Op het debuutalbum van operazangeres Maartje Rammeloo staat geen noot opera. Wel musical, het andere genre dat haar nooit losliet. Op Longing to be Loved zingt ze songs uit de gouden eeuw van Broadway, de jaren 20 tot 50. Denk: Kurt Weill, Cole Porter, George Gershwin, Irving Berlin. „Ik heb lang gedacht: op mijn eerste cd moet op zijn minst Mozart of Richard Strauss staan, anders word ik niet meer serieus genomen. Terwijl ik diep van binnen wist: musical is muziek waar ik heel erg gelukkig van word.”
Musical komt direct binnen, zegt Rammeloo (42) op een zonovergoten middag in een Haags café. „Bij opera is het altijd een zoektocht om zo direct mogelijk te kunnen zingen zonder dat het ten koste gaat van je klankschoonheid. Maar zo direct als bij een musical komt het niet. Bij opera ligt de tessituur [het toonbereik van een zangstem] een stuk hoger en is het lastiger om verstaanbaar te zingen. Vocaal eist het meer van je uithoudingsvermogen en volume. Bij musical kun je echt woordelijk alles volgen. Daardoor spreekt het meteen mijn gevoel aan.”
Rammeloo groeide op in Limburg, waar ze op jonge leeftijd met koor en zangles haar hart eerst verloor aan klassieke muziek en opera. „Maar toen ik veertien of vijftien was, zag ik The Phantom of the Opera en dacht ik: ‘Oeh! Dit is ook wel leuk.’ Meer acteren, meer dansen. Het hele spektakel vond ik gaaf.” Aan het conservatorium van Tilburg studeerde ze zowel klassieke zang als muziektheater. Daarna werd het lastiger om de twee genres te combineren. „Ik heb een aantal keer op het punt gestaan om bij Van den Ende [nu Stage Entertainment] in een productie te stappen. Maar bij musicals zit je vaak een heel jaar vast in een productie en dan kon ik een heleboel klassieke dingen niet doen. Dan koos ik toch altijd voor klassiek.”
Uit de operawereld kwam bovendien de boodschap: ‘Als je musical gaat zingen, kun je een operacarrière vaarwel zeggen: slecht voor je stem, slecht voor je reputatie.’ „Casting directors zien een ‘musicalmeisje’ voor zich en gaan ervan uit dat je bepaalde dingen niet of minder kan. Terwijl ik meer klassiek zing dan musical.”
Andersom trof Rammeloo in cross-over-producties, waarbij opera en andere vormen van muziektheater elkaar ontmoeten, ook meer dan eens een regisseur „die wilde doordrukken dat het toch versterkt moest. Omdat mensen tegenwoordig gewend zijn om de muziek op zich afgevuurd te krijgen. Terwijl alleen al het ervaren van muziek op een akoestische manier zo’n meerwaarde is. Het is hetzelfde als met filters op Instagram. Men weet niet meer hoe een echte stem klinkt en wat de fysieke ervaring van zulke trillingen met je kan doen op een diep niveau. Daarvoor hoeft de klank niet flawless te zijn.”
In de Nederlandse operawereld ziet ze een voorzichtige kentering in de houding tegenover musical en cross-over. „Omdat het klassieke publiek terugloopt, proberen ze nieuw publiek aan te boren. Supergoed. Maar het voelt soms een beetje als een moetje. Zo van: ‘Ik heb al een Mozart-opera, ik heb een moderne opera, laat ik nou ook een toegankelijke opera programmeren. En daar zetten we dan de mindere goden in.’ In Amerika en Duitsland is dat anders, daar bestaan opera en musical veel meer naast elkaar.”
Lees ook
‘Lady in the Dark’ is een verrukkelijke, veel te onbekende ‘Broadway-opera’
Cross-over-voorstellingen hebben in Rammeloos ogen juist veel potentie om een nieuw operapubliek te bereiken. „Rammeloo heeft de rol van haar leven als Liza Elliott”, schreef deze krant in 2022 over haar hoofdrol bij Opera Zuid in Kurt Weills musical Lady in the Dark uit 1941. „Die voorstelling sprak zo’n groot publiek aan: musicalpubliek, operapubliek, mensen die nog nooit van Kurt Weill hadden gehoord, mensen die meer van de theaterkant kwamen. Alle voorstellingen zaten afgeladen vol. Het was de Opera van het Jaar [de verkiezing van opera-website Place de l’Opera]. En het werd echt gemaakt vanuit liefde voor het genre.
„Die oude musicals hebben hun wortels in de klassieke muziek. Ze zijn net als opera ook geschreven om onversterkt over een orkest heen te zingen. Ik denk dat musical een goede gateway naar opera is voor mensen die die muziek fijn vinden: de melodieën, de melancholie, de romantiek. Dat ze denken: O wacht, dat ligt in het verlengde van elkaar. Dan kan ik misschien ook eens een keer luisteren naar een Puccini-aria.”
Het album Longing to be Loved verschijnt op 27 april. Liedcyclus ‘December Songs’ van Maury Yeston (1945) en musicalnummers van onder meer Gershwin, Berlin, Bernstein en Weill.
