De VN-klimaattop in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe draait naast het voortbestaan van de planeet ook om zien en gezien worden. Veel landen tasten diep in de buidel om grote landenpaviljoens in te richten. Daar prijzen ze hun eigen klimaatprestaties aan en verleiden ze voorbijgangers met allerlei evenementen, cadeautjes of gratis koffie. Niet om te onderhandelen, maar om te netwerken.
Nederland heeft geen eigen paviljoen. Net als bij eerdere COPs (‘Conference Of Parties’, de term voor de klimaattoppen) delen de Nederlanders hun standplaats op het conferentieterrein met de Belgen, Luxemburgers en de European Investment Bank (EIB). Dat scheelt geld, maar betekent ook dat de tienduizenden deelnemers aan de VN-top die de overdekte hal met paviljoens binnenwandelen, op de kaart bij de ingang nergens het woord ‘Nederland’ zien.
De bezoekers die snappen waar ‘BENELUX-EIB’ voor staat en alsnog hun weg naar het paviljoen weten te vinden, stuiten op een sobere stellage met wat witte tafeltjes, stoelen en een klein podium voor lezingen en symposia. Aan de wanden hangen foto’s van windmolens, zonnepanelen en een zeeschildpad.
Maar rondom die witte tafeltjes zitten jongeren die barsten van ambitie. Het zijn de afgevaardigden van de Jonge Klimaatbeweging (JKB), een koepelbeweging van zeventig jongerenorganisaties die zich inzetten voor een progressiever klimaatbeleid. „We willen constructief zijn en in gesprek met beleidsmakers”, zegt bestuurslid Kaj Hoogeboom, een 25-jarige die na zijn studie filosofie een baan op de Zuidas inruilde voor klimaatactivisme. „Daarom zijn we naar de COP gekomen.”
Het gesprek waar de jongeren het meest naar uitkeken, was dat met premier Schoof, met wie ze dinsdagavond zouden dineren op de Nederlandse ambassade in Bakoe. „We hadden al een gastenlijst samengesteld met jongeren uit achttien landen van over de hele wereld, zodat Schoof ook hun perspectieven zou horen”, zegt Hoogeboom. Hij trekt een speelse grijns. „Omdat hij zo’n marathonliefhebber is, hadden we zelfs een startticket ontworpen voor zijn eigen klimaatmarathon.”
Maar Schoof komt niet. De premier meldde afgelopen zaterdag op X dat hij vanwege de „grote maatschappelijke impact van de gebeurtenissen […] in Amsterdam” niet naar de VN-top gaat. Hij is niet de enige: ook Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen, de presidenten Joe Biden (Verenigde Staten) en Emmanuel Macron (Frankrijk) en de Duitse bondskanselier Olaz Scholz lieten allemaal verstek gaan.
Lees ook
over de vijf heikele kwesties van het klimaatbeleid
Geopolitieke omstandigheden
Hun afwezigheid tempert de verwachtingen rondom deze COP. En die verwachtingen waren al niet heel hoog met een autocratische gas- en oliestaat als gastland en een heikel onderwerp op de agenda: geld. Het bedrag van 100 miljard dollar dat de wereld volgens huidige afspraken jaarlijks dient uit te trekken voor klimaatactie in ontwikkelingslanden moet drastisch omhoog om de klimaatdoelen van Parijs niet uit het zicht te verliezen. Veel wetenschappers pleiten zelfs voor een vertienvoudiging ervan.
„Het wordt een hele steile klim op een glibberig pad”, zegt Eurocommisaris voor Klimaatactie Wopke Hoekstra in een kantoor van de EU-delegatie op het COP-terrein. „Onderhandelingen over geld zijn altijd ingewikkeld en de buitengewone geopolitieke omstandigheden maken de kans op succes niet groter. De spanningen in de wereld, de oorlog, de onrust in het Midden-Oosten: dat zijn allemaal dingen die mensen in hun achterhoofd hebben als zij hier aanschuiven.”
Dat Hoekstra’s baas Von der Leyen te midden van die enorme uitdagingen niét aanschuift, zegt Hoekstra te respecteren. „Ze heeft belangrijke binnenlandse dingen te doen, in dit geval de hoorzitting in het Europees Parlement.” En Schoof? De CDA-er kijkt ernstig. „Wat er in Amsterdam is gebeurd, is echt volstrekt dramatisch. Dus dat hij de keuze heeft gemaakt om dat te laten prevaleren: daar heb ik alle begrip voor.”
