Ook als alle lichten uitgaan, blijven The Hives glimmen

Recensie Muziek

Rock „Als iedereen zijn best doet, zijn we zo in het paradijs”, beloofde zanger Pelle Almqvist van The Hives maandagavond in Paradiso. Die bestemming werd snel bereikt.

Foto Niels Vinck

‘Hoe voelt iedereen zich deze zaterdagavond?”, vraagt ‘Howlin’ Pelle Almqvist aan een uitverkochte Paradiso. Het mag dan maandagavond zijn, natuurkundige wetten van tijd en ruimte lapt de zanger van The Hives aan zijn laars, of beter: aan zijn glimmende lakschoentjes. „Vanwege religieuze overwegingen spelen we alleen op zaterdagavonden”, zo verklaart hij het tijdsverschil. „En ook al staan we nu in Amsterdam, als iedereen goed zijn best doet, zijn we zo in het paradijs.”

Die bestemming wordt snel bereikt, want na de evergreen ‘Hate To Say I Told You So’ kan het publiek niet meer stoppen met gillen en springen en verliest Paradiso zich in een stuiterend feest waar bier, zweet en decibellen in het rond spetteren.

Vanaf hun oprichting combineren The Hives grondbeginselen van de elementaire garage- en punkrock met het showmanschap van oude schreeuwlegendes als Little Richard en Howlin’ Wolf. Van de eerste keek zanger Almqvist de uitzinnige gospelpreken af, van de tweede adopteerde hij zowel bijnaam ‘Howlin’ als bijbehorende kledingkast. Ook in Amsterdam verschijnen de Zweden in onberispelijke pakken, overhemden, dassen en loafers. Als extra gadgets zijn er glow-in-the-dark-bliksemschichten en muzieknoten op de kostuums genaaid. Ook als alle lichten uitgaan, blijven The Hives glimmen.

En ondanks een aanzienlijke pauze – vorige maand verscheen na elf jaar het zesde album The Death of Randy Fitzsimmons – zijn ze hun streken nog niet verleerd. Natuurlijk, iedereen en zijn moeder kan met drie akkoorden een liedje maken. Maar het geheim van The Hives is dat ze dat telkens doen op een manier die sprankelend, aanstekelijk én authentiek klinkt. De raspende gitaren van Nicholaus Arson en Vigilante Carlstroem klinken niet per se hard, maar vooral schel waardoor de nuances behouden blijven en je (zie ook: The White Stripes) de meeste riffs moeiteloos als hooligankoor kunt meebrullen – wat dus ook gebeurt.

Blotebillengezicht

Toch gaan ook bij de Zweden de jaren tellen. Almqvist heeft weliswaar nog hetzelfde blotebillengezicht als vroeger en ook zijn onuitputtelijke bravoure en betweterigheid zijn onaangetast. Maar met zijn karakteristieke vliegende spagaat springt hij een stuk minder hoog dan in zijn gloriedagen en soms sjokt hij tam en vermoeid over het podium. Desondanks blijft hij een weergaloze frontman die de kunst van het microfoonzwaaien tot in de puntjes beheerst, op hilarische wijze schreeuwende bullebakken terechtwijst en de rest van de zaal tot kookpunt weet op te hitsen.

Als een strenge schoolmeester neemt hij de telefoons van filmende fans in beslag en smijt ze op een stapel naast het drumstel. „Normaal ben ik niet zo aardig”, zegt hij als ze pas aan het eind van de toegift een voor een teruggeeft aan de rechtmatige eigenaren, inclusief wijze levensles: „I think you should live, not film.

https://www.youtube.com/watch?v=XVKHeBRox0k