Ooit hopen de Noura’s het grenshek te bedwingen

Reportage

Balkanroute Migranten die via Servië proberen de Europese Unie te bereiken, belanden vaak in illegale kampementen waar ze hun kans afwachten om de grens over te steken. „De corrupte politie kijkt weg of verdient eraan. Er heerst totale wetteloosheid.”

Achtergelaten slaapzakken bij het illegale migrantenkampement in het Servische Sombor, dat eind januari niet voor het eerst door de politie werd ontruimd.
Achtergelaten slaapzakken bij het illegale migrantenkampement in het Servische Sombor, dat eind januari niet voor het eerst door de politie werd ontruimd.

Foto Martyn Aim

‘Pas op, ga daar niet naar binnen, ze hebben vuurwapens”, roept de beveiliger van het waterzuiveringsbedrijf door het hek dat hem scheidt van het geïmproviseerde vluchtelingen- en migrantenkamp vlak bij Sombor, een stad in het uiterste noordwesten van Servië. Een verweerd bord bij de vervallen opslagruimtes leert dat hier ooit een handel in elektronica zat.

Sinds de migratiecrisis van 2015 bivakkeren in deze kharab – Arabisch voor ruïne – telkens andere mannen en gezinnen uit het Midden-Oosten en Azië die hun weg naar de Europese Unie proberen te vinden. Vanuit hier steken ze onder begeleiding van mensensmokkelaars de nabije grens met Kroatië, of nog liever die met Hongarije, over.

Maar sinds de Servische politie dit illegale kampement eind januari voor de zoveelste keer leeg veegde en ruim zeventig tijdelijke bewoners in bussen naar officiële opvangkampen in het zuiden van het land afvoerde, verblijft er even bijna niemand meer. Achtergelaten slaapzakken in de omringende struiken en de hopen lege blikjes energiedrank en vertrapte voedselverpakkingen in de modder verraden hoeveel mensen hier in de loop der tijd doorheen zijn getrokken.

Na vaak meerdere pogingen zijn ze uiteindelijk bijna allemaal succesvol. Het zwaarbewaakte, vier meter hoge dubbele hek waarmee de Hongaarse premier Viktor Orbán zijn land en de EU zegt te beschermen is met ladders, connecties en voldoende geld uiteindelijk te trotseren. De gewelddadige pushbacks waar de Kroatische grensbewaking zich schuldig aan maakt houden die linie niet dicht. Van de 330.000 irreguliere grensovergangen die het Europese grens- en kustwachtagentschap Frontex in 2022 registreerde, kwam bijna de helft via de zogeheten Westelijke Balkanroute: de landen die tussen Griekenland en de rest van de EU liggen ingeklemd. Volgens VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR verblijven er op dit moment duizenden in Servië.

Een paar dagen na de politie-inval blijkt ‘de ruïne’ niet helemaal verlaten. Er komt rook uit een provisorische pijp vanuit een van de schaarse ruimtes waar een raam en een deur in zitten. Op een smoezelig kleed binnen zit de Syrische leraar Mahmoud Noura (38) met zijn gezin, van zeven kinderen, bij een houtkacheltje. Zijn vrouw voedt de jongste tweeling, die, vertelt Noura met horten en stoten, op de tocht door Europa geboren werd. Het gezin vluchtte uit Hama nadat de oudste zoon, Marwan (11), „gewond raakte dankzij een raket van Bashar”, zoals Noura de dictator Al-Assad noemt.

Een eerste poging het Hongaarse hek over te klimmen, mislukte toen honden van de grenswacht achter de kinderen aankwamen

Hij roept Marwan bij zich en veegt diens haar van zijn voorhoofd om een litteken van zeker vijf centimeter te laten zien. De Noura’s verbleven eerst in Turkije en zwerven nu al bijna anderhalf jaar aan de marges van Europa. Ze hopen ooit Duitsland te bereiken, waar een broer van Mahmoud woont. Een eerste poging het Hongaarse hek over te klimmen, mislukte toen honden van de grenswacht achter de kinderen aankwamen, zegt hij.

‘Totale wetteloosheid’

De afgelopen maanden ontstond hernieuwde internationale aandacht voor de Balkanroute, waarbij een beeld ontstond van Servië als draaischijf van ongebreidelde migratie. President Aleksandar Vucic beloofde Hongarije en Oostenrijk om de zuidgrens met Noord-Macedonië beter te beveiligen. Ook het regelmatig leeghalen van geïmproviseerde kraakpanden en kampjes bij Sombor en Subotica, in het noorden van het land, past in dit strengere beleid om vluchtelingen en migranten weg te houden bij de EU-grens. Zelfs als dat hun tocht alleen vertraagt.


Lees ook deze analyse: Viktor Orbán is niet de enige in de EU die pleit voor grensmuren

Onder druk van de Europese Commissie staakte Vucic in het najaar bovendien de mogelijkheid van visumvrij reizen voor mensen uit India, Burundi en Tunesië. Deze ‘toeristen’ werden regelmatig door bussen opgewacht op de luchthaven van Belgrado en onmiddellijk naar de noordgrens gereden. Vervolgens doken ze op in Oostenrijk en België. Een serieus probleem omdat zij in de regel geen asiel krijgen in de EU, maar moeilijk kunnen worden uitgezet. Toch vormden zij maximaal 10 procent van de migratie via Servië.