Begrijpelijk of niet, de vele afzeggingen zijn „een heel slecht signaal”, zegt Hilde Stroot, klimaatexpert verbonden aan Oxfam Novib, op het conferentieterrein. „Zeker nu [aanstaand president Donald] Trump waarschijnlijk uit het Parijs-akkoord gaat stappen, is het cruciaal dat regeringsleiders pal achter de VN gaan staan en laten zien: wij vinden dit wél onwijs belangrijk. Natuurlijk zijn de COP’s veel te traag en wordt er te weinig bereikt, dat frustreert mij ook enorm. Maar zonder deze internationale mechanismen zijn we nog veel verder van huis.”
Belastingvoordelen
Bij eerdere COP’s wierp Nederland zich nadrukkelijk op als progressief land, vertelt Stroot. Zo wijst ze op de rol van oud-minister Rob Jetten van Klimaat (D66), die op de COP in Dubai van vorig jaar een coalitie van twaalf landen aanvoerde om samen fossiele subsidies af te bouwen. Deze belastingvoordelen aan bedrijven die veel fossiele brandstoffen gebruiken kosten de Nederlandse staatskas jaarlijks tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro. Daarnaast zit Nederland bij de ‘High Ambition Coalition’, weer een ander verbond van landen met hoge klimaatdoelen, die volgens Stroot een stimulerende rol speelde bij de onderhandelingen over de slotverklaring in Dubai waarbij voor het eerst gehint werd op het begin van het einde van fossiele brandstoffen.
Naast het diner met de jongeren (dat alsnog doorging, zij het met hoge ambtenaren) miste Schoof door zijn afwezigheid ook het overleg met deze ‘High Ambition Coalition’. Bovendien kon Nederland zonder premier op de COP geen nationale verklaring uitdragen en liep Schoof een buitenkans mis om internationale contacten op klimaatvlak op te doen. Dat is niet handig om te kunnen doorpakken bij de volgende COP in Brazilië in 2025, mocht hij daar wel bij zullen zijn.
Overigens betekent Schoofs verstek geenszins dat Nederland niet aan de COP deelneemt. Een delegatie van zo’n twintig Nederlandse ambtenaren is dag in dag uit bezig met onderhandelen. Dat gebeurt in EU-verband: iedere ochtend komen de Europese delegaties bijeen om elkaar bij te praten en een gezamenlijke lijn af te spreken. Vervolgens verspreiden de lidstaten zich over de conferentiezalen en onderhandelen ze namens de EU.
Foto’s: Melvyn Ingleby
Klimaatdoelen onder druk
In de tweede week van de COP schuiven ministers en andere bewindspersonen aan om politieke knopen door te hakken. In het geval van Nederland is dat minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (VVD). Samen met haar Deense collega zal ze namens de EU onderhandelen over koolstofmarkten.
Hermans benadrukt vaak vast te houden aan de klimaatdoelen die onder het vorige kabinet onder leiding van Mark Rutte zijn aangescherpt. Het nieuwe kabinet bezuinigde echter wel 1,2 miljard euro op het Klimaatfonds van 35 miljard (tot aan 2030), draaide de PVV de krimp van Schiphol terug en kondigde minister Reinette Klever van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (PVV) maandag bezuinigingen van 1 miljard euro aan op ontwikkelingshulp. De precieze invulling daarvan moet nog blijken, maar het mes gaat mogelijk ook in potjes voor klimaatfinanciering aan armere landen – precies de focus van deze COP.
Vorige maand maakte het Planbureau voor de Leefomgeving bekend dat het onder de huidige koers „heel erg onwaarschijnlijk” is dat Nederland zijn eigen klimaatdoelen haalt. „Schoof heeft zich daar nog niet eens duidelijk over uitgesproken”, zegt de jonge klimaatactivist Hoogeboom verontwaardigd. „Het lijkt soms een beetje alsof dit kabinet ons in slaap wil sussen. Ze zeggen dat ze ‘aan de doelen vasthouden’, maar hoe ze dat gaan bereiken terwijl ze juist bezuinigen, blijft onduidelijk.”
Dat is precies wat Hoogeboom graag aan aan Schoof had willen vragen in Bakoe. „We willen dat onze premier duidelijk stelling neemt op klimaatbeleid”, zegt Hoogeboom. „Gelukkig heeft hij 20 november een tweede kans: dan organiseren we met andere jongerenorganisaties een eigen klimaattop in de Tweede Kamer. Ik hoop dat Schoof daar wél bij zal zijn.”
Lees ook
deze wegwijzer in het klimaatdebat