Op bezwerende Gnawa-klanken bewegen de dansers naar heling en geloof

Het zijn gebroken mensen die samendrommen rond zangeres Karima El Fillali die een pluizig bundeltje in haar armen koestert. Geen twijfel mogelijk: Maria met kind, symbool voor álle moeders met een pasgeborene, kwetsbaar wezen, en tegelijk krachtig teken van hoop. El Fillali zingt in Faith, de nieuwe voorstelling van Club Guy & Roni en Khalid Benghribs dansgroep Cie 2K.Far met helder meanderende stem de ‘Prayers of Mothers for Life and Peace’.

Faith is een nieuwe halte in de serie ‘Human Oddyssey’ van Guy Weizman en Roni Haver, die in elk deel samenwerken met dansers, muzikanten en makers uit andere culturen: onder andere India en Senegal, en nu Marokko, waar ze inspiratie zochten in de louterende lila-rituelen en muzikale tradities van de Gnawa, afstammelingen van zwarte tot slaaf gemaakten. El Fillali’s stem en de percussieve, repetitieve trance-klanken van Gnawa-muzikanten en HIIIT (voorheen Slagwerk Den Haag) begeleiden de negen dansers in zandkleurige, djellaba-achtige kostuums op hun weg naar heling.

Scène uit Faith.
Foto Andreas Etter

Gestileerde gevechten

Maar de harmonie waar ze naar verlangen, verzandt telkens in chaos en geweld, zoals ook de lijnen van hun bewegingen knakken. Steeds weer stuiven ze uiteen, voortgedreven door angst en wantrouwen, die in explosies van onbeheerste energie opborrelen, in ritmische dansen met grote uithalen van armen en benen in gestileerde gevechten. Met wild rondzwiepende haardossen en dubbelklappende torso’s bannen de dansers hun innerlijke demonen uit, de armen gaan in een smekend gebaar omhoog om bescherming af te roepen.

Onder leiding van guembri-speler Mehdi Nassouli wordt de weg naar verlichting ingeslagen. Met zijn bezwerende zang stuurt hij de groep aan bij hun uitputtende, fysieke geloofsarbeid. Overgave en geloof is hard werken, is de boodschap van de choreografen. De zware blokken die boven het toneel worden gehesen en weer neergelaten, lijken naar het gewicht (en de druk) ervan te verwijzen.

De actualiteit van de voorstelling behoeft in deze tijden van oorlog en polarisatie geen toelichting. En ook de opbouw van de voorstelling is zo klaar als een klontje: van angst, verdriet en wanhoop naar vrede en paradijselijk geluk. Ondanks het op zichzelf aantrekkelijke rauwe karakter van de choreografie en de kwaliteit van de uitstekende dansers en zeker ook de muzikanten, maakt dat de voorstelling al te simpel en voorspelbaar. Dat onder alle ellende die de mensen zichzelf en elkaar aandoen ten diepste een verlangen schuilt naar vreedzaam samenleven, is niets nieuws. Het streven ernaar verdient alleen maar applaus. Maar een wat spannender dramaturgie zou die boodschap meer gewicht geven en de voorstelling meer overtuigingskracht.