Opinie | ‘Ik ga een partij oprichten, en zo word ik dan minister-president’

Sanne van Steenbergen (11) is jeugdburgemeester van de gemeente Noordoostpolder. In de toekomst wil zij ervoor strijden dat vrouwen dezelfde rechten krijgen als mannen.

‘Toen ik in groep zes zat, zag ik een advertentie. Je kon solliciteren om jeugdburgemeester van de gemeente Noordoostpolder te worden. Ik dacht: ja, dat wil ik! Maar je moest in groep zeven zitten om te mogen meedoen aan de selectie. De officiële installatie van de jeugdburgemeester is dan aan het begin van groep acht.

„Gelukkig leek ’t mij een jaar later nog steeds leuk. Toen heb ik mijn sollicitatiebrief gestuurd. Ik heb geschreven dat ik als jeugdburgemeester een stichting wilde oprichten om ouders te helpen die niet zo veel verdienen om noodzakelijke dingen voor hun kinderen te betalen, zoals zwemles, een laptop of een fiets om naar school te gaan. En ik schreef dat ik er helemaal geen moeite mee heb om op de voorgrond te staan, ook al stotter ik. Ik ben niet verlegen.

„Ik kreeg een uitnodiging voor een selectiemiddag, samen met vier andere kinderen. Ik had niet begrepen dat je je daarvoor moest voorbereiden. De andere kinderen hadden op school al besproken wat zij als jeugdburgemeester wilden gaan doen. Toen dacht ik: ik maak totaal geen kans, de andere kinderen hebben vast veel betere ideeën dan ik. Maar ik bleef wel enthousiast meedoen.

„We moesten een muurkrant maken. Bovenaan moest je, in grote letters, ‘mijn plannen’ schrijven en daaronder wat je wilde gaan doen. Toen heb ik mijn plan voor de zwemles, de laptop en de fiets weer opgeschreven en daarover een presentatie gehouden.

„Er was een jury, met de echte burgemeester, een wethouder, twee raadsleden en de jongen die op dat moment de jeugdburgemeester was. In een aparte kamer overlegden zij wie zij de beste vonden. Dat duurde een kwartier, wat het allerlangste kwartier van mijn leven was. Ik was zó zenuwachtig. En toen hebben ze mij gekozen!

„Ik heb nu zelf de tekst geschreven van een folder om arme gezinnen te helpen. Ik kwam erachter dat de gemeente daarvoor al een geldpotje heeft, dus een aparte stichting oprichten is niet nodig. Mijn tekst wordt ook in het Pools vertaald. In Noordoostpolder zitten ook best veel Poolse kinderen op school. Hun ouders zijn hier gekomen om te werken.

„Op 4 mei heb ik, samen met de echte burgemeester, een krans gelegd en twee minuten stilte gehouden bij de Dodenherdenking. In april mocht ik met hem het Tulpenfestival openen. Dat was gaaf! Met een helikopter hebben we boven de tulpenvelden gevlogen.

„Ik heb als jeugdburgemeester veel geleerd. Bijvoorbeeld dat een burgemeester zelf niet zo veel te vertellen heeft. Ik dacht dat burgemeesters echt de baas van de gemeenten zijn. Maar dat is niet zo. Ze moeten vooral goed zijn in organiseren. De gemeenteraad neemt de besluiten.

„Daarom wil ik in de toekomst geen burgemeester worden. Wat wel? Minister-president! Ik ga een politieke partij oprichten. Met die partij ga ik ervoor zorgen dat vrouwen dezelfde rechten krijgen als mannen. Ik vind het belachelijk dat vrouwen minder verdienen dan mannen. Heel veel vrouwen zijn dat met mij eens. Die gaan dan op mij stemmen. Zo word ik minister-president. Ook ga ik er voor zorgen dat de woningnood in Nederland wordt opgelost.

„Dat ik stotter, zal me niet tegenhouden om in de politiek te gaan. Vloeiend praten gaat al beter dan twee jaar geleden. Ik heb allerlei therapie gehad, maar dat hielp niet. Ik werd er gestresst van. Doen wat ik leuk vind, helpt me wel. Zoals jeugdburgemeester zijn. In september is dat alweer voorbij. Dan zit ik op de middelbare school. Heb ik ook veel zin in.”

In deze rubriek: ideeën en plannen van een nieuwe generatie. Zie ook: nieuwsbrief Future Affairs (aanmelden: nrc.nl/futureaffairs).

Opgetekend door Gijsbert van Es