In het gasthuis van stichting INLIA in Groningen hanteert directeur John van Tilborg al 36 jaar één harde lijn: medewerkers liegen nooit tegen hun gasten. Die gasten, dat zijn dakloze vreemdelingen zonder verblijfsvergunning. Toen Van Tilborg twee weken geleden een bijeenkomst organiseerde om te vertellen dat asielminister Faber de financiële steun voor de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) in Groningen, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Amsterdam vanaf januari stopt, kon hij ze dan ook niet beloven dat ze in de opvang kunnen blijven. Dat zou liegen zijn. Hij zei wel dat hij zich niet kon voorstellen dat ze op straat terecht zouden komen.
Hij kreeg gelijk. „Ik kon niet geloven dat Groningen dat zou doen. Dat zit niet in de cultuur hier. Dit is niet de stad om mensen aan hun lot over te laten”, zegt Van Tilborg. Hij zit deze vrijdagmiddag in een lokaal van de opvang, op een bedrijventerrein in Groningen. Aan de muur hangen tekeningen, gemaakt door bewoners van de opvang. Twee dagen eerder stemde de gemeenteraad van Groningen unaniem tegen een motie van de PVV om de LVV-opvang „conform landelijk beleid” te sluiten. „Het standpunt van de gemeente Groningen is dat wij mensen niet zonder enig perspectief op straat willen hebben. Dan kan men geen kant meer op. Dat is de reden dat wij voor het openhouden van de LVV zijn. Als dat ons een aantal middelen kost, dan doen wij dat ook. Dat hebben we er graag voor over”, zei burgemeester Koen Schuiling (VVD).
Vanaf 1 januari stopt minister Marjolein Faber (PVV, Asiel en Migratie) de subsidie voor de bed-bad-broodopvang. In de vijf locaties verblijven nu zo’n zeshonderd mensen. Faber „zet in op terugkeer”, schreef ze vorige maand op X. De mensen in de opvang hadden volgens haar „al lang moeten vertrekken”. Amsterdam en Utrecht nemen de kosten van de opvang, net als Groningen, zelf over. Rotterdam stopt met de regeling. Het college had afgesproken alleen door te gaan als het Rijk daar geld voor geeft. Eindhoven wil opvang en begeleiding blijven bieden.
Geen perspectief
In de opvang in Groningen verblijven momenteel zo’n honderd mensen. Die zijn zelf bij de opvang gekomen of aangemeld door anderen, zoals door Vluchtelingenwerk, het COA of door hun advocaten. In Groningen voert stichting INLIA (Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven met Asielzoekers) de opvang van dakloze vreemdelingen uit voor de gemeente. De stichting, in 1988 opgericht, is een netwerkorganisatie van kerken die asielzoekers en vluchtelingen helpen.
De bewoners hebben spannende weken achter de rug. Een oudere vrouw kon er niet van slapen, vertelt Van Tilborg. Ze had geen eetlust meer en een hoge hartslag door alle stress. „Ze dacht dat ze dood zou gaan. Ik hoop dat het voor haar nu rustiger wordt.”
Een 37-jarige man uit Armenië vertelt dat hij blij is dat hij in de opvang kan blijven. Zijn procedure om op grond van zijn medische problemen in Nederland te kunnen blijven, loopt nog. Hij zit in een rolstoel. „Hier in de opvang is het goed. Ik ben hier nu bijna drie jaar. De mensen hier helpen mij. Sluiten is niet goed. Dat zorgt voor problemen.”
Als Van Tilborg een 51-jarige man uit Mauritanië verzekert dat de gemeente echt doorgaat met de opvang, reageert die opgelucht. „Dat is goed nieuws. Niemand wil op straat belanden.” Hij kan het weten. De man is al dertig jaar in Nederland. Vijftien jaar daarvan bracht hij door op straat. „Ik ben sinds 2018 weg van de straat. Daar wil je niet zijn op mijn leeftijd.”
Hij is al een paar jaar bezig met het terugkeerprogramma. „De IND twijfelt over mijn nationaliteit. Ik moet bewijzen dat ik ben wie ik zeg dat ik ben. Maar de documenten, zoals een geboorteakte en identiteitsbewijs, zijn lastig te krijgen.”
De man wil ook graag terug. „Ik zit nu stuk. Ik kan niet verder en niet terug. Het is lastig dat het zo lang duurt. Ik heb geen perspectief. Teruggaan is een goede oplossing voor mijn situatie. Dan zou ik op een boerderij kunnen werken. Maar we zijn daar nog niet. Als de papieren er zijn, kan ik verder met plannen maken voor de toekomst.”
Een van de zeven zogenoemde perspectiefmedewerkers die bij INLIA werken, begeleidt hem bij het regelen van zijn papieren. Dat zijn vaak lange processen, zegt Van Tilborg. „Deze mensen zitten hier omdat het niet gelukt is om ze terug te krijgen naar het land waar ze vandaan komen. Mensen kunnen vaak de papieren niet krijgen om hun identiteit vast te stellen. Als je weg moet, als je moet vluchten, ben je niet altijd in de gelegenheid om papieren te regelen.”
