Op een krankzinnige avond werkt Oranje aan het eigen imago, precies zoals de bondscoach het wil

Bondscoach Andries Jonker wilde zijn ploeg niet van elk doelpunt op de hoogte houden op dat ándere veld in Glasgow, bij Schotland tegen Engeland, tijdens de ontknoping van de poulefase in de Nations League. Maar in de rust ontkomt hij er niet aan.

Oranje staat weliswaar 1-0 voor tegen België, in die zin verloopt alles volgens plan. Maar Beth Mead schoot er in de extra tijd van de eerste helft nog eentje in. En de Engelsen staan met 4-0 voor. „Shit, winnen is niet genoeg”, weet Jonker. Engeland, dat samen met Nederland bovenaan stond in de poule, is met deze stand virtueel door, omdat het hiermee het betere doelsaldo van Nederland teniet doet. Ga door, vertelt Jonker zijn speelsters. Hij grijpt in waar nodig. „Maar jullie moeten wel rustig blijven.”

De ontknoping komt uiteindelijk pas in blessuretijd, als Damaris Egurrola niet één, maar twee keer de beslissende goal maakt. Bloedstollend. Haar eerste doelpunt, de 3-0, valt in de 91ste minuut, waarna de hele reservebank leegstroomt op het veld. Toch blijkt het niet genoeg, omdat Lucy Bronze voor Engeland in de 93ste minuut scoort. Maar dan, twee minuten later, terwijl in Schotland is afgefloten, kopt Egurrola er wéér een binnen: 4-0. Opnieuw de hele bank het veld op, de gewisselde aanvoerder Sherida Spitse voorop. En nu kan het niet meer stuk: Oranje is door naar de Final Four van de Nations League, en is daarmee een eind verder op weg naar een ticket voor de Olympische Spelen van Parijs.

„Bizar”, verzucht Victoria Pelova na afloop. „Een onvergetelijke avond”, aldus Lineth Beerensteyn, die ook twee keer scoorde. „Dit is waarom ik voetbal speel”, zegt de Nederlands-Spaans-Amerikaanse Egurrola.

Sportieve Schotse inzet

Dat Nederland er toch nog met de groepswinst vandoor gaat, scheelt ook weer een hoop gespeculeer. Want in de zesde en laatse speelronde van de groepsfase van Nations League, was Nederland afhankelijk van de sportieve inzet van de Schotten. Maar van hen zou een deel bij ‘Team Great Britain’ kunnen aanhaken, als de Engelsen zich voor de Spelen zouden kwalificeren .

Toch was Jonker, net als veel andere kenners, op voorhand overtuigd van de onderlinge rivaliteit en „de Schotse eer”. Maar die overtuiging werd aan het wankelen gebracht toen de Engelsen er in de eerste helft vier inschoten. „Dit kon in mijn ogen niet gebeuren”, zegt Jonker na de wedstrijd. „Aan de andere kant: Engeland heeft een geweldig elftal. Ik vertrouw het mijn collega Sarina [Wiegman] wel toe de boel helemaal op scherp te zetten.”

Niemand heeft achteraf nog zin om erover te klagen. Een „beetje raar” is het wel, zegt Daniëlle van de Donk. „Maar ik geef er op dit moment helemaal niks om.” En volgens Jonker zou het „goed voor de sport zijn als dit niet meer gebeurt”. Maar, zegt ook hij: „Dat is mijn zorg verder niet meer.”

De Nations League is Jonkers tweede toernooi als coach, het begon krap een maand na het einde van het WK in Australië en Nieuw-Zeeland deze zomer. Hij wil het vrouwenvoetbal vooruit helpen, benadrukt hij keer op keer. Met aanvallend spel, zoals het publiek in Nederland graag ziet. „Dan bereik je hopelijk een soort imago van: dat vrouwenelftal, daar kun je goed naar kijken”, zei hij vorige week voor de wedstrijd tegen Engeland op Wembley. „En hopelijk levert het krediet op. Als het een keer niet lukt, dat mensen wel herkennen: die doen hun stinkende best, zoeken de aanval op.”

