‘Dit gaat alle voorstelling te boven’, aldus het koor van verontwaardigde reacties op het artikel afgelopen zaterdag in Het Parool waarin stond dat joodse Holocaustoverlevenden na de oorlog door de BVD waren gevolgd. Zelfs mensen en organisaties waarvan je mocht hopen dat ze enig inzicht zouden hebben in de naoorlogse oorlogsgeschiedenis gingen vol op het orgel van het antisemitisme.
Volgens het NOS Journaal van acht uur was het BVD-beleid het zoveelste bewijs van de kilte die terugkerende overlevenden in 1945 te beurt was gevallen. Die ontvangst was inderdaad afschuwelijk, maar daar heeft het volgen van het Nederlands Auschwitz Comité door de geheime dienst niets te maken. Wel met angst voor het communisme.
Pieter Omtzigt noemde het op Twitter „wel heel bizar” dat de BVD „vervolgden volgde”. Hij wilde graag uitleg. Die kan ik hem geven. Als NIOD-onderzoeker heb ik hier vele jaren onderzoek naar gedaan. In 2005 publiceerde ik het vuistdikke Na het kamp. Vriendschap en politieke strijd over de naoorlogse lotgevallen, inclusief BVD, van de teruggekeerden uit de kampen. Ik liet zien dat de terugkerende Joden en verzetsmensen bepaald geen eenheid vormden, al wordt dat vanuit het hedendaagse slachtofferisme vaak wel aangenomen.
De Koude Oorlog verdeelde ook de voormalige gevangenen. Zo waren er decennialang twee Buchenwald- en twee Ravensbrück-comités, het een ongebonden, het ander in handen van de CPN. De Februaristaking werd op 25 februari in Amsterdam jarenlang tweemaal herdacht.
In het hoofdstuk over het Auschwitzcomité – zo’n vijftig pagina’s – beschrijf ik de veranderingen die het comité sedert zijn oprichting in 1956 doormaakte. Pas vanaf midden jaren zeventig ontwikkelde het Auschwitzcomité zich langzaamaan tot een gerespecteerde organisatie en ging het zich meer identificeren als joods. Voordien was dat bepaald niet het geval.
Het Auschwitzcomité steunde partijpropaganda
Het Nederlands Auschwitzcomité was een van de nationale comités die midden in de Koude Oorlog tot stand kwamen op instigatie van het Oost-Europese Internationaal Auschwitzcomité, dat in 1954 was opgezet – niet om de overlevenden te steunen, maar om onder het mom van Auschwitz partijpropaganda te bedrijven. In de nationale comités werden naïeve partijloze overlevenden volgens het klassieke mantelorganisatie-concept misbruikt door hun communistische mede-bestuurders. Zo uitte het Nederlands Auschwitz Comité nimmer kritiek op de Poolse Auschwitzherdenkingen die noch aan de Jodenvervolging, noch aan de Joodse overlevenden aandacht besteedden. De exposities in het museum gingen over het verzet, met de communisten als de voornaamste slachtoffers én enige bestrijders van het nazisme. Naast portretten van Lenin toonde het museum de glorieuze verworvenheden van het socialisme.
Toen de eerste IAC-voorzitter, de Oostenrijkse communist Hermann Langbein, in 1956 de Hongaarse opstand steunde, moest hij aftreden en werd hij geschrapt uit het boekje Widerstand in Auschwitz. Tegen zijn afzetting werd door de nationale comités geen bezwaar aangetekend. Evenmin protesteerden de Auschwitzcomités tegen de antisemitische maatregelen in Polen en de Sovjet-Unie. Auschwitzcomités als het Nederlandse voerden campagne tegen ex-nazi’s op hoge functies in West-Duitsland, maar zwegen over de DDR, waar dit nog vaker het geval was.