Medewerkers van INLIA lezen van elke nieuwe gast het dossier na. „We zien soms dingen die bruikbaar zijn, zoals fouten in de procedure”, vertelt Van Tilborg. Sommige mensen krijgen dan ook alsnog een verblijfsvergunning. Anderen kunnen terug naar de reguliere opvang van het COA, omdat ze toch nog recht op opvang blijken te hebben. Een deel van de mensen gaat terug naar het land van herkomst, vertrekt naar andere plekken in Nederland, of verdwijnt. Van Tilborg: „We proberen mensen erbij te houden, maar dat lukt niet altijd.”
Met „veel creativiteit”, houdt Groningen de opvang in het Gasthuis van INLIA in elk geval volgend jaar in stand.
Foto’s: Kees van de Veen
Sinds de start van de LVV in Groningen zijn er 634 mensen opgevangen. 543 mensen zijn weer vertrokken, laat de gemeente weten. Van hen zijn 38 mensen teruggekeerd naar het land van herkomst. 176 mensen zijn uitgestroomd naar de rijksopvang en zestig mensen hebben alsnog rechtmatig verblijf in Nederland gekregen.
Minder mensen op straat
De LVV’s bestaan sinds april 2019. Uit cijfers over de LVV blijkt dat op 1 augustus 2024 sinds de start 2.889 personen zijn toegelaten. 2.293 zijn ‘uitgestroomd’. Voor 886 mensen is een oplossing gevonden. Zo keerden 224 personen terug naar het land van herkomst, kregen 370 mensen asiel na een herhaalde aanvraag en kregen 292 personen verblijfsrecht op basis van overige gronden. Voor 465 mensen was er nog geen uitsluitsel. Voor 942 personen heeft de LVV niet tot een oplossing geleid. 596 mensen zaten op 1 augustus nog in hun traject.
Onderzoeksbureau Regioplan heeft in november 2022 een eindevaluatie van de LVV’s gemaakt. Daaruit blijkt dat de faciliteit „bredere maatschappelijke effecten heeft”. Zo zijn groepen vreemdelingen die in gemeenten verblijven door de opvang beter in beeld, is er meer zicht op de problematiek, is het welzijn van vreemdelingen verbeterd en slapen minder mensen op straat.
In Groningen is het nooit de vraag geweest óf de opvang open zou blijven, maar hóe dat zou moeten, zegt wethouder Manouska Molema (GroenLinks, Asiel). „Als je weet om welke groep mensen het gaat, is het helemaal geen keuze om te zeggen: we stoppen hiermee.
Het zijn mensen die in heel kwetsbare omstandigheden zitten en echt hulp nodig hebben. Ze zitten vast in Nederland, in een soort niemandsland. Het beeld wordt vaak geschetst dat het mensen zijn die niet weg willen, maar het zijn vaak mensen die niet weg kunnen.”
Groningen verwacht dat de kosten voor de opvang voor dit jaar uitkomen op 5,1 miljoen euro . Met „veel creativiteit”, houdt Groningen de opvang in elk geval volgend jaar in stand. De gemeente gaat dat betalen met het geld dat zij vanuit het Rijk krijgt om de opvang af te bouwen en met geld dat zij dit jaar overhoudt op de landelijke vreemdelingenvoorziening. Maar of het lukt om in 2026 de opvang te blijven betalen, weet de wethouder nog niet zeker. „2026 staat bij ons onder druk, omdat de financiën van gemeenten dan minder zijn en we de opvang dan zelf moeten bekostigen.”
‘Een verloren groep’
De gemeente kijkt nu of het de opvanglocatie ook kan gebruiken voor andere groepen, zoals daklozen of ex-gedetineerden, die met spoed een plek nodig hebben. „In de opvang verblijven nu zo’n honderd mensen, terwijl er bijna driehonderd bedden zijn. We gaan kijken of we op deze locatie verschillende soorten opvang kunnen combineren.”
Als de gemeente niet door was gegaan met de opvang en de mensen die daar nu verblijven op straat terecht zouden komen, zou dat in één klap tot bijna een verdubbeling van het aantal daklozen in Groningen leiden, zegt Molema. „Naast dat we zeggen dat het menswaardig is om deze mensen op te vangen, zou het ook enorm veel doen met de rest van de stad als we deze keuze niet hadden gemaakt.”
Van Tilborg is opgelucht dat Groningen de opvang zelf gaat financieren. „Dit is een verloren groep mensen. Ze hebben echt hulp nodig. We hebben hier iedereen binnen zitten. Mensen met psychische problemen, mensen die terminaal ziek zijn. Die kunnen niet de straat op. Ik vind het godgeklaagd om dat zo simpel te zeggen. De straat is nooit een oplossing.”
Lees ook
Mag minister Faber uitgeprocedeerde asielzoekers op straat zetten?