppelen aan bijna elk waargenomen onrecht over de hele wereld. Dit is niet louter een academische, semantische kwestie.
Bloedsprookjes
Een dergelijke bewapening van taal gericht tegen Joden behoort namelijk al heel lang tot het arsenaal van antisemieten. Van toneelstukken waarin werd verkondigd dat Joden Jezus hebben vermoord, tot bloedsprookjes waarin werd beweerd dat Joden het bloed van christelijke kinderen drinken; van leugens van Hamas dat Israëliërs Palestijnse organen oogsten, tot anti-Israëlische demonstranten die schreeuwen dat Israël genocide pleegt en een apartheidsstaat is. Woorden wakkeren haat aan, en hebben vaak tot echt geweld geleid.
Antizionisten doen vandaag de dag hetzelfde door het woord zionisme in een slecht woord te veranderen. Zelfs als er uitspraken worden gedaan in de trant van: ‘We haten geen Joden, we haten zionisten’, veranderen ‘antizionistische’ uitingen online of tijdens protesten al snel in klassieke antisemitische stijlfiguren. Het onderscheid tussen ‘zionisten’ en ‘Joden’ verdwijnt volkomen.
Antizionistische niet-Joden wijzen intussen graag op het bestaan van antizionistische Joden als bewijs dat hun opvattingen niet antisemitisch zijn. Ik zal niet debatteren over de Joodsheid van mede-Joden. Antizionistische Joden zijn Joden, maar dat neemt niet weg dat veel van hun opvattingen antisemitisch zijn (dat wil zeggen: als ze de moord op alle Israëlische burgers rechtvaardigen door hen als ‘kolonisten’ te bestempelen).
Gemakzuchtige slogans
Bovenal is antizionisme onrealistisch. Het punt is dat de staat Israël bestáát, al ruim 75 jaar. Israël is de thuisbasis van bijna 7 miljoen Joodse burgers en 2 miljoen Arabische burgers (of Palestijnse burgers, afhankelijk van hoe zij zichzelf identificeren). Veel van die Joodse burgers zijn afstammelingen van vluchtelingen uit tsaristische pogroms, uit het Europa van na de Holocaust en uit een groot deel van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, van Marokko tot Libanon.
Het antizionisme stelt dat de Joodse staat op de een of andere manier ongedaan kan worden gemaakt en dat iets – zijn aanhangers zijn het oneens over wat – Israëls plaats zal innemen. Maar zionisme is niet verkeerd en ‘zionist’ is geen scheldwoord. De Joodse staat zal blijven bestaan. Joden zullen nergens heen gaan. Dat zullen de Palestijnen ook niet doen.
In plaats van zich te concentreren op gemakzuchtige slogans, vaak met een antisemitische ondertoon, kunnen degenen die zich diep betrokken voelen bij het huidige conflict het zware werk verrichten om duurzame oplossingen te bedenken voor iedereen die in Israël en Palestina woont.
Lees ook
Antisemitisme is een racistisch begrip waarover al twee eeuwen geruzied wordt