De CPN werd gezien als interne bedreiging
Dan de BVD. De geheime dienst hield al vanaf de Bevrijding nauwgezet bij hoeveel communisten er aanwezig waren bij bijeenkomsten van ex-gevangenen. Zeker nadat de CPN in 1948 de communistische machtsgreep in Tsjechoslowakije had gesteund werd zij gezien als een interne bedreiging van de vrijheid. Om te voorkomen dat communisten functies veroverden waarin ze de democratie van binnenuit konden ondermijnen, werd een nieuw ‘ambtenarenverbod’ uitgevaardigd. Het vorige, uit 1933, had zowel uiterst links als de in uniform marcherende fascisten getroffen, maar anno 1951 werd het bekleden van ‘burgerlijke of militaire ambten’ alleen verboden aan leden van de CPN plus aanverwante organisaties. Daaronder vielen de door de CPN geleide kampcomités en de organisatie Verenigd Verzet. De BVD volgde dit regeringsbeleid.
Dat het naar was maakt het niet per se onterecht
Met deze kennis had Het Parool zijn lezers veel misverstanden kunnen besparen. Allereerst het stigmatiserende beeld dat de overlevenden van de vernietigingskampen een soort club vormen van zielsverwante mensen. Niets is minder waar. Al is men slachtoffer van een collectieve misdaad, men blijft een individu met eigen opvattingen, gevoelens en conclusies aangaande de aard van het nazisme. De meeste Joodse overlevenden waren geen communist en moesten de eerste decennia dan ook niets hebben van het Auschwitzcomité. Jules Schelvis bijvoorbeeld, die nagenoeg in zijn eentje het kamp Sobibor onder de aandacht wist te brengen, noemde het comité „geen joods maar een communistisch comité”. Hij had er een diepe afkeer van.
Ten tweede het misverstand dat de BVD speciaal Joodse overlevenden volgde. Onzin. De dienst volgde ook niet-joodse communisten die een kamp hadden overleefd. Daarvan was men zich terdege bewust; bestuurders van het Auschwitzcomité hielden er rekening mee. De gekwetste verbazing die voorzitter Grishaver in Het Parool tentoonspreidt is dan ook geveinsd of toont een pijnlijk gebrek aan kennis van de eigen geschiedenis.
Communisme was een totalitaire ideologie
Wat ik hier schrijf is niet nieuw. In 1968 waarschuwden onder meer Loe de Jong en Simon Wiesenthal in een door journalist Dick Verkijk gemaakte VPRO-documentaire tegen het Auschwitzcomité. Zij beschouwden dat als malafide. Antisemitisme? Nee. Anticommunisme. Voor sociaal-democraten als De Jong was het communisme een totalitaire ideologie zoals het nazisme. Die these is de kern van de Koude Oorlog. Daaruit kwam het BVD-beleid voort, dat niet tegenover ‘de’ kampoverlevenden stond – nog zo’n door Het Parool opgeroepen misverstand – maar mede door ex-gevangenen werd bedacht. De voornaamste anti-CPN-strateeg bij de BVD had kamp Natzweiler doorstaan. Eenmaal concentratiekamp was hem genoeg.
Het staat wel vast dat de Koude Oorlog de zorg voor de overlevenden heeft geschaad en de totstandkoming van fatsoenlijke pensioenwetten heeft vertraagd. Ook veroorzaakte de tweedeling een gebrek aan medeleven. Dat Auschwitz was gelegen in het ondemocratische ‘Oostblok’ verhinderde dat de Nederlandse overheid ter plekke van haar belangstelling blijk gaf. Omgekeerd kreeg binnen het toenmalige Auschwitzcomité de genocide, het racistisch geweld tegen Joden, geen werkelijke erkenning.
Eveneens staat buiten kijf dat het voor de communisten een hard gelag is geweest dat zij na hun dappere verzet en hun grote offers tot staatsvijanden werden verklaard. Zelf ben ik opgegroeid in zo’n door de BVD gevolgd communistisch gezin, en ja, dat was naar. Maar dat het naar was maakt het niet per se onterecht. Dát is het grootste misverstand.
