Het is voor voetbalsupporters op wedstrijddagen een bekend beeld: rond het stadion loopt de bereden politie, rijden politie-busjes en staan groepjes agenten. Bij grote wedstrijden horen ze soms ook het geblaf van politiehonden en staat er een grote bus waarin arrestanten kunnen worden vastgehouden. Maar bij de Eredivisiewedstrijden NAC – Ajax en FC Twente – Sparta afgelopen weekend ontbrak het allemaal.
De agenten die ingezet zouden worden waren wel in Breda en Enschede, maar zaten in zaaltjes. Een ‘werkonderbreking’ heette het. Volgens Nine Kooiman, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB), deden ze wat administratieve taken. En ze planden nieuwe acties.
De actie van de politie dit weekend was niet de eerste en volgens Kooiman voorlopig ook niet de laatste – tenzij de eis van de agenten wordt ingewilligd. Met onder meer een demonstratie op het Malieveld, de sluiting van politiebureaus gedurende één dag, sirene-acties en het niet uitschrijven van boetes voor lichte overtredingen proberen de agenten al langer te bereiken dat een vroegpensioenregeling behouden blijft. Met die regeling kunnen agenten, na vijfentwintig ‘zware’ dienstjaren, drie jaar eerder met pensioen. Die regeling eindigt volgend jaar; het kabinet heeft nog geen nieuwe regeling vastgesteld.
We hebben, zegt Kooiman over de werkonderbreking bij het voetbal, „expres acties uitgezocht die aantonen dat er oneigenlijk veel politiecapaciteit weglekt”. Want dat viel bij beide wedstrijden op: ook zonder politieagenten verliepen die zonder problemen.
Kan dat vaker?
Ons mantra is: de politie is afwezig als het kan en aanwezig als het moet
Loyale uitsupporters
Matthijs Keuning denkt van wel. De voorzitter van Supporterscollectief Nederland, een samenwerking van supportersverenigingen van Nederlandse voetbalclubs, pleit al langer voor een „realistisch en gastvrij” stadionbezoek. „Supporters weten dat er bij de meeste wedstrijden geen politie nodig is. Clubs regelen de veiligheid zelf vaak prima. Het is mooi dat nu is aangetoond dat het ook bij een op het oog moeilijke wedstrijd als NAC – Ajax kan.”
Veel wedstrijden worden al zonder politie gespeeld, zegt Paul Depla, burgemeester van Breda. „Ons mantra is: de politie is afwezig als het kan en aanwezig als het moet.” De risico’s op ongeregeldheden waren bij de wedstrijd van zondag op voorhand klein, analyseerde hij. „NAC-supporters waren blij om eindelijk weer in de Eredivisie te spelen. En Ajax heeft een professionele veiligheidsorganisatie, met loyale uitsupporters die weten dat ze hun toegangsrechten kwijtraken bij incidenten.” Dus nee, zegt hij: „Ik zat niet met samengeknepen billen.”
Na afloop was hij niettemin blij dat supporters hadden laten zien dat het kán, een wedstrijd zonder politie spelen. „Dit is de standaard. Supporters gedragen zich meestal gewoon goed, maar uitzonderingen vertekenen het beeld.”
Dat ‘goede gedrag’ blijkt ook uit cijfers van KNVB, Openbaar Ministerie en politie. In het seizoen 2022/2023 telde de politie 725 incidenten, op 822 voetbalwedstrijden – cijfers over het afgelopen seizoen volgen dit najaar. De ‘incidenten’ waren veelal voorwerpen die naar het veld waren gegooid, spreekkoren, geweld tegen agenten of stewards, of het afsteken van vuurwerk. Het aantal geweldsincidenten binnen stadions daalde van 44 naar 33. Er werden bijna duizend stadionverboden opgelegd, op naar schatting zeven miljoen toeschouwers. Veel daders werden achteraf geïdentificeerd op basis van videobeelden.
250.000 uur politiewerk
Clubs zijn binnen de stadions zelf verantwoordelijk voor de veiligheid, zegt Depla, „zoals een horecabaas dat ook is voor zijn café”. De politie is verantwoordelijk voor wat er búiten de stadions gebeurt en kan bij grote incidenten binnen alsnog ingrijpen. Jaarlijks wordt er voor zo’n 250.000 uur aan politiewerk ingezet rond voetbalwedstrijden, wat naar schatting zo’n 25 miljoen euro kost. Onder meer vanuit de politiek klinkt al langer de roep om clubs daar aan mee te laten betalen; agenten laten horen dat ze door voetbalwedstrijden, net als door demonstraties, „niet in de wijk kunnen zijn”, zoals Kooiman zegt.
Keuning en Depla pleiten voor „maatwerk”. Had zondag de regionale derby tegen de Tilburgse rivaal Willem II op het programma gestaan, zegt Depla, dan „was de afweging lastiger geweest”. Depla: „Per wedstrijd bekijk je wat er noodzakelijk is. Is er animositeit tussen de supportersgroepen? Is er vanwege slechte resultaten een dreiging? Vaak kom je dan tot de conclusie dat je agenten op straat kunt houden, mits ze snel naar het stadion kunnen komen als het toch fout gaat. Maar je hoeft geen agenten in busjes buiten het stadion te laten zitten tot er mogelijk iets gebeurt.”
Keuning trekt het breder: „Uitsupporters worden nu vaak verplicht om met een bus naar de wedstrijd te komen. Vaak lijkt het vanuit gemeentes en clubs knip-en-plakwerk: we doen elke wedstrijd hetzelfde, dan zitten we safe. Ik denk dat er per wedstrijd een afweging gemaakt moet worden. Dat komt de politie ten goede, die minder ingezet hoeft te worden, en supporters hebben een fijner stadionbezoek.”
Lees ook
Balanceren tussen hard aanpakken, onderwijzen en privileges geven: hoe FC Utrecht omgaat met de fanatieke aanhang
Mogelijk leggen agenten de komende tijd bij meer wedstrijden het werk neer, zegt Kooiman van vakbond NPB. „Het liefst voeren we geen publieksonvriendelijke acties. Maar we zijn helaas wel op een punt gekomen dat we niet gehoord worden. Dan tref je soms burgers, zoals bij voetbalwedstrijden.” Zo sluit ze ook acties rond risicovollere wedstrijden als Feyenoord – Ajax, op 1 september, niet uit. Ondanks dat daar geen uitsupporters mogen komen, wordt bij die wedstrijd elk jaar veel politie ingezet. Kooiman: „En hoeveel risico willen burgemeesters dán lopen? Laten ze wedstrijden niet doorgaan? Of komt de minister met een beter voorstel?”