Bij Jonkers ‘missie’ hoort ook dat de je prijzen gaat winnen, vindt hij. Bij het WK lukte dat niet. Daar verloor de ploeg in de kwartfinale van Spanje, de latere wereldkampioen. Toch was er al winst, volgens Jonker, want de ploeg ging weer in zichzelf geloven, iets dat ver weg was gezakt onder zijn voorganger Mark Parsons.

De eerste grote prijs die nu te winnen is, is een olympische medaille bij Spelen van Parijs. Deelname is dichtbij, nu Oranje in halve finale van de Nations League zit met Frankrijk, Spanje en Duitsland. De finalisten plaatsen zich voor ‘Parijs’, maar als gastland Frankrijk de finale haalt, schuift het olympische ticket door naar de nummer drie. Deze maand wordt er geloot, de Final Four wordt in februari gespeeld.

Vóór het allemaal zover was, moest Oranje dus nog wel de groepsfase doorkomen. Op voorhand leek het allemaal nog aardig overzichtelijk. Oranje had het dinsdag tegen België in eigen hand, zei Jonker. Hij had zelfs even heel voorzichtig gejuicht toen zijn ploeg een paar dagen eerder, op vrijdag, op Wembley met maar één doelpunt verschil verloor van Engeland (2-3), hoewel Nederland met 2-0 voor had gestaan.

Les van het WK

De opdracht voor het duel met België, in het Willem II-stadion in Tilburg, was winnen, het liefst met ruim verschil. En vooral niet te veel na te denken over die andere wedstrijd in Schotland. Nederland had er recent ervaring mee, zei Jonker vooraf. Om poulewinnaar te worden bij het WK moest er overtuigend gewonnen worden van Vietnam. Dat lukte, met 7-0. Jonker: „Wij hebben toen gezegd: focus nou op jezelf.”

Dat zat er bij de speelsters goed in. Als verdediger Caitlin Dijkstra voor de wedstrijd wordt gevraagd welke stemming er in de ploeg heerst, of er ook gejuicht is na de nederlaag tegen Engeland, of dat het gevoel overheerst dat een gelijkspel toch veel handiger was geweest, zegt ze: „Eh, ja, in de sfeer van: we hebben het in eigen hand.” Natuurlijk is er „een stukje teleurstelling”. Maar de ploeg gaat „knallen”, zegt ze dan.

Lineth Beerensteyn maakt de 1-0 voor Oranje.
Foto Gerrit van Keulen/ANP

Tegen de Belgen verloopt het ook aardig volgens plan voor Oranje. België is een „taaie” ploeg, aldus Jonker, Nederland verloor in september in de Nations League nog van ze. Maar Oranje heeft veel balbezit, dringt aan en Beerensteyn zet de ploeg op de 34ste minuut op voorsprong, na een assist van Pelova. En in de tweede helft doet Beerensteyn, die ook al twee keer scoorde op Wembley, het opnieuw. Ze tikt een schot van Esmee Brugts, dat op de paal is beland, alsnog binnen. Brugts staat overigens buitenspel, maar dat wordt niet opgepikt door de scheidsrechter, en een VAR is er niet.

Maar de twee doelpunten ten spijt, staat Nederland tot ver in de blessuretijd op de rand van uitschakeling. De Schotten waren trouwens niet eens zo slecht aan de wedstrijd begonnen, schrijft The Guardian , ondanks een vroege tegengoal. Maar toen Lauren James richting het einde van de eerste helft in één minuut twee doelpunten maakte, was het verzet wel gebroken.

Jonker bracht gedurende de tweede helft, in fases, ongeveer alle aanvallers in die hij nog op de bank had zitten. Om te beginnen Vivianne Miedema, die is teruggekeerd na een kruisbandblessure. „Zij is dan van de buitencategorie in dit soort wedstrijden”, zegt Jonker. Miedema krijgt een grote kans, als ze zich knap vrijmaakt van vier verdedigers, maar schiet op de keeper.

„Het was gewoon heerlijk om dertig minuten te kunnen spelen”, zegt Miedema, die het WK moest laten schieten. „En om me toch wel weer een beetje Vivianne Miedema te voelen.” Ze heeft haar partner, de Engelse international Beth Mead, al geappt zegt ze na afloop. Die zal balen, zegt ze. „Maar uiteindelijk is ze heel blij voor mij.”



Leeslijst