Het is Sarina Wiegman opnieuw gelukt een finale van een groot toernooi te bereiken. De bondscoach uit Nederland versloeg met de Engelse voetbalsters Italië (2-1) in de halve eindstrijd van het EK in Zwitserland.
De Italiaanse Barbara Bonansea leek lang met een doelpunt verantwoordelijk te worden voor de uitschakeling van de titelverdediger in Genève. Maar invalster Michelle Agyemang schoot Engeland in de zesde minuut van de blessuretijd alsnog naar een verlenging. Vervolgens maakte Chloe Kelly in de slotfase van de verlenging het winnende doelpunt. Ze miste aanvankelijk een strafschop maar benutte de rebound. Engeland stuit zondag in de finale op de winnaar van de andere halve eindstrijd tussen Spanje en Duitsland, die voor woensdag op het programma staat.
De 55-jarige Wiegman mag zich dus opmaken voor haar vijfde eindstrijd van een groot toernooi in acht jaar tijd. Ze won de laatste twee EK’s met Nederland en Engeland en verloor met die landenploegen de finales van de laatste twee WK’s. Wiegman ontsnapte in de kwartfinale van dit EK tegen Zweden ook al aan uitschakeling met haar ploeg. Engeland kwam toen in de slotfase van de reguliere speeltijd terug van een achterstand van 2-0 en nam de strafschoppen beter.
Racisme
De Engelse voetbalsters besloten vlak voor de halve eindstrijd niet te knielen. Ze vinden dat ze met dat antiracismegebaar de laatste jaren onvoldoende hebben bereikt. Verdediger Jessica Carter maakte zondag namelijk bekend dat ze tijdens deze Europese eindronde racistisch is bejegend. Wiegman liet haar niet aan de aftrap verschijnen, maar dat had volgens haar vooral tactische redenen. Ze dacht dat Esme Morgan de Italiaanse aanvalsters beter kon verdedigen. Carter haalde in de kwartfinale tegen Zweden ook geen hoog niveau.
Lees ook
Bondscoach Sarina Wiegman moet dit EK diep gaan, maar wist wel een eenheid van de Engelse ploeg te smeden
Italië creëerde minder kansen dan Engeland maar was wel efficiënter dan de ploeg van Wiegman. Bonansea benutte in de 33e minuut de eerste mogelijkheid van het team dat in de kwartfinale Noorwegen uitschakelde. Alessia Russo en Lauren James verzuimden voor rust voor Engeland te scoren.
Na rust speelde de ploeg van Wiegman in een hoger tempo. Lauren Hemp kreeg een goede kans om gelijk te maken maar ook zij miste. Ook Lucy Bronze slaagde er niet in de Engelse speelsters naar een verlenging te schieten. Uiteindelijk zorgde Agyemang in de 96e minuut alsnog voor veel opluchting bij Engeland. Ze raakte in de slotfase van de verlenging de lat maar zag vervolgens Kelly alsnog scoren. (ANP)
Dierenartsenketen IVC Evidensia heeft eigen werknemers vijf jaar lang financieel benadeeld door ingehouden pensioenpremies niet af te dragen aan het pensioenfonds. Bij een nog onbekend aantal dierenartsen hield Evidensia van 2020 tot en met 2024 pensioenpremies op hun loon in, die niet volledig werden afgedragen aan het pensioenfonds voor dierenartsen. Betrokken dierenartsen werden tot meer dan 1.000 euro per jaar benadeeld. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.
In een reactie aan NRC bevestigt Evidensia dat jarenlang te hoge pensioenpremies zijn ingehouden. Het gaat om „een complexe kwestie van meerdere jaren”, schrijft het bedrijf. „Onder leiding van ons nieuwe senior managementteam werken we er hard aan om dit recht te zetten.”
