Opera is een rauwe, magische machine in debuut van Milo Rau

Recensie Muziek

Mozarts ‘La clemenza di Tito’ Een goede opera kan veel hebben, zelfs een destructieve regie. Bij Opera Vlaanderen maakt de spraakmakende regisseur Milo Rau zijn operadebuut. NRC reageert in de stijl van Raus theatermanifest: een recensie in 10 punten.

Scène uit ‘La clemenza di Tito’ door Opera Vlaanderen.
Scène uit ‘La clemenza di Tito’ door Opera Vlaanderen. Foto Annemie Augustijns

1. Voor zijn laatste opera, La clemenza di Tito, componeerde Mozart briljante muziek. De spraakmakende Zwitserse regisseur Milo Rau, die canonieke theaterteksten graag terugsnoeit tot een stompje, kiest er bij zijn operadebuut aan de Opera Vlaanderen voor Mozarts noten ongemoeid te laten.

2. Mozarts muziek bruist en leeft bij Opera Vlaanderen, waar deze productie voor het eerst live te zien is, na de online-première in 2021 vanuit Genève. Muzikaal leider Alejo Pérez laat orkest en koor schitteren, deinst er niet voor terug schurende dissonanten uit te lichten en bovenal: hij draagt zijn zangers.

3. Mezzo Anna Goryachova is groots als Sesto, de man die uit liefde voor de machtsgeile Vitellia bereid is zijn vriend, keizer Tito, te vermoorden. Met haar diep-donkere altregister bezorgt Goryachova je kippenvel, haar parelende coloratuur reikt ver voorbij het vertoon. Haar Sesto, met zijn frêle, verscheurde masculiniteit, is magnifiek.

4. Maar ook de andere rollen zijn geweldig bezet: sopraan Anna Malesza-Kutny als Vitellia, zelfs in haar hartvochtigheid wanhopig humaan; tenor Jeremy Ovenden als Titus: een genereuze alfaman die de revolutie omarmt uit machtsbehoud. De Nederlandse mezzo Maria Warenberg imponeert als Annio.

5. Mozart schreef zijn opera voor de kroning (1791) van Leopold II, die zich profileerde zich als een verlicht heerser. Om aan die zelfwaan tegemoet te komen, gebruikt Mozart het verhaal van de vergevingsgezinde Romeinse keizer Titus. Milo Rau – die leeft voor het doorprikken van machtsdynamiek – stelt vervolgens de vraag: ís Titus wel zo nobel? Hij situeert het verhaal in de kunstwereld: Tito is bij Rau een sterkunstenaar die zijn engagement ‘speelt’ om zijn positie te behouden. En stelt zichzelf vervolgens de vraag: doe ik als regisseur niet precies datzelfde? Maak ik mijn engagement niet te gelde met deze productie? Zo lopen het Romeinse verhaal, de revolutionaire tijd van Mozart én 2023 voortdurend in elkaar over, terwijl gele hesjes en paramilitairen huishouden op de bühne en omineuze beelden uit de marge (gefilmd in de coulissen) op het scherm verschijnen.

6. De beeldenrijkdom in de voorstelling is overweldigend. Kunst en werkelijkheid zwieren grimmig om elkaar heen, dwars door het brandende Rome, de modernekunstwereld en het IS-kalifaat. Bijna elke scène eindigt met een iconisch beeld dat als tableau vivant geënsceneerd wordt, zoals Rau eerder deed met Het lam gods. Ditmaal zijn het revolutiebeelden, zoals de kus van Honecker en Breznjev en De dood van Marat die op het podium ontstaan.

7. Als artistiek leider van NTGent (2017-2023) publiceerde Rau een tien-punts-manifest over de toekomst van het theater. Met zijn innovatieve documentaire-toneel, dat ook in Nederland regelmatig te zien is, wil hij de ‘echte’ wereld op het podium halen door ‘gewone’ mensen te laten meespelen. Dat kan een gimmick worden, maar hier werkt het. Rau toont de buitenwereld in al zijn gruwelijkheid, schoonheid en kracht. Sommige figuranten zijn zichtbaar geroerd als hun minidocu’s op het scherm verschijnen, terwijl de hoofdrolspelers met overgave hun aria’s zingen.

8. Rau uitte in het verleden zijn argwaan jegens ‘professionaliteit’ (want ‘burgerlijk’) en het operabedrijf is de meest geprofessionaliseerde van alle kunsten. Maar ook al delen de hypergetrainde zangers de bühne met ‘gewone’ mensen, het geschiedt met bewondering en wederzijds respect. De liefde spat eraf.

9. Sowieso voelt Rau zich niet te groot om tegen zijn manifest te zondigen. Zie punt 8: dit schitterende draaischijfdecor, een januskop van kunstatelier en verwoeste stad, past nimmer nooit in een bestelbusje. Voor iemand die continu hamert op collectiviteit, diversiteit en de ‘echte wereld’, is wel opvallend hoezeer producties van Milo Rau over Milo Rau gaan. Ook de vorm van deze recensie gaat over Rau. Maar Rau doorziet dat en pareert het met een voorstelling die hem verre overstijgt.

10. Waarom moet ik dit zien? De huiveringwekkende executies? Een kind dat voorzichtig aan het lijk van haar moeder schudt en er dan tegenaan kruipt? Waar is de pseudo-romeinse salonintrige waarvoor ik betaald heb? De revolutie en het sterven bleven toch aan de koude kant van de poort? Ja, het is rauw. Maar dit is theater, en theater is een magische machine, waar de werkelijkheid groter is dan ze lijkt. Het hart dat aan het begin uit de borst van ‘de laatste Antwerpenaar’ wordt gesneden, gaat van hand tot hand, en het blijft kloppen.