Op het Deense eiland Samsø accepteren ook tegenstanders de windmolens

Voor een eiland met een uitzonderlijke reputatie in Denemarken en daarbuiten ziet Samsø er gewoontjes uit. Waddenachtig. Aangeharkte percelen, goed onderhouden wegen. Het is er groen en in de hoofdplaats Tranebjerg staan witgeschilderde, bakstenen huizen met dakpannen. De enige hint voor de argeloze bezoeker die aan komt varen, zijn de 21 ijverig draaiende windmolens die vanaf de veerboot te zien zijn.

Samsø draait bijna volledig op groene energie. Voor de bijna vierduizend permanente bewoners is er dorpsverwarming, gestookt met stro van eigen boeren, en zijn er zonneparken. Veel huishoudens hebben warmtepompen. Voor zo’n 97 procent van de verwarming op het eiland wordt hernieuwbare energie gebruikt. De windmolens wekken zelfs zo veel elektriciteit op – meer dan de bewoners zelf gebruiken – dat het eiland zichzelf al sinds 2002 CO2-neutraal mag noemen.

Het was de Deense minister van milieu Svend Auken die bedacht dat een Deens eiland klimaatneutraal moest worden. Tijdens de klimaattop in Kyoto, in 1997, verzon hij een stunt om meer aandacht te vragen voor vergroening. Auken (overleden in 2009) schreef een wedstrijd uit en Samsø won. Het doel was binnen tien jaar energieneutraal te worden – op eigen kracht (de overheid leverde geen extra geld of hulp), marktconform en met bewezen technologie. Een status die het eiland al na vijf jaar haalde.

Toch is de burgemeester van het eiland, de Nederlander Marcel Meijer (58), geen ‘klimaatdrammer’. „Ik ben niet iemand die mensen opdringt wat ze moeten doen, dat zit niet in mijn aard”, zegt hij tijdens een rit over het eiland in de (benzine)auto van de verslaggever. Zelf rijdt hij elektrisch, al is het pas sinds kort. „Ik wilde al heel lang een elektrische auto en dat is vanuit de gemeente ook beleid”, zegt hij. „Maar die van mij deed het nog goed, en ik vond het ook een beetje vreemd om ’m daarom in te wisselen.”

Benzine is ook gewoon verkrijgbaar op Samsø – de gemeente kan het niet verbieden. Op de veerboot naar het eiland staan vooral benzineauto’s, plus een tankwagen van Shell. Er vaart slechts één fietser mee.

Meijer leidt rond bij een van de voorzieningen voor dorpsverwarming. In een grote, hoge loods liggen honderden balen stro opgestapeld, om een voor een te worden verbrand. De voorziening is in handen van de gemeente. Ook dat is onderdeel van de transitie: de energiebronnen zijn zoveel mogelijk publiek bezit, zowel van de lokale overheid als van inwoners, die samen eigenaar zijn van de windmolens.

De uit Nieuwe Pekela afkomstige Meijer, een lange man met vriendelijke ogen en een nog altijd Groningse tongval, woont sinds 1992 op het eiland. Hij kwam er voor de liefde. Meijer werkte voor de vakbond en ging de lokale politiek in voor de sociaal-democratische partij. In 2014 werd hij gekozen als burgemeester. „De eerste rode burgemeester ooit van Samsø”, zegt hij trots. Toen was de energietransitie al in volle gang. Zijn bestuurlijke opdracht was die transitie niet alleen voort te zetten, maar ook te versnellen. Het volgende doel van Samsø is in 2030 volledig fossielvrij te zijn.

Klachten over windmolens

Dat gaat niet vanzelf, vertelt de getogen Samsø’er Michael Kristensen van de Energie Academie, opgericht om de transitie te begeleiden. „Fundamentele veranderingen kun je een kleine gemeenschap niet opdringen”, zegt hij. „Op deze plek verzamelen en ontwikkelen we kennis over verduurzaming, en gaan we vooral veel en vaak in gesprek met de bewoners van het eiland.”

In het duurzaam gebouwde pand van de Academie vertelt Kristensen over de democratische en inclusieve aanpak van de organisatie. Het gebouw heeft veel ruimte voor de bijeenkomsten die regelmatig worden georganiseerd. „In de begintijd vonden hier veel gesprekken plaats over hoe inwoners zelf deel konden uitmaken van de energietransitie, hoe dit iets van ons allemaal zou kunnen zijn en hoe iedereen er beter van zou kunnen worden”, zegt hij. „Over de vraag waarom burgers zouden moeten accepteren dat ze ineens naast een windmolen zouden wonen, terwijl ze een goed werkend oliegestookt fornuis hadden.”

