Er zijn weinig succesvolle cabaretduo’s die het al zo lang met elkaar volhouden als Plien van Bennekom (54) en Bianca Krijgsman (56). Sinds ze elkaar begin jaren negentig op de kleinkunstacademie leerden kennen werken ze samen. Ze maakten Zaai (Villa Achterwerk) en een reeks theaterprogramma’s vol sketches, excentrieke typetjes en bonte verkleedpartijen. Onlangs ging hun elfde voorstelling Harrekidee! in première.
Verhalen over intensief samenwerkende artiesten die beïnvloed door succes bonje krijgen zijn talrijk. Een woedende Noel Gallagher zat zijn broer en Oasis-collega Liam tijdens albumopnames eens achterna met een cricketbat. Hoe ziet het vele samenzijn van Plien en Bianca eruit? NRC beleefde een voorstellingsdag met ze mee.
Vanavond treden ze op in de Leidse schouwburg. Tourmanager en productieleider Stephan bestuurt het huurbusje. Het ruikt er vaag naar uien. Het blijkt het avondeten in de achterbak, net door Stephan opgehaald bij hun vaste cateraar. Bianca: „Wat hebben we mee?” Stephan denkt een gerecht uit Indonesië. „Een soort bami volgens mij.” Naast de Indonesische bami ligt een tas met onderkleding voor het duo die Stephan vanmorgen thuis heeft gewassen.
Ze treden drie keer per week op, maar zijn elkaar op de andere dagen niet zat. Zo heeft Bianca net een nieuwe vloer en Plien wil die binnenkort graag komen bekijken. Voordat ze net instapten hebben ze „natuurlijk” al met elkaar gebeld. „Normaal gesproken nemen we hier altijd onze levens door”, vertelt Plien. „Maar dat kan vandaag niet door jou.” Bianca: „Eigenlijk vinden we dit gedeelte het leukste. Naar Leiden is helaas een kort ritje.”

Spreeksnelheid
Op dubbele spreeksnelheid nemen ze de dialogen uit hun voorstelling integraal door. Dat doen ze altijd op speeldagen, legt Plien uit. Onderweg („Hé, kijk!”) ziet Bianca een andere bestuurder al rijdend tandenpoetsen en vlak voor Leiden zanger Ben Cramer. Plien: „Hij lijkt erop, maar het is hem niet. Ik denk ook niet dat Ben Cramer zelf autorijdt.”
In de schouwburg volgt inspectie van podium en zaal. Ze lopen meermaals het smalle trappetje aan weerszijden van het podium op en af. Overeenstemming: een eng trappetje. Bianca onderzoekt de loge aan de zijkant. „Kunnen deze mensen eruit?” Nee, zegt lichttechnicus Marco. „Dus die moeten jullie niet het podium op vragen.” Eenmaal in de artiestenfoyer met thee evalueren ze de kantine-achtige ruimte. Bianca heeft het hier de afgelopen tien jaar wel vijf keer helemaal anders gezien. Meestal betekent een nieuwe directeur ook een nieuwe artiestenfoyer, reageert een theatermedewerker.
Het duo blijkt geen solotijd nodig te hebben. Er wordt lustig op los gekeuveld over een onlangs gekocht drumstel, en er is iets met een toetsweek van een puberzoon – maar dat mag niet in de krant. Hun liefde voor sarcasme, deadpan-humor en ongemak blijkt soms ook naast het podium. Bianca vraagt zich af of ze moeten betalen voor de gekoelde flesjes water. Plien met overdreven gespeelde ernst: „We gaan water pakken en er niet voor betalen.”
Behalve om hun eigen voorstelling te spelen, gaan ze ook geregeld samen naar het theater voor voorstellingen van anderen. Ter inspiratie, maar het blijkt ook wel eens intimiderend. Bianca: „Dan is het zo goed dat ik denk: ik kan helemaal niks.” Laatst zaten ze nog in de Amsterdamse stadsschouwburg bij Prima Facie van ITA. „En ken je de serie Succession?”, vraagt Plien. „We zagen in New York die actrice (Sarah Snook, red.) The Picture of Dorian Gray spelen. Dat was mind-blowing.”

