Nog voor de tractoren Brussel bereikt hadden, was de handreiking al gedaan. En terwijl ze een dag later toeterend door de Europese wijk reden, volgden nog wat meer gestes.
Woensdag presenteerde de Europese Commissie maatregelen die tegemoetkomen aan een deel van de eisen van Europese boeren, die in steeds meer landen protesteerden. Donderdag, na een topontmoeting met regeringsleiders die eigenlijk over Oekraïne ging, prees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen de boeren uitvoerig en kondigde ze aan met maatregelen te komen die hun administratieve last verminderen.
„Boeren spelen een essentiële rol in de Europese economie en samenleving”, aldus Von der Leyen. „Hun werk draagt in grote mate bij aan onze voedselzekerheid en aan onze manier van leven.” Een paar zaaltjes verderop sprak de Franse president Emmanuel Macron van een „historisch moment”: het bestaande landbouwbeleid moet op de schop, de inkomens van boeren moeten beter worden beschermd en de „ecologie van het gezonde verstand” moet terugkeren.
Het protest kon voor Europese politici nauwelijks op een slechter moment komen. Vier maanden voor de verkiezingen voor het Europees Parlement voorspellen peilingen een flinke winst van rechts-radicale partijen. Juist zij hengelen naar de steun van boze boeren en proberen die neer te zetten als uiting van een breder protest tegen Europa en de groene regeldruk.
Bijvoorbeeld de Hongaarse premier Viktor Orbán – die zijn dreigement een steunpakket voor Oekraïne te blokkeren deze donderdag inslikte, maar toen al wel een Engelstalig filmpje had opgenomen in de Brusselse straten. „De stem van het volk wordt door Europese politici niet gehoord”, zei Orbán, staand bij tractoren. Een Brusselse denktank die wordt gefinancierd door zijn overheid organiseerde vorige week al een eigen protestactie, gevolgd door een debat waar boerenvertegenwoordigers aan tafel zaten met rechts-radicale politici.
Transitie doorkruist
De peilingen verklaren voor een deel waarom politici zich haasten de boeren tegemoet te komen met ad hoc- maatregelen. Vooral Von der Leyen staat onder druk. Binnenkort treedt zij naar verwachting aan als het kopstuk van de Europese christen-democraten voor een nieuwe termijn als Commissievoorzitter, maar in die partij is grote wrevel ontstaan over haar groene profiel. Deze week schrapte de Europese Commissie onder meer een regel die biodiversiteit moet stimuleren en presenteerde ze een beperking van de import uit Oekraïne die uit solidariteit juist was vereenvoudigd.
Dat er in Brussel goed naar de boerenstem wordt geluisterd, is niets nieuws. De lobby van de agro-industrie is er traditioneel sterk en al decennia is het landbouwbeleid een van de pijlers van de Europese Unie. Nog altijd gaat een derde van de EU-begroting naar landbouwsubsidies, ook omdat voedselzekerheid als cruciaal Europees belang wordt gezien. Vooral grote boeren profiteren daarvan: pakweg 80 procent van de subsidie gaat naar 20 procent van de boerenbedrijven.
Milieu werd belangrijker
Maar de afgelopen jaren zag Brussel ook een transitie. Natuur en milieu werden belangrijker, ten koste van de machtige landbouwbelangen. Met een speciale duurzaamheidsstrategie wilde de Commissie landbouw in 2020 in lijn brengen met de nieuwe klimaat- en natuurdoelen. De landbouwsector is verantwoordelijk voor zo’n 10 procent van de Europese broeikasuitstoot, maar omdat de uitstoot in andere sectoren snel daalt kan dit aandeel gaan toenemen. De intensieve landbouw speelt volgens experts ook een grote rol in de dramatische achteruitgang van biodiversiteit.
Voorzichtig werd ook een begin gemaakt met hervorming van de landbouwgelden. Subsidies moesten niet langer alleen maximale voedselproductie stimuleren, maar boeren ook belonen voor bescherming van natuur en milieu. „Is het niet tijd”, zei toenmalig commissaris Timmermans (Klimaat) in april, „om te bewijzen dat er een manier van landbouw mogelijk is die niet steeds intensiever hoeft te worden om een fatsoenlijk inkomen voor boeren te genereren?”
Klimaatdoelen
Van de duurzaamheidsstrategie is vier jaar later weinig over: in november sneuvelde een wet om bestrijdingsmiddelen terug te dringen, een wet voor het verduurzamen van de voedselketen kwam er nooit, een bodemgezondheidswet werd zwaar afgezwakt en deze week werd ook de eis opgeschort een stukje land braak te laten liggen voor natuurbeheer.
En toen Von der Leyen de boeren donderdag als „zeer dynamisch” prees, viel op waar ze op wees: dat hun productie in 2022 met 13 procent toenam en dat de Europese export van landbouwproducten met 5 procent steeg. Precies de klassieke focus op ‘steeds meer’ waar Brussel van leek weg te willen bewegen.
Komende week presenteert de Commissie een nieuw klimaatdoel voor 2040. Uit een gelekt document bleek dat daarbij weer benadrukt wordt dat transformatie van de landbouwsector cruciaal is, net als het veranderen van „voedingskeuzes van de consument” en het „beter reflecteren van de prijs van landbouwemissies” in het eindproduct. Klimaatneutraliteit in 2050 blijft een „gemeenschappelijk doel”, stelt Von der Leyen, maar ook dat dit „samen met de boeren” moet. Hoe? Dat het lastig is een transitie in gang te zetten terwijl de tractoren voor de deur staan, is Brussel inmiddels net zo duidelijk als in Den Haag.