Zo kwamen er in het begin 250 klachten binnen over de bouw van de windmolens. „We hebben iedereen, juist de critici, actief aangemoedigd naar onze bijeenkomsten te komen”, zegt Kristensen. „Het risico was dat zij daar iedereen zouden overtuigen dat het een slecht idee was om ze te bouwen, maar gelukkig was een meerderheid van de inwoners voor windmolens.” Nog altijd zijn er mensen die sceptisch zijn, vertelt de Deen. „Maar door deze gesprekken zijn ze bereid het te accepteren, ook omdat ze inspraak kregen in waar de molens werden gebouwd.”

De 21 windmolens op het eiland wekken meer stroom op dan de bewoners verbruiken.
Foto Johan Nilsson/ANP

Willem-Alexander

Ook burgemeester Meijer benadrukt dat uitgebreid met elkaar in gesprek blijven onontbeerlijk is om draagvlak te behouden. Al betekent dat niet dat er nooit meer scepsis is. Vooral tegen de zonneparken is verzet op het eiland. „Dan hoor je dat mensen uit een bepaald dorp daar samen tegenin gaan,” zegt Meijer. „En dat begrijp ik ook wel. Deze veranderingen zijn ingrijpend.”

Toen Meijer aantrad als burgemeester, wisten de meeste mensen niet dat hij uit Nederland kwam. „Het deed er niet toe. Ik woonde hier al zo lang, was ingeburgerd, sprak vloeiend Deens”, zegt hij. Zijn Nederlandse achtergrond kreeg pas bekendheid toen Willem-Alexander op bezoek kwam in 2015, samen met het Deense koningspaar. „Zoveel aandacht waren ze niet gewend op Samsø”, grinnikt Meijer. „En met hem sprak ik natuurlijk Nederlands.”

Een zwerm vogels scheert kwetterend over de zandbanken op de noordpunt van Samsø. Meijer stapt uit de auto en snuift de zilte lucht diep op. Hij wijst op een arend. Hier ligt het enige beschermde natuurgebied van het eiland, dat verder voor bijna 60 procent uit landbouwgrond bestaat. „Samsø wordt ook wel de moestuin van Denemarken genoemd, vanwege de grote variatie aan groenten die we hier verbouwen. Daar zijn we trots op. Maar er liggen ook nog grote uitdagingen voor ons”, zegt hij.


Lees ook

Stinkende fjorden doordrongen ook Deense boeren van de noodzaak bij te dragen aan klimaatdoelen

Brug over het Veljefjord in Denemarken.  Zoals de meeste Deense kustwateren is het fjord sterk vervuild met voedingsstoffen uit (kunst)mest.Foto MICHAL FLUDRA/AFP

Landbouwmachines

Landbouw stoot veel CO2 uit. Het omvormen van landbouwgrond in natuur staat op Samsø hoog op de agenda. In november werd in Denemarken een landelijk landbouwakkoord gesloten tussen overheid, boeren en natuurorganisaties waar dit ook deel van is. „Ik heb goede hoop dat we hier snel stappen kunnen zetten, als het gaat over de vrijwillige uitkoop van boeren”, zegt Meijer, „juist doordat we zo voorop lopen met de discussies die we hierover al jaren met de lokale bevolking voeren.”

Maar eerst richt Samsø zich op transport. „Dat is een stuk lastiger dan de energietoevoer, die relatief eenvoudig te vergroenen was.” Meijer doelt onder andere op de zware, benzineslurpende landbouwmachines die boeren gebruiken. Een overwinning is dat een van de twee veerboten dit voorjaar wordt vervangen door een elektrisch exemplaar, vertelt hij.

Als je een groot doel hebt, weten mensen waar ze naar toe gaan en waarom

Marcel Meijer
Burgemeester van Samsø

De windmolens zijn de volgende uitdaging. Ze hebben een levensduur van 25 jaar en moeten over een paar jaar worden vervangen. „De nieuwe modellen zijn alleen veel groter en hoger, waardoor ze verder weg van huizen moeten worden gebouwd. Die puzzel moeten we nog leggen.”

Op de terugweg naar de veerboot spreekt Meijer zijn vertrouwen uit dat Samsø over vijf jaar fossielvrij zal zijn. „Als je een groot doel hebt, weten mensen waar ze naar toe gaan en waarom. Dan zijn ze meer bereid risico’s te nemen en wat geld te investeren, want ze weten dat het toch wel gaat gebeuren.” Die boodschap is helder voor heel Samsø, zegt Meijer. „We zien vanzelf of het lukt.”

Het omvormen van landbouwgrond in natuur staat op Samsø hoog op de agenda.
Foto Maja Hitij/Getty Images