Ook voedseldroppings kunnen de bevolking in Gaza niet helpen

Als Gaza een openluchtgevangenis is, is de lucht dan nog een ultieme optie om de hongerende bevolking te bereiken? Kunnen voedseldroppings – hoewel notoir onveilig en inefficiënt – een laatste redmiddel zijn?

Het is een belachelijke oplossing, zeggen noodhulpdeskundigen. Er staan immers vijfduizend vrachtwagens met hulpgoederen in de regio te wachten tot ze de grens over mogen die de Israëlische premier Benjamin Netanyahu begin maart hermetisch heeft laten afsluiten. Eén woord van hem en de duizenden kinderen die de meest ernstige stadia van ondervoeding ingaan, kunnen worden gered.

Er zijn activisten die via de Middellandse Zee proberen Gaza te bereiken. Deze vrijdag meldde de internationale ngo Freedom Flotilla Coalition dat hun schip in internationale wateren ter hoogte van Malta met drones is aangevallen, waardoor er brand aan boord ontstond. Een reddingsactie door Malta heeft de opvarenden in veiligheid gebracht. De organisatie vermoedt dat Israël de aanval heeft uitgevoerd.

Netanyahu is al twee maanden onverzettelijk. Hamas steelt hulpgoederen, zei de premier op 2 maart, en daarom besloot hij dat er niets meer Gaza in mag. Hij zegt hiermee ook de druk op Hamas te willen verhogen om de resterende Israëlische gijzelaars vrij te laten. Waarom dit het uithongeren van twee miljoen burgers zou rechtvaardigen, zei hij er niet bij.

De afgelopen week lag die vraag voor bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, op verzoek van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De uitspraak kan echter nog maanden op zich laten wachten. Bovendien negeert Israël eerdere opdrachten van het hof.

Laatste voorraden

De Haagse realiteit staat ver af van die in Gaza, waar de nood onderhand extreem is. VN-organisaties hebben een week geleden hun laatste voorraden aan de gaarkeukens gegeven en verwachten dat die binnen enkele dagen op zijn. Hun bakkerijen sloten al eind maart. Als er geen verandering komt zullen grote aantallen mensen sterven van de honger.


Lees ook

Het eten is op – en aan de grens van Gaza staan drieduizend vrachtwagens met noodhulp tevergeefs te wachten

Bij een gaarkeuken in Khan Younis, in het zuiden van de Gazastrook, op 29 april. Foto Hatem Khaled

Voedseldroppings, airdrops in jargon, zijn de omslachtigste manier van noodhulpverlening: in een vliegtuig past veel minder lading dan in een vrachtwagen. Vliegen is daarnaast veel duurder dan transport over de weg. De lading moet aan parachutes worden afgeworpen en op een veilige plaats landen.

Dat laatste is moeilijk, zeker in een dichtbevolkt gebied als Gaza. Hulpverleners moeten klaarstaan om het voedsel op een ordelijke manier uit te delen aan mensen die door hun wanhoop pakken wat ze pakken kunnen. Ze moeten bovendien voorkomen dat de pakketten in handen van strijdende partijen komen. Kortom, airdrops zijn vaak veel te beperkt, zeer complex en kosten een veelvoud van hulp over de weg.

Toch zijn er een jaar geleden tientallen airdrops boven Gaza uitgevoerd, door een coalitie van staten, waaronder Nederland. Hulp over land was op dat moment niet helemaal verboden, maar ook toen mocht er veel te weinig naar binnen. Buurland Jordanië coördineerde de airdrops en had daarvoor een Multinational Airdrop Planning Cell ingericht, waar ook de Nederlandse krijgsmacht een officier had gestationeerd.

36.000 kant-en-klaarmaaltijden

Nederland voerde zijn eerste twee airdrops uit in februari vorig jaar, schreef het toenmalige kabinet-Rutte IV aan de Tweede Kamer, en daarna nog enkele in maart en april. Andere landen in de coalitie waren onder meer Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, de Verenigde Staten, Singapore en een aantal West-Europese staten. Om een indruk te geven van de omvang: in één vlucht van de Amerikaanse luchtmacht zaten 36.000 kant-en-klaarmaaltijden. Dat is niet niks, maar gezien de nood een druppel op een gloeiende plaat.

In sommige gevallen – onbekend is bij welke – kostten de airdrops mensenlevens. Op 8 maart vielen er volgens de autoriteiten in Gaza zeker vijf doden doordat een parachute niet open ging en het pakket bovenop hen viel. Later die maand kwamen zes mensen om toen ze onder de voet werden gelopen in gedrang om gedropte pakketten.

