N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oud-kolonie Zo’n vierhonderd Franse commando’s die verblijven op een basis ten noorden van de hoofdstad Ouagadougou, hebben een maand gekregen om het land te verlaten. Het land lijkt de pijlen meer te richten op Rusland.
Tegenover studenten van de Joseph Ki-Zerbo universiteit in Ouagadougou had Ibrahim Traoré, de militaire leider van Burkina Faso, al een hint gegeven.
Toen hem tijdens een ontmoeting vorige week werd gevraagd of de Franse soldaten die in hun land gestationeerd zijn zouden vertrekken, net als in Mali, antwoordde Traoré zowel cryptisch als bevestigend. Misschien, zei Traoré, gekleed in zijn onafscheidelijke uniform en rode baret, dat in de komende uren „een bepaalde hoeveelheid informatie” naar buiten zou komen over het „herzien van onze relatie met bepaalde landen”.
Een paar uur werd een paar dagen, maar inmiddels is de boodschap duidelijk: Traoré en zijn medesoldaten die in september met een tweede staatsgreep in een jaar tijd de macht overnamen, hebben een streep gezet door hun defensieakkoord met Frankrijk. De om en nabij vierhonderd Franse commando’s die in het land zijn om jihadistische terreur in de Sahel te bestrijden, hebben een maand gekregen om Burkina Faso te verlaten.
Het verzoek voor vertrek is niet vanwege „een bepaalde gebeurtenis”, zei de regeringswoordvoerder Rimtalba Jean Emmanuel Ouedraogo maandag op de nationale omroep RTB, maar vanwege de het algehele sentiment in de samenleving.
De aankondiging is een nieuwe, gevoelige klap voor Frankrijk. Afgelopen zomer zag president Macron zich gedwongen zijn laatste troepen uit buurland Mali terug te trekken na negen jaar aanwezigheid. De militairen die daar – eveneens na twee opeenvolgende staatsgrepen – aan de macht kwamen, ruilden de hulp van hun voormalige kolonisator in voor die van Rusland. Een soortgelijk scenario lijkt zich nu in Burkina Faso te voltrekken. Franse troepen zijn nog wel in Tsjaad en Niger aanwezig.
Lees ook: Nieuwe machthebbers in Burkina Faso willen een radicale breuk
Hoewel de Franse militaire aanwezigheid er een stuk kleiner is (in Mali ging het om zo’n 2.400 soldaten), groeit ook hier al lange tijd de onvrede. Veel Burkinabé snappen niets van Frankrijks ogenschijnlijke onvermogen een einde te maken aan de opmars van jihadisten, die sinds 2015 de grens met Mali oversteken. Afgelopen vrijdag nog gingen in Ouagadougou honderden mensen de straat op om het vertrek van de Franse te eisen.
Tweede staatsgreep
Ook binnen het leger van Burkina Faso broeit al langere tijd onenigheid over de te varen koers. Het leidde deze zomer tot een tweede staatsgreep in een jaar tijd. De toenmalige militair leider Paul-Henri Damiba zou volgens jonge officieren als Traoré meer bezig zijn met politiek bedrijven dan met wat hij had beloofd te doen: de jihadisten terugdringen.
Snel werd duidelijk dat de ‘radicale breuk’ die deze nieuwe garde zei voor te staan ook het partnerschap met Frankrijk ging treffen. Anders dan Damiba, die ervan werd beticht ‘pro-Frans’ te zijn, maakte Traoré meteen er een punt van „nieuwe partnerschappen” te willen onderzoeken. Wie hij daarmee bedoelde, wisten zijn aanhangers op straat maar al te goed. Niet alleen zij, maar ook militairen werden gezien zwaaiend met Russische vlaggen.
In het chaotische weekend van hun machtsgreep stookte Traoré het vuurtje tegen de Franse militaire aanwezigheid zelfs persoonlijk op door te suggereren dat Damiba zich zou schuilhouden op de Franse militaire basis net buiten de hoofdstad. Een woedende menigte viel daarop de Franse ambassade en een cultureel centrum met bakstenen aan.
De eerste tekenen van een toenadering richting Rusland zijn er ook. Het Franse medium Jeune Afrique onthulde begin december dat de door Traoré aangewezen transitiepremier in alle stilte met een kleine delegatie naar Moskou was vertrokken. Zijn eerste tussenstop: Mali. Deze premier Apollinaire Kyélem de Tambèla zei naderhand dat hij wilde dat Rusland een bondgenoot zou worden in hun strijd tegen de jihadisten.
Het voedde al langer klinkende de geruchten dat het niet lang meer zou duren voordat Wagner-huurlingen zich ook in Burkina Faso laten zien.
Lees ook: Jihadi’s en Rusland zien kansen in Burkina Faso na nieuwe staatsgreep
Traoré staat onder grote druk. Niet alleen binnen het leger, met de verschillende kampen die volgens waarnemers steeds scherper tegenover elkaar komen te staan, maar ook onder de bevolking. Het aantal aanslagen en geweldsincidenten nam de afgelopen maanden allerminst af. Vorige week nog werd het land opgeschrikt door de ontvoering van ruim zestig vrouwen en kinderen in het door jihadisten beheerste noorden.
De vrouwen waren er met hun kinderen en enkele baby’s op uit getrokken om op zoek te gaan naar eetbare zaden en bladeren in de bossen rondom hun stadje, dat al sinds 2021 door jihadisten van de buitenwereld wordt afgesneden. Daags later werden ze bevrijd.
De ontvoering dwong Traoré ertoe toe te geven dat het aantal aanslagen sinds oktober is „verveelvoudigd”. De militair noemde het een reactie op hun „vastbeslotenheid” de jihadisten aan te pakken. „Daarom vallen ze nu onschuldige burgers aan.”
Een van de maatregelen die hij sinds zijn aantreden nam, is de lancering van een massaal rekruteringsoffensief voor zo’n vijftigduizend zogenoemde ‘Vrijwilligers voor de Bescherming van het Vaderland’; burgers die door het leger worden getraind en bewapend om hen bij te staan. Maar het gebruik van dit soort burgermilities, waar zijn voorgangers eerder al mee begonnen, is omstreden, omdat het onder meer tot vergeldingsmoorden leidt.