Opinie | ‘Het voelt wel alsof we continu naar een bepaald punt van verval toewerken’

Mijn toekomst Kimberley Snijders (22) uit Utrecht is voorzitter Nationale Jeugdraad.

‘Ik ben geboren in 2001, dus het jaar van 9/11. Daarna was er de onrust rondom de moord op Pim Fortuyn. Daarna kwam de economische crisis van 2008, dat was volgens mij het eerste dat ik echt mee kreeg vanuit het nieuws, al begreep ik er nog weinig van. Vervolgens liepen op mijn middelbare school de klassen leeg vanwege klimaatstakingen. Ik heb een half jaar mijn bachelor kunnen doen en daarna moest ik thuis gaan zitten vanwege corona. Ik ben best wel gevormd door crises.

„Apocalyptisch is misschien een groot woord, maar het voelt wel alsof we continu naar een bepaald punt van verval toewerken. Ik maak me niet van dag tot dag heel veel zorgen over de toekomst. Maar hebben we het over grote thema’s als klimaatverandering, vergrijzing, sociale cohesie in de samenleving, dan denk ik: het is niet alsof we een gesprek hebben tussen de verschillende generaties over hoe we willen samenleven in 2040, 2050. Hoe lossen we het straks op als er voor elke twee werkenden één gepensioneerde is? Wat willen we opgeven en wat niet? Blijven we in crisisstand staan of kunnen we de langetermijnvisie eens goed en gezamenlijk bespreken?

„Dat probeer ik te doen als voorzitter van de Nationale Jeugdraad en het Jongerenplatform van de Sociaal Economische Raad. Er zijn veel zorgen onder mijn generatie, maar onze handen jeuken ook: we willen aan de slag. Als ik zie hoe actiebereid jongeren zijn, door bijvoorbeeld zelf een actie in een wijk op te zetten, krijg ik hoop.

„Maar ik vind dat oudere generaties, en de bestuurders van nu, veel meer werk moeten maken van het activeren en betrekken van jonge mensen. Ik geloof in decentrale participatie: dat er structurele manieren komen om de jonge generatie te betrekken bij het oplossen van lokale problemen. Dat begint al als er ergens in een wijk een nieuwe speeltuin moet komen of een voetbalveld vervallen is geraakt. Wat je ziet op lokaal niveau is dat jongeren nu vaak heel afhankelijk zijn van die ene beleidsmedewerker die jongeren ergens bij wil betrekken. Maar er moet een structurele manier komen waardoor jongeren zich ook op lokaal niveau gehoord voelen.

„Als je jongeren daar al bij betrekt, kun je ze een positieve ervaring geven in het meedoen met de democratie. Meepraten. Ik zou het tof vinden als stemrecht al voor mensen vanaf 16 zou gelden. In verschillende Europese landen wordt daarmee geëxperimenteerd, waarom kan dat niet hier?

„Er zijn nu echt groepen jongeren met een grote afstand tot de overheid. Zij geloven niet dat de overheid er voor hen is. Ik snap dat wel. Ik zie dat bepaalde groepen de overheid associëren met een brief dat je je schulden niet hebt betaald. Ze denken niet: de overheid doet dingen voor mij en kan heel veel in mijn leven betekenen.

„Toch zijn er veel hoopvolle dingen gaande. Ik zie allerlei gemotiveerde jongeren die toffe dingen organiseren. Ik hoorde laatst over jongeren die een deal hadden gesloten met de lokale Pathé, om daar samen met de gemeente in gesprek te gaan over onderwerpen die zij belangrijk vinden. En dan kon vervolgens iedereen die er was, gratis film kijken. Zo is er veel meer.

„Mijn persoonlijke ambities? Ik ben nog een jaar voorzitter van de Nationale Jeugdraad. Daarna hoop ik nog een tijdje een ‘gewoon’ studentenleven te hebben. Al vraag ik me wel af of dat zal lukken.”

In deze rubriek: ideeën en plannen van een nieuwe generatie. Zie ook: nieuwsbrief Future Affairs (aanmelden: nrc.nl/futureaffairs).

Opgetekend door Wouter van Noort