Openingsfilm ‘Sweet Dreams’ van Nederlands Film Festival is koortsdroom van het kolonialisme

Recensie Film

Nederlands Film Festival Het Nederlandse koloniale verleden is een zwaar ondervertegenwoordigd onderwerp in de Nederlandse film. Ena Sendijarević maakt in het inventieve, grillige, ironische ‘Sweet Dreams’ in één klap alles goed.

„Vroeg of laat is het hier allemaal voorbij voor ons.” Ena Sendijarević’ bitterzoete koloniale satire Sweet Dreams die vrijdag het Nederlands Film Festival opende, is nog maar net begonnen, of we weten al dat we op het einde afstevenen. Het einde van de Nederlandse koloniale overheersing van Nederlands-Indië. Het einde begint vaak al heel lang voordat het afgelopen is.

Want het is pas ‘rond 1900’ in de gebeurtenissen die Sendijarević schildert. Geen toevallig jaartal: dat was het moment dat in Nederlands-Indië de ‘nationale beweging’ op gang kwam, die door scholing en culturele emancipatie uiteindelijk tot de Onafhankelijksoorlog van 1945-1949 leidde. In Sweet Dreams zien we dat in de plot geweven doordat een staking van de inheemse arbeiders voor betere arbeidsomstandigheden de suikerplantage bedreigt waar de film zich afspeelt. Niets zal blijven hoe het was.

Het Nederlandse koloniale verleden is een zwaar ondervertegenwoordigd onderwerp in de Nederlandse film, en Sendijarević maakt in haar inventieve, grillige, ironische film in één klap alles goed. Eerder deze zomer werd de film op het filmfestival van Locarno al onderscheiden met een acteerprijs voor hoofdrolspeelster Renée Soutendijk.

Naïeve schilderijen

Sendijarević’ bijna allegorische kijk op het verval van het huis van patriarch Jan is geschilderd in het platte groen dat aan de naïeve schilderijen van Henri ‘Le douanier’ Rousseau doet denken.

Maar haar blik is allesbehalve naïef. Hoewel de film vol met sterke plotelementen zit – de staking, de dood van Jan, het rondslepen met zijn lijk alsof we in de dekoloniale versie van Alfred Hitchcocks The Trouble with Harry zijn terechtgekomen – is de film eerder formalistisch dan psychologisch.

Met vertekende perspectieven, een afstandelijke vertelstructuur met zes hoofdstukken, met al dat junglegroen en die bespottelijke zweterige koloniale kleding, presenteert de film een koortsachtige nachtmerriewerkelijkheid waarin muggen oorverdovend zoemen. Tropenkolder heette dat vroeger.

Blijven of weggaan, en hoe dan? Dat is kort samengevat het centrale dilemma. Weduwe Agathe (Soutendijk) is in Indië geboren; er is voor haar geen toekomst buiten haar smoezelig geworden witte privilege. Haar zoon Cornelis en zijn hoogzwangere vrouw Josefien hebben geen band met het tweede thuisland van hun ouders en zijn een verfrissende, maar ook enigszins verontrustende aanwezigheid in deze vleesgeworden sterfhuisconstructie. Ze snappen dat er voor hen op de plantage geen toekomst is, maar hebben ook geen idee hoe ze de boel netjes moeten overdragen. Als het aan hen ligt, plunderen ze de boel voorgoed.

Verrukkelijk absurdisme

Uit dit soort nuances blijkt hoe goed Sendijarević, die zelf het scenario schreef, haar film in elkaar zette. Voortdurend kun je lijntjes doortrekken naar het heden. De film hoeft niet voor ons uit te spellen hoe dun de scheidslijn tussen dekolonisatie en neokolonialisme is. Het verrukkelijke absurdisme, de bizarre dialogen, de terloopse wreedheden, de mythische mystiek van de ‘stille kracht’, de seksuele aspecten van koloniaal gedrag vullen dat wel in. Sendijarević deinst nergens voor terug, maar behandelt alles met een empathie die haar personages ontberen.

En anders dan in de (schaarse) eerdere speelfilms die in Nederland over het eigen koloniale verleden zijn gemaakt, heeft ze oog voor de gecompromitteerde situatie van de inheemse bewoners. Huishoudster Siti en haar minnaar Reza, een opstandige revolutionair zijn misschien wel de echte hoofdfiguren van deze film, en in ieder geval degenen die de toekomst bepalen, maar zij zijn geen onschuldige helden.

Sendijarević bewees al met haar in Bosnië gedraaide debuutfilm Take Me Somewhere Nice (2019) een zeer getalenteerde filmmaker te zijn die ongemakkelijke onderwerpen niet uit de weg gaat en over filmische referenties én zelfspot beschikt. Sweet Dreams is veel gevaarlijker dan hij in al zijn virtuoze visualiteit lijkt. Aan het einde strekt een kind zijn hand naar de hemel uit en vangt de volle maan tussen zijn vingers. En droomschoon beeld. Dan knijpt hij haar fijn.