Hoeveel dierenartsen in dienst van Evidensia precies zijn benadeeld, en voor hoeveel geld in totaal, zegt het bedrijf nog te moeten berekenen. Bij drie dierenartsen die NRC vertrouwelijk inzage hebben gegeven in hun loon- en pensioengegevens, blijkt dat Evidensia meerdere jaren een hogere pensioenpremie op hun loon inhield dan het aan de Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen (SPD) afdroeg. Het verschil varieert bij deze dierenartsen van een kleine honderd tot ruim 1.300 euro per jaar. Bij Evidensia werken circa duizend dierenartsen, die verplicht zijn aangesloten bij het beroepspensioenfonds. Opgeteld kunnen dierenartsen voor vele tonnen of meer zijn benadeeld.
Dit moet intern zijn opgevallen, het zal niet om kinderachtige bedragen gaan. Ik vind het bizar
„Over zo’n lange periode heb ik dit nog nooit meegemaakt”, reageert Erik Lutjens, hoogleraar pensioenrecht van de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Dit moet intern zijn opgevallen, het zal niet om kinderachtige bedragen gaan. Ik vind het bizar.”
Advocaat pensioenrecht Jorn de Bruin: „Het is niet bewezen dat dit bewust gebeurd is, maar ik vind het wel verdacht. Het is op zijn minst behoorlijk slordig en wekt de schijn van slecht werkgeverschap. We zien dit eigenlijk alleen in faillissementssituaties. Dan wordt het gebruikt om het ene gat met het andere te vullen.”
Breder patroon
Ten onrechte inhouden van pensioenpremies is onderdeel van een breder patroon van financiële benadeling van de eigen medewerkers door Evidensia. Twaalf dierenartsen, assistenten en andere (oud-)medewerkers verklaren in gesprek met NRC dat Evidensia de afgelopen jaren structureel te weinig geld uitkeerde aan werknemers die ziek werden, met zwangerschaps- of ouderschapsverlof gingen of uit dienst traden. Pas wanneer medewerkers hierover aan de bel trokken, kregen zij soms alsnog de vergoeding waarop ze contractueel recht hadden.
Evidensia erkent dat bij zieke werknemers langdurig sprake is geweest van „foutief uitbetaalde bedragen”. Het bedrijf zegt dit bij gedupeerde medewerkers te willen rechtzetten en dat maatregelen zijn genomen „om te voorkomen dat dit probleem zich in de toekomst herhaalt.” Op andere voorgelegde voorbeelden ging het bedrijf niet in.
Het is op zijn minst behoorlijk slordig en wekt de schijn van slecht werkgeverschap
Daarnaast droeg Evidensia in 2022 en 2023 meer dan een halfjaar geen pensioenpremie af voor vierhonderd werknemers die zijn aangesloten bij het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn (PFZW). Het gaat om een betalingsachterstand van minimaal een half miljoen euro, die nog altijd niet is rechtgezet. Volgens een woordvoerder van PFZW zijn de partijen „hier nog over in gesprek”. Evidensia wilde niet ingaan op vragen over deze kwestie.
Grootste werkgever
IVC Evidensia is de grootste werkgever in de Nederlandse dierenartsensector, met drieduizend werknemers in ruim driehonderd klinieken. Naast de dierenartsen heeft de keten tweeduizend assistenten en bureaumedewerkers in dienst.
Het Brits-Zweedse bedrijf – eigendom van investeringsfondsen EQT en Silver Lake en voedingsgigant Nestlé – wordt door een deel van de eigen medewerkers al langer kritisch gevolgd, onder meer vanwege onthullingen in NRC over het wegsluizen van inkomsten naar belastingparadijs Guernsey en bonussen voor dierenartsen die vaker doorverwezen naar een duurdere behandeling. Dit voorjaar bleek dat de Nederlandse klinieken te maken hebben met een leegloop onder het personeel, omdat veel medewerkers zich niet langer kunnen vinden in het beleid van de keten, dat volgens hen te veel gericht is op winstmaximalisatie.
