Op vuurwerkjacht met boa’s in Hoek van Holland: Handhaven kan alleen bij een ‘heterdaadje’


Reportage

Vuurwerkoverlast In Hoek van Holland, onderdeel van gemeente Rotterdam, geldt een vuurwerkverbod. Deze avond zwerven zes boa’s en twee agenten door de straten. „Ben ik nu de sjaak?”

Boa’s op de fiets in gesprek met vuurwerkafstekers in Hoek van Holland.
Boa’s op de fiets in gesprek met vuurwerkafstekers in Hoek van Holland.

Foto Merlin Daleman

Voordat de buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) deze winderige donderdagavond in Hoek van Holland de straat op gaan om te controleren op het afsteken van vuurwerk, wil Dennis Roerdinkholder – teamleider milieu en vuurwerk van de gemeente Rotterdam – in ieder geval één afspraak maken met zijn mensen. „Ik krijg iedereen met handen en voeten terug. Afgesproken?”. Er wordt geknikt.

Ruim vijftig controleurs zijn deze avond in de regio Rotterdam actief om erop toe te zien dat er geen explosieven en vuurpijlen de lucht ingaan. Het is de eerste dag dat er in Nederland officieel vuurwerk mag worden verkocht. Rotterdam, inclusief de 25 kilometer westelijk gelegen kustplaats Hoek van Holland, is een van de twaalf gemeenten waar een algeheel verbod geldt op het afsteken van vuurwerk.


Lees ook: Twaalf gemeenten verbieden vuurwerk tijdens de jaarwisseling, Mook is de kleinste

In Hoek van Holland zwerven deze avond zes boa’s en twee politieagenten door de straten vernoemd naar zeevaarders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Allemaal in burger om de pakkans te vergroten. Twee boa’s rijden rond in een onopvallende auto met het formaat van een dobbelsteen, sommige controleurs fietsen en enkelen trekken te voet door de vier buurten waar de afgelopen dagen meldingen van overlast waren.

„Vuurwerkcontrole is niet de makkelijkste tak van sport”, vertelt Roerdinkholder. De opsporingsambtenaren mogen alleen verbaliseren als ze met eigen ogen zíen dat iemand vuurwerk afsteekt. Een knal horen is geen reden om in te grijpen.

‘Het brandt in hun zak’

Met boa’s Frans en Carmen (vanwege hun privacy staan ze niet met hun achternaam in de krant), bewapend met handboeien en portofoon, rijden we door de straten. Veel huizen hebben uitbundige kerstversieringen. Op straat is het doodstil. „Het lijkt wel of iedereen opgesloten zit”, zegt Carmen. Frans verwacht nog wel het een en ander. „Mensen hebben net vuurwerk gekocht. Het brandt in hun zak”, zegt hij. Vanavond al afsteken is volgens hem ook verleidelijker dan wachten op oudjaar. „Nu gaat je vuurpijl nog niet op in de massa”.

Na een half uurtje klinken luide knallen bij de Tasmanweg. Via de portofoon worden de troepen gemobiliseerd. Twee volwassen mannen hebben met een grondboor een gat in de grond gemaakt, er een pvc-buis in geplaatst en zijn doende explosieven de lucht te schieten. Een heterdaadje.

„Ik vorder de uitlevering van je vuurwerk”, zegt een agent.

„Dat kan”, zegt de man met de boor in handen.

„Verder niets in huis”, vraagt de agent.

„Alleen het normale legale vuurwerk”, zegt de verdachte, die wil weten of hij nou „een taakstraf ofzo krijgt”.

Dat durft de agent niet te zeggen. Daar moet de officier van justitie zich laten over buigen. Taakstraf of boete.

In de bijkeuken van de nabijgelegen woning van de man begint de politie een speurtocht. De echtgenote zit onderwijl onaangedaan tv te kijken in de kamer ernaast. De politie vindt twee kartonnen dozen met acht shells en achttien thundergames. Professionele knallers. De verdachte doet vrijwillig afstand.


Vuurwerkverbod in Soest? ‘Ze verkopen het, dus dan mag je het ook afsteken’

Kofferbak vol vuurwerk

Even later posten de opsporingsambtenaren in de Van Caerdenstraat bij een paar houten schuurtjes van waaruit mogelijk vuurwerk wordt afgestoken. Dan zien de handhavers opeens dat even verderop enorme vuurwerkbommen de lucht ingaan. Twee mannen rijden rond in een Mercedes met, zo zal later blijken, de achterbak vol vuurwerk. Ze steken af en toe een explosief aan en nog voordat het spektakelstuk volledig in rook is opgegaan, scheuren ze al weer naar een andere plek om opnieuw vuurwerk te laten regenen. Het is een mobiele vuurwerkshow die op balkons en vanuit auto’s vol bewondering wordt gadegeslagen door buurtbewoners.

„Allemaal legaal spul dat ik vandaag heb gekocht”, zegt de bestuurder van de Mercedes als de politie hem staande houdt.

„Maar je mag het niet afsteken”, zegt de agent.

„Oh, mag dat niet”, vraagt de verdachte. „Ben ik nu de sjaak?”

De mannen worden met een waarschuwing weggestuurd. „Ik zou tegenover een rechter niet met zekerheid kunnen zeggen: ‘ik zag dat deze man iets afstak’. En dat moet nu eenmaal”, zegt de agent. Boa Frans blijft er laconiek onder. „Het is gewoon een sport. Ze doen het erom.”

Explosievenkast

Later, tijdens de koffiepauze op het politiebureau, vertelt wijkagent Jeroen (48) – geboren en getogen in deze buurt – dat hij als puber zelf ook wel eens werd betrapt op het afsteken van vuurwerk, dagen voordat dit mocht. Hij moest van een agent zijn vuurpijlen en rotjes inleveren, kreeg een ontvangstbewijs en zou het spul op oudejaarsdag terugkrijgen. Toen hij zich op de laatste dag van het jaar bij de politie meldde, wist de dienstdoende agent niet wat ze nu ook al weer van Jeroen in beslag hadden genomen. „Is dit allemaal van jou”, vroeg de agent. Jeroen knikte, ook al was het veel meer spul dan hij van zijn zakgeld had aangeschaft. „Ik ging met een vuilniszak vol vuurwerk naar huis.”

Tegenwoordig is alles veel strakker geregeld. Van elke handeling moet een proces-verbaal worden opgemaakt. Jeroen toont de buit van deze avond. In een speciale ruimte staat de explosievenkast waar het in beslag genomen gevaarlijke vuurwerk ligt, voor de veiligheid verpakt in speciale antistatische zakken. Shell bomba staat er op de beige knalballen, formaat handgranaat. De gebruiksaanwijzing is volledig in het Pools.