Om ongelukken te voorkomen, werden de pakketten soms opzettelijk in de Middellandse Zee geworpen, waarna ze met het getij en de wind mee naar de kust dreven. Eind maart 2024 liep dit toch verkeerd af, toen Gazanen de zee in doken om ze te pakken te krijgen. Zeker twaalf mensen verdronken, onder wie iemand die verstrikt raakte in een parachute.

Sinds februari van dit jaar zijn er geen Nederlandse officieren meer actief bij de planningscel in Jordanië, zegt het ministerie van Defensie desgevraagd. En sinds de hervatting van het Israëlische offensief in Gaza op 18 maart is de cel helemaal niet meer actief. De Jordaanse autoriteiten krijgen geen toestemming meer van Israël om het luchtruim te betreden en hulpvluchten uit te voeren, aldus Defensie.

Daarmee is het einde verhaal, zegt ook het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vorig jaar was die toestemming er wel, nu mag er ook via de lucht geen hulp naar Gaza. Tóch het luchtruim betreden zou leiden tot een diplomatiek incident. Daarnaast wijst Buitenlandse Zaken op de verslechterde situatie op de grond. Door de aanhoudende gevechten en het gebrek aan bescherming van hulpverleners is de veilige ontvangst en verspreiding van de hulp „vrijwel onmogelijk”.

Heel grote hoogte

Hardop denkend komt luitenant-generaal buiten dienst Mart de Kruif, voormalig commandant der landstrijdkrachten, op één theoretische manier om in deze omstandigheden toch voedsel Gaza binnen te krijgen. „Je zou kunnen onderzoeken of een HAHO-drop mogelijk is.” HAHO is de afkorting van high altitude, high opening. „Je werpt de pakketten van heel grote hoogte af buiten het Israëlische luchtruim, dus boven de Middellandse Zee, en berekent hun glijvlucht op zo’n manier dat ze op de wind alsnog in Gaza belanden. Er zijn technische systemen waarmee je dit precies kunt sturen. In Afghanistan hebben we zo special forces diep in vijandelijk gebied bevoorraad.”

De kans dat dit werkt is uiterst klein, zegt De Kruif. „Je betreedt zelf het luchtruim niet, maar die hulp natuurlijk wel. Je moet er daarom op rekenen dat Israël de pakketten uit de lucht zal schieten.” Zou Israël werkelijk het raketschild Iron Dome in werking stellen voor zwevende kant-en-klaarmaaltijden? „Nee, daar gaan ze geen dure raketten aan verspillen. Maar ze kunnen er wel gevechtsvliegtuigen op af sturen.” Deze methode zou airdrops dus nóg omslachtiger maken en het resultaat nog poverder dan het al is.

Staten met invloed, zoals de VS en de EU-lidstaten, kunnen Israël dwingen om de hulp door te laten

Global Centre for the Responsibility to Protect
Amerikaanse denktank

Het Global Centre for the Responsibility to Protect, een denktank in New York, wijst airdrops resoluut af, maar niet alleen om redenen van uitvoerbaarheid. De responsibility to protect is een internationale norm, in 2005 aangenomen door de VN, die voorschrijft dat staten zich verantwoordelijk voelen om in te grijpen als een bevolking niet door zijn eigen leiders wordt beschermd tegen genocide of andere ernstige misdrijven. Het centrum vindt dat de VS en de Europese Unie hierin nu ernstig tekortschieten.

Het schrijft per e-mail: „Israëls moedwillige blokkade van levensreddende hulp komt neer op aanhoudende, opzettelijke uithongering van een burgerbevolking. Dat is een oorlogsmisdaad waarvoor het Internationaal Strafhof arrestatiebevelen heeft uitgevaardigd. Staten kunnen airdrops niet gebruiken om de aandacht af te leiden van hun verplichting om alle politieke, diplomatieke en economische middelen in te zetten ter bescherming van de Palestijnse bevolking.”

„Staten met invloed, zoals de VS en de EU-lidstaten, kunnen Israël dwingen om de hulp door te laten. Ze moeten uitvoering geven aan de arrestatiebevelen van het Strafhof, verbieden dat Israëlische functionarissen door hun luchtruim vliegen, sancties instellen en de export van wapens naar Israël volledig staken. Het is door het ontbreken van deze maatregelen dat Israël zich gesterkt voelt om de huidige belegering van Gaza voort te zetten.”