Een dierenarts ontdekte eerder dit jaar dat haar werkgever Evidensia meer pensioenpremie op haar loon inhield dan werd afgedragen aan pensioenfonds SPD. De dierenarts kaartte dit aan bij de ondernemingsraad, die er afgelopen maart over sprak met de directie van Evidensia Nederland.
Op 1 mei erkende Evidensia in een interne mail dat inderdaad te hoge pensioenpremies zijn ingehouden. „Bij dierenartsen met een parttime dienstverband hebben wij pensioenpremie ingehouden over de meeruren, bij sommige gevallen is de premie niet afgedragen aan het Stichting Pensioenfonds Dierenartsen (SPD)”, schreef de manager salarisadministratie in de mail, die in handen is van NRC. „Voor elke dierenarts die in de periode 2020-2024 meeruren uitbetaald heeft gekregen, wordt onderzocht of de ingehouden pensioenpremie correct is afgedragen. Als dit niet het geval is moet deze inhouding worden terugbetaald aan de dierenarts.”
‘Meeruren’ zijn uren die dierenartsen met een parttime dienstverband werken bovenop het aantal vaste uren uit hun contract. Daarnaast hield Evidensia bij dierenartsen in deze jaren pensioenpremies in over zogeheten ‘dienstenvergoedingen’, toeslagen voor werk in avond, nacht of weekend. Ook deze werden niet aan het pensioenfonds afgedragen, blijkt uit de interne mail.
We weten nog niet hoe groot de omvang van dit probleem precies is, maar het zou om veel geld kunnen gaan
Volgens betrokken dierenartsen en hun Belangenvereniging Praktiserende dierenartsen in Loondienst (BPL) kan het merendeel van de dierenartsen in dienst bij Evidensia financieel benadeeld zijn. „Het gros van de dierenartsen in loondienst werkt parttime”, zegt BPL-voorzitter Rick van der Wijst. Hoewel het per kliniek verschilt, werken veel dierenartsen meer uren dan in hun contract staat, onder meer vanwege personeelstekort. Doorwerken in de avond of het weekend is eveneens zeer gebruikelijk. „We weten nog niet hoe groot de omvang van dit probleem precies is, maar het zou om veel geld kunnen gaan”, zegt Van der Wijst.
Dit voorjaar bleek dat de Nederlandse klinieken te maken hebben met een leegloop onder het personeel, omdat veel medewerkers zich niet langer kunnen vinden in het beleid van de keten, dat volgens hen te veel gericht is op winstmaximalisatie.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Volmacht ondertekenen
Nederlandse dierenartsen zijn van oudsher gewend zelf hun pensioen te regelen bij SPD, het verplichte pensioenfonds van de beroepsgroep. Een dierenarts geeft voor het begin van elk jaar zijn of haar verwachte inkomen op. Daarop baseert het fonds vervolgens de jaarpremie. Hierna betaalt de dierenarts zelf elk kwartaal de pensioenpremie. Het is een regeling die voortkomt uit de tijd dat de meeste dierenartsen nog zelfstandige ondernemers waren.
Private-equity-investeerder Evidensia nam vanaf 2016 in rap tempo dierenartspraktijken over, waardoor een snelgroeiende keten van klinieken ontstond. Vanaf 2020 drong het bedrijf bij betrokken dierenartsen aan op ondertekening van een volmacht, waarmee de dierenarts Evidensia toestemming gaf voortaan „alle handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn bij de aangifte en afdracht van pensioenpremies”. Een „praktische oplossing” die dierenartsen „veel rompslomp” zou besparen, schreef het bedrijf in 2020 aan medewerkers.