Het leeuwendeel wordt nog altijd gevormd door Syriërs en Afghanen die onderdrukking en geweld ontvluchten en hoogstwaarschijnlijk wel in aanmerking komen voor asiel in EU-landen. Sommige Syriërs reizen rechtstreeks naar Europa, maar anderen raken opnieuw op drift nu de Turkse president Recep Tayyip Erdogan met verkiezingen in het vooruitzicht de vluchtelingen tot zondebok maakt. Mogelijk zullen de aardbevingen van afgelopen maandag het aantal vluchtelingen ook doen toenemen.

Ook Turken zelf beproeven in toenemende mate hun geluk in Europa. Zij kunnen nog steeds zonder visum naar Servië reizen. Omdat zij er legaal verblijven, zijn ze niet aangewezen op gevaarlijke kampjes zonder stroom of water. In een hostel in Sombor beweren Turkse en ook Albanese gasten dat ze voor werk in het gebied overnachten en kappen het gesprek dan af. Europese diplomaten in Belgrado zeggen bovendien te weten dat veel Afghanen op valse Turkse papieren het land binnenkomen en dan doorreizen. Daarnaast nemen veel Marokkanen de Balkanroute in plaats van de oversteek naar Spanje over zee.

Een hoog hekwerk markeert de grens tussen Servië en Hongarije bij Sombor.
Foto Martyn Aim

In Servië zelf domineren angst voor buitenlanders en het geweld van mensensmokkelaars het nieuws. Nadat het kampement waar Mahmoud Noura met zijn gezin zit werd ontmanteld, ontstond er volgens de politie ruzie tussen Syriërs en Afghanen over wie het kamp in handen zou krijgen. Twee mensen raakten zwaargewond bij een steekpartij. Al hoorde Ksenija Pavkov, een van de schaarse Servische journalisten die al sinds 2015 consequent over migratie berichten, dat er een kalasjnikov in het spel zou zijn geweest.

Die mensen willen hier niet zijn, maar zijn nu wel ons probleem

Branko Jevremov Bewoner van Sombor

Bij eerdere confrontaties tussen mensensmokkelaars vielen doden. „Het is een miljoenenbusiness, gerund door rivaliserende bendes uit de verschillende herkomstlanden”, zegt Pavkov, correspondent voor de zender N1 in het noorden van Servië. „De corrupte politie kijkt weg of verdient eraan. Er heerst totale wetteloosheid.”

Dit en geruchten op sociale media maken de plaatselijke bevolking in Sombor bang. Branko Jevremov, die op een parkeerterrein vlak bij het kamp zijn zoon leert inparkeren vreest de migranten zelf. „We zien hier steeds groepen jonge mannen in een soort militaire formatie langs de wegen lopen”, zegt hij. „In een land met oorlogstrauma’s als de onze hebben we die liever niet.” Deze route wordt al sinds jaar en dag gebruikt door migranten, maar pas sinds er hekken worden opgetrokken rond ‘Fort Europa’ komen ze hier vast te zitten, zegt hij. „Die mensen willen hier niet zijn, maar zijn nu wel ons probleem.”

Veiligheidsprobleem

Belangstelling voor de redenen dat mensen vluchten, of voor hun erbarmelijke omstandigheden in Servië, is er nauwelijks. En internationale hulporganisaties zijn vrijwel afwezig in dit grensgebied. „De EU doet alsof asielzoekers puur een veiligheidsprobleem zijn, in plaats van een humanitaire kwestie. En schuift dat probleem af op landen waar geen rechtsstaat of mensenrechten bestaan”, zegt asieladvocaat Nikola Kovacevic. Wie migratie criminaliseert, creëert een markt voor criminelen. „Zolang de redenen voor vluchten en migratie niet afnemen, kan het nooit een oplossing zijn om alleen de grens te sluiten – als dat al zou lukken.”

De tientallen miljoenen euro’s die Servië jaarlijks van de EU krijgt in ruil voor het tegenhouden van migranten lijken nauwelijks besteed te worden aan functionele asielprocedures en behoorlijke opvang. Het officiële vluchtelingenkamp dat in Sombor ook bestaat mag niet worden betreden zonder toestemming van het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen en Migratie, maar mails en telefoontjes naar die organisatie blijven een week lang onbeantwoord. Van een afstandje en op foto’s die migranten zelf hebben gemaakt is te zien dat de situatie hier iets beter is dan in de illegale kampementen: geregistreerde bewoners krijgen veldbedjes, eten en hebben stromend water. Maar er zitten geen ruiten meer in de ramen van de gebouwtjes en als ze vol zijn, worden mensen in tenten gestopt. Op het hoogtepunt vorig jaar zaten in plaats van de capaciteit van vierhonderd bijna het dubbele aantal mensen hier.

Mahmoud Noura en een van zijn zonen. De Syrische familie Noura ontvluchtte het regime van Assad. Ze willen naar Duitsland, maar zwerven nu al anderhalf jaar aan de marges van Europa.
Foto Martyn Aim

Toch vermijdt Mahmoud Noura met zijn kleine kinderen het kleine beetje comfort van de officiële opvang. Uit angst dat zij worden overgeplaatst naar een kamp aan de grens met Kosovo en Noord-Macedonië. Dan moeten ze de 550 kilometer van Zuid- naar Noord-Servië die ze eindelijk hebben afgelegd opnieuw belopen. Hij wacht liever op een nieuwe kans om zich door een mensensmokkelaar te laten overzetten. Al weet hij nog niet hoe hij die moet betalen. „Ik heb vijftienduizend euro nodig om mijn gezin naar Duitsland te krijgen.”