Op de markt in Nigeria wordt het voedsel steeds schaarser en duurder

Reportage

Voedselcrisis Nigeria De grootste economie van Afrika kampt met voedselproblemen, door factoren van onveiligheid en klimaatverandering tot inflatie. Een rondgang door de grootste versmarkt van het land in Lagos toont hoe elke stap in de voedselketen de gevolgen ondervindt.

Een lading uien wordt verwerkt op de Mile 12 International Market in Lagos.
Een lading uien wordt verwerkt op de Mile 12 International Market in Lagos. Foto Femke van Zeijl

De dragers hebben vanochtend vooral staan rondlummelen op Mile 12 International Market in Lagos, wachtend op vrachtwagens met groenten uit het noorden van het land. Als er dan eindelijk een truck met uien aankomt uit Zamfara, een Nigeriaanse deelstaat grenzend aan Niger, verdringen ze zich om de vracht die hoog opgestapeld in de open laadbak ligt uit te laden.

Zo gaat het al maanden: er arriveert steeds minder voedsel op de grootste versmarkt van het West-Afrikaanse land, die de zuidelijke miljoenenstad aan de Atlantische kust bevoorraadt. Ook elders in de grootste economie van Afrika is de voedselzekerheid in gevaar: eten is schaars en peperduur.

Volgens Unicef lijden inmiddels 17,7 miljoen Nigerianen honger, en Lagos is een van de risicogebieden. Een optelsom van problemen veroorzaakt de nood, van wijdverbreide onveiligheid en klimaatverandering tot gestegen brandstofprijzen en een kelderende lokale munt. Een derde van de Nigeriaanse bevolking leefde al in armoede, en volgens de Wereldbank kwamen daar in de eerste helft van het jaar vier miljoen Nigerianen bij.

Volgens Unicef lijden inmiddels 17,7 miljoen Nigerianen honger, en Lagos is een van de risicogebieden

In juni riep president Tinubu de noodtoestand uit over de voedselcrisis, maar sindsdien veranderde er bitter weinig. De beloofde bijstand voor de armste gezinnen – zo’n tien euro per maand voor een half jaar – kwam er niet, en de deelstaten dralen met het besteden van het inderhaast door de landelijke overheid uitgetrokken armoedebestrijdingsbudget. Een rondgang door de markt die zich veertig hectaren uitstrekt aan de rand van Lagos toont hoe elke stap in de voedselketen daarvan de effecten ondervindt.

Chauffeur Aminu Basiru bij aankomst op de markt in Lagos met een lading uien uit het noordelijke Kano.
Foto Femke van Zeijl

Chauffeur Aminu Basiru (35) kwam die ochtend met een lading uien uit Kano, een tocht van zo’n duizend kilometer die door de erbarmelijke wegen vijf dagen in beslag neemt. Na het lossen van de vracht manoeuvreerde hij de 6×2 vrachtwagen de parkeerplaats op waar hij en de bijrijder nu uitrusten in de cabine. Het is zijn enige rit deze maand, klaagt hij: „Voorheen gingen we iedere week op en neer. Nu zijn er bijna geen producten te vervoeren. Zo veel boeren zijn gestopt.”

Lees ook: ‘Zelfs God accepteert het Nigeriaanse geld niet meer’

Zelfgebouwd musketgeweer

Esekhaigbe Bello staat naast de appeltjesgroen en mosgroen geschilderde truck en knikt bevestigend. „De onveiligheid jaagt ons weg van de boerderij”, zegt de tomatenboer. Buiten de grote steden heeft de Nigeriaanse overheid de afgelopen jaren steeds meer de controle verloren, wat resulteert in banditisme, berovingen en ontvoeringen. In Kaduna, de noordelijke deelstaat waar Bello tomaten verbouwt, vielen volgens de deelstaatregering in het eerste kwartaal van dit jaar al 214 doden en werden 746 mensen ontvoerd. „Ik kan bijna geen werkkrachten meer vinden die op het land durven te werken”, zegt Bello.

Tomatenboer Esekhaigbe Bello op de markt in Lagos.
Foto Femke van Zeijl

Ook onderweg zijn de risico’s groot, vult de vrachtwagenbestuurder aan. Hij maakte al meerdere berovingen mee. Ter illustratie trekt Basiru zijn mudukare omhoog, een katoenen hemd geborduurd met grove kruissteken dat de traditionele dracht is van de Fulani-bevolkingsgroep. Verse littekens van een recente confrontatie met de loop van een zelfgebouwd musketgeweer komen tevoorschijn. Chauffeurs komen er meestal levend vanaf, relativeert hij: „De rovers weten dat wij geen geld hebben, dus wij krijgen alleen een aframmeling en dan laten ze ons gaan.”

Los van de onveiligheid leveren zijn vier hectare land de laatste jaren sowieso steeds minder tomaten op, zegt boer Bello: „We kunnen niet meer van het weer op aan.” In het aan de Sahara grenzende noorden, waar extreme droogte leidt tot verwoestijning en het verlies van landbouwgrond, merken boeren de klimaatverandering aan den lijve. „Planten, planten, planten, en steeds maar wachten op de regen die niet komt”, verzucht de 66-jarige agrariër.

