De VVD heeft vaker moeilijke tijden gekend, en kwam daar ook altijd weer uit. En daarom, is de boodschap op het VVD-congres in Noordwijkerhout, komt het ook nu wel weer goed met de VVD. „Een storm”, noemt partijleider Dilan Yesilgöz de toestand waarin haar partij nu al een tijdje verkeert. „Maar een storm gaat ook weer liggen.”
Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel), om wie het partijcongres van de VVD in Noordwijkerhout voor een groot deel draait, zegt: „We staan vol in de wind, en het is heel vervelend dat ook de spreidingswet de partij verdeelt. Daarom dacht ik van tevoren: oei, dat kan een heftig congres worden.”
Maar de VVD kan iets wat geen enkele andere partij kan: de onrust op het oog wegnemen door met z’n allen te beslissen dat er geen onrust meer is. Anderhalf uur is het even lastig voor Yesilgöz en de partijtop. Een lange rij leden mag bij de microfoon vragen stellen over de slechte verkiezingsuitslag, de formatie met de PVV, en over het gedoe met de spreidingswet van Van der Burg, waar de VVD campagne tégen voerde, maar waar de Eerste Kamerfractie van de VVD vorige week vóór stemde.
Wolf in schaapskleren
Bij de microfoon zegt VVD’er Diederik Ruys (53) uit Den Haag dat Geert Wilders „een wolf in schaapskleren” is. „Wees waakzaam!” In de zaal wordt er nauwelijks op gereageerd, er komt ook geen antwoord op van Yesilgöz. Diederik Ruys denkt, zegt hij later, dat de VVD „bang” is om de positie van partij in het centrum van de macht kwijt te raken. Hij denkt ook dat de VVD alsnog zal beslissen om wél in een kabinet te stappen met de PVV. En dat het zover is gekomen dat de PVV de grootste partij werd, volgens Ruys komt dat door de VVD: „Wij hebben die partij in het zadel geholpen door het cordon sanitaire op te heffen.”
Het congres zou gaan over de Europese verkiezingen in het voorjaar, met VVD-lijsttrekker Malik Azmani als middelpunt. Dat het om iets anders zou draaien, wist de partij al sinds eind vorig jaar. In Noordwijkerhout moet Dilan Yesilgöz voor het eerst sinds de verkiezingsnederlaag de leden toespreken. Haar leiderschap is wankel. Conservatieve VVD’ers vinden dat ze voluit met de PVV moet regeren, en zijn boos dat de spreidingswet er toch komt. Meer progressieve VVD’ers vinden dat met de PVV niet gepraat mag worden. In beide vleugels hoor je twijfel of zij de onrust weg kan nemen. Zoals de uitgesproken Diederik Ruys: „Ik vind haar heel zwak overkomen.”
Lees ook
de VVD is vleugellam
Er zijn ook VVD’ers die in de rij bij de microfoon juist komen vragen om steun van de héle zaal voor Yesilgöz, in de gangen wordt Yesilgöz aangesproken door leden die haar ongevraagd komen zeggen dat ze „100 procent” achter haar staan. En er zijn veel VVD’ers die zeggen dat het juist goed gaat: „Kijk naar alle mensen die hier zijn, en hoe fijn de sfeer is.” Daar moeten ándere VVD’ers dan wel weer om lachen. „Dat het góéd gaat? Nee natuurlijk gaat het niet goed”, zegt oud-Kamerlid en oud-wethouder in Den Haag Anne Mulder. „Er was heel veel onduidelijk, al in de campagne: je wil wel met de PVV samenwerken maar niet als die partij te groot wordt?” Maar Yesilgöz, zegt Mulder, is nog maar net begonnen. „Het is altijd moeilijk voor een nieuwe leider. Dat had Rutte ook. Hij is daar toen gelouterd uitgekomen. We moeten nu ook een consistente koers zien te vinden.”
Eerdere stormen
In Noordwijkerhout gaat het op deze zaterdagmiddag veel over ándere VVD-congressen waar de partij en de partijleider, toen nog Rutte, het moeilijk hadden met elkaar. De ‘stormen’ die de partij eerder doorstond. In Rosmalen, in 2009, toen de VVD in de peilingen net als nu op zo’n twaalf zetels stond en Rutte bijna aan de kant was gezet. En in 2007 in Veldhoven, toen Rutte zijn rivaal Rita Verdonk uit de Tweede Kamerfractie had gezet en de partij bijna in tweeën splitste. In Noordwijkerhout begint Rutte er zelf over, tegen journalisten. Hij lacht en zegt dat toen 40 procent van de zaal hem weg wilde hebben. „Jullie dachten dat het maar een derde was, omdat ik dat toen zei. Maar dat was bluf!”
Hij gaat achterin de zaal zitten om naar Yesilgöz te luisteren. Haar speech duurt een half uur. De zaal zit helemaal vol, de stemming is lauw, maar niet opstandig. Ze krijgt een mager applaus als ze zegt dat de VVD trots mag zijn op de anderhalf miljoen kiezers, en dat de VVD „de laatst overgebleven volkspartij” is.
Hard applaus is er pas als ze Eric van der Burg bedankt, die staand langs het zijpad staat toe te kijken. De VVD liet het kabinet-Rutte IV vallen om asiel en migratie, en als lijsttrekker voerde Yesilgöz campagne tegen de spreidingswet van Van der Burg. Het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt moet omlaag voor er over spreiding gepraat kan worden, vond ze. Maar in de zaal, zegt ook Van der Burg na afloop, zitten veel lokale bestuurders: burgemeesters en wethouders. Daar is relatief veel steun voor de spreidingswet. Van der Burg en zijn wet hebben een makkelijke middag.
Zelfkritiek
Zoals Rutte dat op ieder lastig congres ook deed, heeft Yesilgöz kritiek op zichzelf. Een paar dagen na de verkiezingen van november had ze gezegd dat de VVD alleen in een gedoogconstructie met de PVV zou willen regeren. „Mensen waren zo boos”, zegt ze over de reacties van partijgenoten die ze daarop kreeg. Ze had zich, zegt ze nu, „te veel gericht op wat we niet gingen doen, en te weinig op wat we wel wilden doen”.
Betekent dit dat de VVD alsnog wél wil regeren met de PVV? Of heeft ze alleen spijt van haar toon? De politieke betekenis van haar zelfkritiek wordt niet duidelijk. Niet in haar toespraak, en na afloop evenmin. Ze had een sneer in haar tekst voor PVV-leider Geert Wilders. „Als je heel vakkundig boze berichten de wereld instuurt, kun je er zelfs verkiezingen mee winnen.” In de zaal reageert bijna niemand.
Lees ook
deze aflevering van Haagse Zaken over de spreidingswet en de VVD