N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Muziekfilm Toen vanwege corona de operette ‘Die lustige Witwe’ bij De Nationale Opera werd afgelast, besloot regisseur Christof Loy, met de betrokken zangers een film op te nemen vol klassieke en populaire muziek. ‘Springtime in Amsterdam’ is nu in de bioscoop. „Kunst is helend.”
Soms is het beter vooraf niet te weten in wat voor onderneming je jezelf stort, weet de Duitse operaregisseur Christof Loy (60) nu. Om grote dingen te bereiken, stelde de Amerikaanse dirigent Leonard Bernstein, moet worden voldaan aan twee voorwaarden: een plan en net niet genoeg tijd. Mooi principe, al kun je het ook overdrijven.
In de eerste maanden van 2021 haalde De Nationale Opera door onzekerheden rondom corona-lockdowns de operette Die lustige Witwe van de agenda. Maar Loy kon dat niet verkroppen, dus bedacht hij in drie dagen een synopsis voor een film met de vijf belangrijkste zangers uit de cast. Voor het eerst van zijn leven schreef hij vervolgens in drie weken een script, terwijl hij in Berlijn gelijktijdig van negen in de ochtend tot zeven in de avond de opera Francesca da Rimini regisseerde. En meteen na afloop daarvan schoot hij in zo’n twee weken alle scènes van wat nu in de bioscoop draait als Springtime in Amsterdam.
Het verhaal kreeg dan ook „grotendeels vorm in nachtelijke dromen”, zegt hij. En die atmosfeer ademt de La La Land-achtige film over de twee kortstondige liefdes die zich ontwikkelen tussen vier in het leven en in Amsterdam dolende karakters: ze wekken de indruk uit verschillende decennia van de filmgeschiedenis weggelopen te zijn en spreken en zingen vier talen door elkaar. De logica van een surrealisme waar dromen om bekend staan.
‘U weet wel de crisis’
De toenmalige actualiteit van corona echoot op de achtergrond. De personages spreken over ‘u weet wel de crisis’, maar nergens wordt duidelijk waar die precies om gaat. Het grote mechanisme dat het openbare leven ontwricht, blijft mysterieus op de achtergrond. Want Loy wil het verhaal herkenbaar, maar ook tijdloos houden. „Het gaat mij niet om concrete gebeurtenissen, het draait om hoe we ons tot zo’n toestand verhouden. Hier veroordeelt de samenleving de mens tot eenzaamheid. Dus hunkert iedereen naar de sensualiteit van een aanraking.”
De lange takes met schaars wisselende camerastandpunten per scène en het ontbreken van scherp gesneden montages op muziek en dans, herinneren aan beperkingen in bewegingsruimte op de set (vanwege de toenmalige coronamaatregelen). En de beperkte tijd, die de kleine crew van Springtime in Amsterdam had.
De speelfilm is een mish mash van stijlen, zeker muzikaal. De Weense operette belandt in bed met Broadway-songs, Franse chansons en het Nederlandse levenslied.
„Het dorp en Aan de Amsterdamse grachten van Wim Sonneveld en Le port d’Amsterdam van Jacques Brel heb ik als eerste op mijn lijst gezet”, zegt Loy. „De meeste liedjes draag ik al dertig jaar bij me. Zoals in de film springen ze regelmatig in bepaalde situaties tevoorschijn in mijn gedachten. In die zin kun je Springtime in Amsterdam ook zien als een associatieve optelsom van inspirerende kunst die ik in de loop van het bestaan inhaleerde. In mijn jeugd waren dat vooral films van de Italiaan Federico Fellini. Ik bewonder de wijze waarop hij zijn eigen leven vermengt met gebeurtenissen die hij had willen meemaken. Fellini bouwt zodoende een droomfabriek. Pas laat, als dertiger, stuitte ik op het oeuvre van Jacques Demy, onder meer Les Parapluies de Cherbourg, waarin werkelijkheid en droom, het spreken en zingen, vervloeien.”
Illusies over de liefde
Maar in de eerste plaats is Springtime in Amsterdam een eerbetoon aan Loys lievelingsopera, Mozarts Così fan tutte, de ‘komedie’ over twee prille koppels die de hun illusies over de liefde moeten bijstellen. „Ik voel me verbonden met dat verhaal over de broosheid van hoge verwachtingen. Amsterdam is daar een ideaal decor voor, een tussenruimte, een plek van voorbijgangers: een Duitse operaster; een Amerikaanse liedjeschrijver; een jongen met talenten, behalve dan voor het maken van keuzes in het leven, en een meisje dat overdag in een hotel schoonmaakt en in de avonduren achter een roodverlicht raam zit op De Wallen. Ze koesteren allemaal hun dromen. En het had ook allemaal net iets anders kunnen lopen.”
Mozart indachtig probeert Loy in zijn verhaal en personages zowel diepte als lichtheid te verenigen. „In Così fan tutte worden de vier jongelingen weliswaar beroofd van hun optimistische hersenspinsels over de liefde-illusies. Maar naast het lijden staat de loutering. Ze ondergaan een verrijkende ervaring. Daarin zit het idee van de catharsis uit het klassieke Griekse theater. Ik ga voor kunst als een helende belevenis. Voor politici die het nog steeds niet begrijpen, roep ik andermaal: kunst is helend, horen jullie dat?!”
„Deze film gaat ook over het aanvaarden van het lot, van de aard van het leven. Ik geloof in kunst als een spiegel van jezelf, je omstandigheden, dat je die beter leert begrijpen door de ogen van anderen. En dat zo’n wisselend perspectief je kan inspireren om de stap te zetten naar vergevingsgezindheid, daar waar tegenwoordig de echte schaarste en armoede zit. Mijn favoriete Mozart-opera’s zijn niet voor niets Così fan tutte and La clemenza di Tito, die dat als rode draad hebben. Zowel Mozart als de oude Grieken vermengden al vernuftig de lach en de traan in hun theaterervaring. In enkele uren de verscheidenheid aan emoties ondergaan, dat reinigt geest en lichaam. Wat dat betreft geloof ik in film, opera en toneel als leerscholen om tot een beter mens uit te groeien.”