Eten
Iets na vijven wordt er met tourmanager Stephan en het licht- en geluidsduo gegeten. Gezamenlijk eten vinden ze erg belangrijk: „Een beetje gezelligheid en het gevoel van samen een clubje zijn.” Plien en Bianca eten niet zoveel, uit angst voor lichamelijk ongemak tijdens hun voorstelling waarin veel bewogen moet worden. Tijdens voorstellingen gaat het altijd goed, maar soms ternauwernood. Bianca: „Na afloop roep ik vaak snel tegen Stephan: ‘Steef, doei, ik moet kakken!’” Plien: „Erg jammer wel, want thuis kan ik dit nooit namaken. Er blijft vaak eten over en dat neemt hij dan mee naar huis.” Ze wijst geluidstechnicus Seth aan.
Tijdens het eten geen woorden over de voorstelling van vanavond. Wel overleg over een „leuke seizoensafsluiting” in juni. Blijven slapen in Maastricht wellicht? Lichttechnicus Marco is voor. Hij weet er een „super goeie cocktailbar verstopt onder de grond”. Agenda-moeilijkheden, maar Plien en Bianca vinden „ergens feestvieren” een aantrekkelijk idee. Stephan vindt die opmerking dan weer „goed voor jullie imago nu de krant mee is”.
Er wordt veel gepraat over andere theatervoorstellingen. De recensies en première van een collega worden doorgenomen. Net als het gedrag van een bekende cabaretier. Hij zou tegen iemand gezegd hebben dat hij de voorstelling fantastisch vond en tegen een ander dat hij het niet zo goed vond. De meningen zijn verdeeld of je na afloop van een première eerlijk kan zijn. Bianca concludeert dat het geen leuke wereld is en Plien: „Het is make believe.”
Samen een beetje pruttelen met make-up, kletsen. Dat zorgt voor een fijn soort concentratie
Plien en Bianca treffen Stephan na het eten in hun kleedkamer op de grond. „Oh, je bent hier!” Liggend vertelt hij over een ‘toptip’ voor zijn pijnlijke rug die hij net kreeg van de geluidstechnicus. „Blijf lekker liggen lieve schat”, aldus Plien, terwijl ze naast Bianca voor de spiegel gaat zitten om zich op te maken. ‘Natúúrlijk’ delen ze een kleedkamer, klinkt het. „Samen een beetje pruttelen met make-up, kletsen. Dat zorgt voor een fijn soort concentratie.” Ze kunnen zich niet voorstellen dat ze dat apart zouden doen. Kan je überhaupt níet bevriend zijn maar wél zoveel samenwerken?, vraagt Bianca zich af. Plien: „Er zijn toch wel artiesten die aparte kleedkamers hebben?”
Ze komen niet tot een voorbeeld waarbij hun vriendschap en werk botsen. Ze hebben „gewoon heel erg dezelfde smaak”. Ook delen ze een grote liefde voor uitbundige verkleedpartijen. Het moment waarop ze voor het eerst hun kostuums passen is altijd „heel feestelijk”. Bianca: “Je gaat er anders door lopen, praten, bewegen.” Plien vindt een bepaald glitterpak uit de voorstelling heel mooi. Hoewel ze het eigenlijk beiden nóg leuker vinden als ze ‘verschrikkelijke kleren’ aan hebben.


Foto’s Andreas Terlaak
Kledingwissels
Tijdens het maakproces hebben ze een zelfde soort rol, vertellen ze al make-uppend, haren kammend en tandenpoetsend. Ze komen met halve ideeën naar een repetitielokaal en in samenwerking met tekstschrijver Roel Bloemen, choreograaf Daan Wijnands, kostuum- en decorontwerpers Regina Rorije en Arno Bremers en regisseurs Kees Prins en Patrick Stoof worden die ideeën scènes met bijpassende kostuums.
Ze werken best intuïtief, leggen ze uit. Zo wilden ze heel graag ‘iets’ met opera doen – „vrouwen die qua fysiek leken op Montserrat Caballé” –, maar toen ze er eenmaal ongeveer zo uitzagen veranderde de scène plotseling: dit zijn drukke vrouwen, zo voelden ze allebei. Ergens in de repetitieruimte slingerden wat mappen, dus toen werden het: drukke vrouwen met mappen. Zo sleutelden ze verder, totdat er uiteindelijk een scène in de voorstelling Harrekidee! belandde met twee bloedserieuze begeleiders in een verzorgingshuis die elkaar maar moeizaam weten te vinden. „Een zorgelijke periode met veel slecht slapen”, aldus Bianca over dat proces. „Onze hoofden staan dan nooit stil.”
Tijdens het soundchecken gebeurt er vooral veel naast het podium. Tourmanager Stephan is in de coulissen aan het ‘pre-setten’. Oftewel: een grote hoeveelheid kostuums en pruiken op een bepaalde volgorde aan het klaarleggen. Tijdens de voorstelling helpt hij de zo’n tien kledingwissels per persoon zo snel en soepel mogelijk verlopen. Hij wijst naar een schaar. „Soms zit er iets vast en knip ik het gewoon open. Dan moet ik de volgende dag wel naar de kleermaker.”

Na de soundcheck wordt door Bianca een groot blaasinstrument ingesmeerd. „Je vader komt donderdag, toch? Dan gaat hij hier zéker over beginnen.” Het ingesmeerde instrument blijkt van Pliens vader. Een hoarder, volgens Bianca. Plien: „Hij is geen hoarder! Hij heeft gewoon veel instrumenten.” Een half uur voor aanvang gaan ze „tot zichzelf komen” in de kleedkamer. Maar wel gezamenlijk: puzzelen, appen en kletsen. Plien: „Anders ben ik straks hysterisch en meteen bij het eerste nummer buiten adem.”
Na de voorstelling, een wervelende opeenvolging van sketches vol onverwachte wendingen, ruimt Stephan de stapel pruiken en jurken op. Hij had zich verbaasd over de inspanningen van de aanwezige fotograaf: „Volgens mij heeft hij de hele voorstelling gewoon gefilmd.” Binnen tien minuten zit iedereen weer in het busje. „Dan had je een leuke scoop gehad”, roept Plien als Stephan bijna per ongeluk door rood rijdt. Het gaat verder over Yentl en de Boer die morgen komen kijken en de onlangs verongelukte Angie Stone.
Voor het duo blijkt de dag nog niet voorbij. Slapen kunnen ze voorlopig niet. Beiden gaan „alleen op een stoel allemaal eten naar binnen werken.” En morgenochtend? Gelijk even appen met elkaar.