Het enige wat de dierenartsen zelf bleven doen, was aan het begin van elk jaar hun inkomen doorgeven aan SPD om de jaarpremie vast te stellen. Daarbij rekenden zij doorgaans geen inkomsten uit werk op onregelmatige uren of buiten hun contract mee – waarover zij dus ook geen pensioenpremie hoefden te betalen. Dat Evidensia over deze inkomsten sinds 2020 desondanks premie bij het loon inhield, is een „administratieve fout”, schreef het bedrijf afgelopen mei in de interne mail.
Experts zijn kritisch over die uitleg. Hoogleraar Lutjens: „Elk bedrijf heeft interne controleprocedures. En anders moet de externe accountant wel hebben gezien dat er bedragen op de rekening staan die er niet horen. Dit valt buiten alle gebaande paden.” Accountant Deloitte gaf tot en met 2022 een goedkeurende verklaring aan de jaarverslagen van Evidensia Nederland. Jongere jaarverslagen zijn niet openbaar.
Pensioenadvocaat De Bruin noemt een administratieve fout „niet plausibel”. De Bruin: „Dat zijn dan wel heel eenzijdige fouten, die telkens in het voordeel van Evidensia uitvielen. Het was nou nooit dat ze te weinig premie inhielden. Dit wekt eerder de indruk van een werkgever die de kantjes ervan af probeert te lopen.”
Beide experts kennen voorbeelden van bedrijven die ingehouden pensioenpremies enige tijd niet afdroegen, maar dat betrof volgens hen doorgaans ondernemingen in grote financiële problemen. Bij Evidensia is daar geen sprake van. De Nederlandse dierenklinieken boekten volgens jaarverslagen van Evidensia Dierenklinieken BV in 2021 en 2022 opgeteld een nettowinst van 16 miljoen euro. Over recentere jaren deponeerde Evidensia alleen het jaarverslag van het Britse moederbedrijf bij de Kamer van Koophandel. Dat boekte in 2023 en 2024 opgeteld 1,5 miljard euro aan operationele winst – volgens het bedrijf de „belangrijkste winstmaatstaf”.
Omdat Evidensia pensioenpremies inhield over verdiensten die buiten het opgegeven inkomen vielen, is pensioenfonds SPD niet financieel benadeeld, bevestigt SPD-voorzitter Danse Sonneveld. „Bij ons is er geen achterstand op de betaling.” Het zijn de betrokken dierenartsen die recht hebben op uitbetaling van te veel ingehouden premies.
In de mail van 1 mei beloofde Evidensia na een week met meer informatie te komen, waarbij volgens het bedrijf de prioriteit lag „bij dierenartsen die momenteel in dienst zijn bij IVC Evidensia”. Sindsdien hebben betrokken dierenartsen er niets meer over gehoord. „Omdat elke situatie uniek is, behandelen we elk geval afzonderlijk”, schrijft het bedrijf in de reactie aan NRC. „Het kost tijd om dit zorgvuldig op te lossen.”
Voorzitter Rick van der Wijst van belangengroep voor dierenartsen BPL roept Evidensia op snel met een concreet plan van aanpak te komen: „Dit moet voor elke betrokken dierenarts snel en goed worden opgelost. Ook voor degenen die niet meer in dienst zijn.”
U ontvangt deze brief, omdat uw werkgever Evidensia NL Dierenklinieken BV de pensioenpremie al een tijd niet heeft betaald
Betalingsachterstand
Al twee jaar speelt nog een andere pensioenkwestie: vierhonderd assistenten en bureaumedewerkers in dienst van Evidensia ontvingen op 24 april 2023 een brief van hun pensioenfonds PFZW. „U ontvangt deze brief, omdat uw werkgever Evidensia NL Dierenklinieken BV de pensioenpremie al een tijd niet heeft betaald. Ik heb uw werkgever al een paar keer gevraagd om de premie te betalen”, schreef de manager klantrelaties van PFZW destijds. Als Evidensia de premies niet snel zou betalen, „zetten wij het contract met uw werkgever stop”, waarschuwde hij.
