Oorlog met Hamas raakt Israëlische economie fors

Aan elke oorlog hangt een prijskaartje. Dat kunnen na vijf maanden verwoestende gevechten tussen het Israëlische leger en Hamas in de Gazastrook natuurlijk vooral de Palestijnen bevestigen. Toch was het ook voor Israël vorige maand schrikken toen uit cijfers van het nationale bureau voor de statistiek bleek dat zijn tot voor kort bloeiende economie in het laatste kwartaal van 2023 bijna 20 procent kleiner was dan een kwartaal eerder.

Een veeg teken voor Israël was bovendien dat kredietbeoordelaar Moody’s de kredietwaardigheid van het land in verband met de Gaza-oorlog verlaagde van A1 naar A2, het niveau van landen als Polen en Chili. Tot ergernis van premier Benjamin Netanyahu. „De beoordeling zal weer omhooggaan op het moment dat we de oorlog winnen – en we zullen winnen”, verzekerde hij.

Zijn regering deed ook luchtig over de spectaculaire krimp van het bbp. De economie zou snel weer bijtrekken; in wezen was die gezond, stelde het ministerie van Financiën.

„Maar zulke kritische rapporten weerspiegelen wel de realiteit”, zegt Omer Moav, hoogleraar economie aan de Reichman University nabij Tel Aviv, aan de telefoon. „En die is dat de Israëlische economie echt stevige klappen heeft opgelopen.”

Israëls centrale bank probeerde de kosten van de oorlog in januari te vangen in een cijfer en raamde de kosten tot volgend jaar op 255 miljard shekel, zo’n 70 miljard euro.

Ontheemden

Het gaat hierbij om zeer uiteenlopende kosten. Om te beginnen waren er vlak na 7 oktober zo’n 200.000 ontheemden in Israël. Daarbij gaat het niet alleen om omwonenden van de Gazastrook, onder meer uit door Hamas overvallen kibboetsen, maar ook om tienduizenden mensen uit het noorden. Uit vrees voor raketbeschietingen door het Libanese Hezbollah zijn zij voorlopig gevlucht. Weliswaar is het aantal ontheemden inmiddels geslonken tot 135.000, maar velen van hen verblijven – met financiële steun van de regering – nog altijd in hotels en werken niet.

Een forse aderlating voor de economie was verder het oproepen van 300.000 reservisten. Dit raakte in het bijzonder de hightechindustrie, motor van de Israëlische economie, die voor de oorlog goed was voor ruim de helft van de export.

De regering compenseert het verlies van inkomen van de reservisten deels. Sommigen van hen probeerden met kunst- en vliegwerk het militaire werk te combineren met hun reguliere baan. Een 29-jarige softwareontwikkelaar, die op een plaats zat waar het Israëlische luchtafweergeschut net met daverend lawaai raketten afschoot, vertelde de Amerikaanse radiozender NPR dat hij op dat moment een klant aan de telefoon had voor een softwareproject. Die vroeg zich af wat hij toch op de achtergrond hoorde. „Ik moest toen uitleggen dat het geluiden van schoten waren.”

Reservisten probeerden met kunst- en vliegwerk het militaire werk te combineren met hun reguliere baan

Van oudsher zijn de banden tussen het Israëlische leger en de vele hightechbedrijven in en rond Tel Aviv nauw. Doordat het leger duizenden werknemers bij die bedrijven wegriep, kreeg de sector een flinke klap.

Inmiddels zijn de meeste reservisten weer gewoon aan het werk. Nog zo’n dertig- tot veertigduizend van hen worden nu door de oorlog in beslag genomen. De schade aan de economie woog voor de regering in januari mee bij het besluit een deel van de reservisten uit de strijd terug te trekken.

Palestijnse arbeiders

Ook andere sectoren zijn in meer of mindere mate stil komen te liggen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de bouw, waarin vanouds veel Palestijnse arbeiders werken. Omdat Israël uit veiligheidsoverwegingen niet alleen de toegang vanuit de Gazastrook heeft afgesloten, maar ook die vanuit de Westelijke Jordaanoever, konden veel bouwvakkers de projecten waaraan ze werkten niet meer bereiken.

De doorgaans aanzienlijke stroom buitenlandse toeristen naar Israël droogde grotendeels op. Al kort na het begin van de oorlog kreeg een NRC-journalist het verzoek van de leiding van zijn hotel in Jeruzalem ergens anders onderdak te zoeken. Het loonde niet om het gewoonlijk met grote groepen toeristen en pelgrims gevulde hotel open te houden voor slechts één gast. Ook de stranden van Tel Aviv zijn een stuk rustiger dan andere jaren.

Schaduw valt op een bouwproject in Tel Aviv, aan de Middellandse Zee. Foto Dylan Martinez/Reuters

Na het bloedbad dat Hamas op 7 oktober aanrichtte in het zuiden van Israël, sloeg het land verwoestend hard terug. Daarbij speelden snel oplopende overheidsuitgaven in eerste instantie geen rol. Toch drong de centrale bank er na enige maanden op aan de overheidsuitgaven zo snel mogelijk te beperken om de kredietwaardigheid van Israël niet verder te ondermijnen.

In plaats daarvan kondigde de regering in februari juist een forse groei aan van de aangepaste begroting voor dit jaar, met zo’n 15 miljard euro aan extra uitgaven. Dat geld is volgens de regering vooral nodig voor defensie. Het aandeel van de defensiebegroting stijgt daardoor van 13,5 procent tot 20 procent van de totale overheidsuitgaven. Israëliërs zullen hogere belastingen moeten betalen.

Lievelingsprojecten

Tot verontwaardiging van veel liberale Israëliërs, onder wie professor Moav, trok de meest rechtse regering uit Israëls geschiedenis wel extra geld uit om orthodoxe joden en nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te subsidiëren. Zo hoopt Netanyahu enkele kleinere coalitiepartijen tevreden te stellen. „Deze regering gaat gewoon rustig door openbare fondsen te plunderen voor haar eigen lievelingsprojecten”, aldus Moav.

Hierdoor voorziet hij ook een probleem op langere termijn. „Deze regering heeft een sterke economie nodig om zulke groeperingen te blijven bedienen. Maar haar aanhangers zijn veelal minder goed opgeleid en verdienen niet zoveel. In feite heeft de regering meer seculier ingestelde mensen nodig, maar die aarzelen in toenemende mate of ze nog wel in dit Israël willen blijven. Zo is een collega van me in Tel Aviv net naar Australië verhuisd. Mijn zoon, een musicus, overweegt in Spanje te blijven.”

hoogleraar economieOmer Moav De regering- Netanyahu heeft meer seculier ingestelde mensen nodig

Hoewel moeilijk valt te voorzien hoe lang de oorlog nog duurt – een bepalende factor voor het wel en wee van Israëls economie – blijft de regering zelf optimistisch. Ze wijst erop dat het begrotingstekort tijdens de coronacrisis bijna twee keer zo hoog was als nu, en ook dat overleefde Israël makkelijk. Voor het lopende jaar voorspelt de regering-Netanyahu zelfs een economische groei van 1,6 procent.


Lees ook
Vergunningen zijn ingetrokken, de werkloosheid is hoog: de economie van de Westelijke Jordaanoever verkeert in crisis

Een vrouw loopt op 8 februari door een beschadigde straat in Jenin op de bezette Westelijke Jordaanoever.