De onveiligheid jaagt ons weg van de boerderij. Ik kan bijna geen werkkrachten meer vinden die op het land durven te werken

Esekhaigbe Bello tomatenboer

Lees ook: Nu Nigeria de brandstofsubsidie afschaft, kost een volle tank ineens een maandloon: ‘Het is in Gods handen’

De explosieve transportkosten baren hem echter de meeste zorgen, zegt hij, wijzend op Basiru’s vrachtwagen. Een paar maanden geleden kostte een tocht Kaduna-Lagos met zo’n trailer vijfhonderd euro, inmiddels is dat bedrag verdrievoudigd, rekent hij voor.

Nieuwe president

In mei schafte de juist aangetreden president Tinubu de brandstofsubsidie af die de Nigerianen jarenlang goedkope benzine en diesel bezorgde. De Nigeriaanse schatkist is leeg en er is simpelweg geen geld meer voor. De verviervoudiging van de brandstofprijs vertaalt zich in hoge voedselprijzen en een inflatie van 25 procent. Ook vragen boeren zich af of het nog wel loont om hun producten te vervoeren naar de stad, zegt Bello. Dit jaar heeft hij nog geen winst kunnen maken, voegt hij toe: „De dieselprijzen stijgen nog altijd. Er zijn collega’s die de groenten dan maar lokaal verkopen, tegen bodemprijzen.”

Medewerkers van groothandelaar Abubakar Nanzaria op de markt in Lagos.
Foto Femke van Zeijl

Op de uienafdeling schudden de helpers van Abubakar Nanzaria (55) de inhoud van juten zakken over in wasteilen. Af en toe drijft de geur van rottende groenten voorbij. Vorig jaar verkocht Nanzaria een mand uien voor 25.000 naira (nu omgerekend ruim 30 euro), maar vandaag moet hij daar 70.000 (bijna 90 euro) voor vragen, zegt de in smetteloze beige kaftan gestoken groothandelaar. „Wie kan dat betalen?”, vraagt hij retorisch. Vorige week bleef hij al zitten met een deel van zijn koopwaar, die op de berg afgedankt voedsel belandde.

Ook tomatenverkoper Salihu Dudu (65) klaagt over het gebrek aan klandizie. „Het is de naira. Het geld heeft geen enkele waarde meer”, roept de Nigerese marktkoopman, die met zijn gele rubberlaarzen in een laag tomatenprut staat.

Tomatenverkoper Salihu Dudu op de markt in Lagos.
Foto Femke van Zeijl

Zwarte valutahandel

De dramatisch gedevalueerde lokale munt is een vierde factor die de voedselprijzen opjaagt. De geldontwaarding is het gevolg van een volgende drastische maatregel van president Tinubu, die hij nam in juni. Jarenlang hield de overheid de waarde van de naira kunstmatig hoog, wat een bloeiende zwarte valutahandel opleverde en buitenlandse investeringen bemoeilijkte. Sinds het loslaten van die koers is de naira ingestort tot de nauwelijks helft van zijn waarde tegenover de dollar.

Van zaad en kunstmest tot bestrijdingsmiddelen en kippenkrachtvoer, Nigeria is voor veel landbouwproducten afhankelijk van import. Omgerekend in naira zijn die producten voor de Nigeriaanse boer fors duurder geworden, of zoals Dudu zegt: „Kunstmest is voor de rijken tegenwoordig.” En uiteindelijk belandt die kostenstijging bij de klant.

Wie geen groothandelaar is, koopt groenten bij de kraampjes die de centrale markt omzomen. Daar gaat Bukki Esho (45) in discussie met een stalhoudster over de prijs van een torentje van twaalf tomaten. De vraagprijs is 1000 naira – ongeveer 1,20 euro. „Vorige keer betaalde ik 500”, reageert Esho. Ze vist uiteindelijk toch het vuilbruine bankbiljet van 1000 uit haar tas. „Ik heb geen keus”, legt ze uit, „Eten moeten we toch.” Zij redt het nog wel, maar ze kent genoeg families die hun dagelijkse maaltijden hebben moeten terugschroeven, van drie per dag naar twee.

Bukki Esho, een klant op de markt in Lagos, onderhandelt over de prijs van de tomaten.
Foto Femke van Zeijl

Niemand op Mile 12 International Market ontkomt aan de gevolgen van de prijsstijgingen, en iedereen probeert ze op hun eigen manier het hoofd te bieden. De draagsters verhoogden hun tarief van 200 naar 1000 naira per vracht, de ambulante pinautomaathoudster met geldbuidel om de schouder vraagt het driedubbele per transactie en een lading per kruiwagen de markt uit geduwd krijgen kost je – afhankelijk van je onderhandeltalent – twee tot vijf keer zoveel als voorheen.

Het goedkoopste gerecht dat de mama-puts op tafel zetten is weliswaar nog altijd 200 naira, maar deze eettentjes waar het marktpersoneel zijn lunch haalt doen inmiddels geen groentenstoof meer bij de rijst. Hierdoor bestaat de meest verkochte maaltijd van Mile 12 nu enkel nog uit rijst met een scheut pinda-olie en een snuif gedroogde rode peper.

De Mile 12 International Market in Lagos is de grootste versmarkt van Nigeria.
Foto Femke van Zeijl