Toen de brief kwam, waren de pensioenpremies voor deze medewerkers al ruim een halfjaar niet betaald. De laatste premie was betaald op 30 september 2022, blijkt uit informatie die NRC heeft ingezien. De betalingsachterstand van Evidensia aan PFZW bedroeg meer dan een half miljoen euro. Een woordvoerder van het fonds bevestigt dat de kwestie nog altijd niet is opgelost, maar wil verder niet ingaan op vragen. „Zolang we hier nog met IVC Evidensia over in gesprek zijn, willen we geen details delen met de buitenwereld”, zegt de woordvoerder. „Onze intentie is om hier met IVC Evidensia uit te komen en te zorgen dat er voor de medewerkers premie wordt betaald voor hun pensioen.”
Medewerkers zijn niet verrast over de twee opgedoken pensioenkwesties. Onder werknemers bestaat een breedgedragen beeld van, zoals sommigen het noemen, financieel „gerommel” door hun werkgever. Zij zien een patroon van te lage uitkeringen bij ziekte- of zwangerschapsverlof, onjuiste registratie van vakantiedagen en te hoge inhoudingen bij mensen die hun dienstverband beëindigen. Dat blijkt uit gesprekken die NRC voerde met twaalf (oud-)medewerkers uit verscheidene delen van het land – vanwege een geheimhoudingsplicht voor hen op voorwaarde van anonimiteit.
Zo laten twee medewerkers zien dat zij te weinig loon ontvingen vanaf het moment dat ze ziek werden. Bij deze twee werknemers – uit verschillende regio’s – stopte Evidensia met doorbetaling van hun onregelmatigheidstoeslag, de vergoeding voor werken in de avond en tijdens het weekend. Omdat de medewerkers vóór hun ziekte regelmatig op deze uren werkten, hadden ze recht op die toeslag.
Beide werknemers laten aan de hand van documenten zien dat ze bij Evidensia meermaals aangaven dat ze te weinig ziekengeld kregen; hun gemiste inkomsten lagen toen tussen de 1.000 en 2.500 euro. Het bedrijf gaf uiteindelijk tegenover beide medewerkers toe dat maandenlang te weinig was uitbetaald en beloofde het te herstellen.
In reactie op vragen hierover erkent Evidensia dat medewerkers die ziek werden vaker te weinig loon doorbetaald kregen. Het bedrijf kondigt aan dit recht te zetten. Hoe precies, en bij hoeveel medewerkers, is onduidelijk.
Een oud-medewerker die bij Evidensia uit dienst trad, laat zien dat het bedrijf ruim 2500 euro inhield bij de eindafrekening, volgens het bedrijf omdat nog pensioenpremies betaald moesten worden. Maar omdat de werknemer aan het begin van een kwartaal uit dienst ging én in die 2.500 euro ook het werkgeversdeel van de premie was meegerekend, kon die berekening niet kloppen. De medewerker kreeg het geld na veelvuldig mailen alsnog.
Vier medewerkers zagen dat vakantiedagen onjuist geregistreerd werden. In een kliniek in het westen van het land registreerde Evidensia afgelopen jaar Kerstmis en Nieuwjaarsdag niet als vrije dagen. Medewerkers die deze dagen vrij waren. leverden daardoor vakantiedagen in. Werknemers die wél werkten, kregen geen extra vergoeding.
Bij een medewerker die tijdelijk niet kon werken na een ongeluk, bleek een week van haar ziekteverlof – vergoed door een verzekeraar – als vakantie geregistreerd. Hierdoor werd een deel van haar verlof met vakantiedagen betaald, in plaats van met het geld van de verzekeraar. Toen ze haar manager erover aansprak, bood deze haar aan slechts twee dagen als vakantie te registreren. Pas nadat ze had gedreigd rechtshulp in te schakelen, kreeg ze al haar vakantiedagen terug.
Het lek in de virtuele werkomgeving van het Openbaar Ministerie is misbruikt door hackers. Daarom kan het mogelijk weken duren om het netwerk veilig te stellen en te verduidelijken óf en welke informatie is gestolen.
Dat blijkt uit een toespraak van Hans Moonen, directeur van IVOM, de ict-organisatie van het Openbaar Ministerie. Een opname van een korte interne toelichting van dinsdag is in handen van NRC. „We mogen en kunnen geen enkel risico lopen om weer met het internet te verbinden zónder dat we weten dat de actor uit ons netwerk is”, zegt Moonen daarin.
De Autoriteit Persoonsgegevens is telefonisch ingelicht over het eventuele datalek, vertellen Moonen en een andere OM-medewerker tijdens de digitale bijeenkomst voor IT-personeel. Ook heeft het Openbaar Ministerie aangifte gedaan van de computerhack op zijn systemen.
„Dat het groots en meeslepend is, is duidelijk”, vertelde Moonen de digitaal aanwezigen deze dinsdag. Groepen OM-medewerkers staan sinds vorige week woensdagavond „24 uur per dag aan” om de hack het hoofd te bieden.
Lees ook
Openbaar Ministerie is offline vanwege ernstige zorgen over ICT-beveiliging, datalek niet uitgesloten
Offline
Het OM ging donderdagavond 17 juli offline wegens grote zorgen over de beveiliging van haar digitale werkomgeving. In de software die het OM daarvoor gebruikt, Citrix Netscaler, zit een fout. Als hackers die uitbuiten, kunnen ze toegang krijgen tot die beveiligde systemen.
Het OM is woensdagavond 16 juli om 20.00 uur door het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC) ingelicht over de kwetsbaarheid in Citrix, zegt Moonen. Aanleiding, zegt hij, was een „gerichte scan” van het NCSC naar de kwetsbaarheid in Citrix. Dat lek had het OM gedicht, zegt Moonen. „Desondanks zag het NCSC aanleiding om ons daarover te contacten.”
Vervolgonderzoek, dat de ernst van het lek duidelijk moest krijgen, duurde vervolgens te lang. Iedere minuut dat een hacker toegang heeft tot de interne systemen, kan schadelijk zijn. Moonen: „Het duurde zo lang tot we inzicht kregen in de compromittatie van onze omgevingen, dat we donderdagavond het besluit hebben genomen om de systemen af te koppelen.”
In de tijd dat het OM offline is, wordt het netwerk schoongeveegd. Naast de medewerkers hebben ook de hackers dan geen toegang meer
Uit de eerste resultaten van het interne onderzoek van dit weekend, bleek vervolgens dat hackers daadwerkelijk de systemen zijn binnengedrongen, zegt Moonen. „Op basis van die eerste scans is duidelijk geworden dat ook aan de binnenkant compromittatie heeft plaatsgevonden.”
Lees ook
Digitale werkomgeving Openbaar Ministerie nog steeds uit de lucht
In de tijd dat het OM offline is, wordt het hele netwerk systematisch schoongeveegd, terwijl de hackers geen informatie kunnen buitmaken. Dat kan weken duren, zegt Moonen. Hij telde vijftienhonderd computerservers binnen het OM – een automatische beveiligingsscan duurt volgens hem zo’n vier uur. „Dat is ook de aanleiding dat we gisteren hebben gecommuniceerd dat dit echt nog weken gaat duren.”
De kwetsbaarheid in Citrix Netscaler werd 17 juni bekend. Inmiddels is duidelijk dat de kwetsbaarheid al enkele dagen later uitgebuit kon worden. Een aanwezige werknemer vraagt hoeveel tijd er zat tussen de bekendmaking van het softwarelek, en het dichtzetten van het lek (‘patchen’). „Die informatie is bekend”, zegt de moderator van het gesprek, „maar delen wij op dit moment nog niet.”