
Verplichte referenda door pensioenfondsen over de overgang naar het nieuwe stelsel zijn niet in het belang van werknemers en gepensioneerden. Ze kunnen leiden tot een „(aanzienlijke) verslechtering” van hun pensioenperspectief. Met dit snoeiharde advies van de Raad van State is de kans maandag flink kleiner geworden dat de door coalitiepartijen NSC en BBB voorgestelde pensioenreferenda er daadwerkelijk komen.
De partijen hadden een wijzigingsvoorstel ingediend om de nieuwe pensioenwet, die al in 2023 is ingegaan, aan te passen. Nu staat in die wet dat alle pensioenfondsen tussen januari 2025 en 2027 moeten overstappen op nieuwe regels, waarbij in principe ál het pensioengeld verhuist naar persoonlijke pensioenpotjes. Drie fondsen hebben die overgestapt al gemaakt, nog eens drie willen dat per 1 juli doen.
NSC en BBB willen nu een koerswijziging: de nieuwe regels zouden in eerste instantie alleen voor nieuwe pensioenpremies moeten gelden. Tenzij een pensioenfonds erin slaagt om minimaal 30 procent van de bij hen aangesloten werknemers en gepensioneerden in een referendum te laten stemmen, en meer dan de helft van die groep ermee instemt om ook het oude pensioengeld over te zetten.
De plannen veroorzaken volgens de Raad een „ernstige verstoring” van het transitieproces, dat al in volle gang is
Volgens de Raad van State raakt die omkering, waarin overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel niet langer het uitgangspunt is, maar juist ‘niet overstappen, tenzij’, de kern van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Er is daarmee volgens de Raad sprake van een „ernstige verstoring” van het transitieproces, dat al in volle gang is.
Ook stelt de Raad dat het voorstel tot veel rechtszaken kan leiden, omdat „onevenredig ongunstige gevolgen” voor bepaalde (leeftijds)groepen niet kunnen worden uitgesloten. Een veelgenoemde reden voor het referenda-voorstel is juist te voorkomen dat er grote aantallen rechtszaken komen van mensen die het niet met het overzetten van hun pensioen eens zijn.
’Solidariteit in het geding’
Nu werkt het nog zo dat werkgevers, vakbonden en pensioenfondsen verplicht zijn om de belangen van alle verschillende leeftijdsgroepen tegen elkaar af te wegen bij hun keuzes rond de overstap op het nieuwe stelsel. Referenda doorkruisen hun mogelijkheden daartoe, volgens de Raad, „waardoor de voor het stelsel wezenlijke solidariteit in het gedrang komt”.
Het advies is uiterst pijnlijk voor NSC, de partij die campagne voerde met ‘goed bestuur’ en zorgvuldige wetgeving
Het advies is uiterst pijnlijk voor NSC, de partij die campagne voerde met ‘goed bestuur’ en zorgvuldige wetgeving. De Raad van State heeft „ernstige bezwaren” bij het voorstel van Tweede Kamerleden Pieter Omtzigt, Agnes Joseph (beiden NSC) en Henk Vermeer (BBB), die zo fundamenteel zijn dat ze niet opgelost kunnen worden met aanpassingen.
Dit NSC-voorstel schendt volgens de Raad van State „verschillende eisen van wetgevingskwaliteit”. Zo gaat het om een kwestie die de afgelopen jaren, ook bij de wetsbehandeling in de Tweede Kamer, al „uitgebreid besproken” is. De Kamer besloot in 2022 om geen referenda in te voeren, en nu willen NSC en BBB dat debat „heropenen”. Dat kan alleen bij „zeer bijzondere en urgente nieuwe inzichten”, schrijft de Raad, waarvan volgens de Raad nu geen sprake is.
Omtzigt voor dilemma
Het advies plaatst vooral NSC voor een dilemma. Partijleider Pieter Omtzigt is ervan overtuigd dat de referenda er moeten komen. Maar als hij na zó’n negatief advies het plan doorzet, geeft hij het signaal dat NSC weinig waarde hecht aan Raad van State-oordelen. Andere partijen zullen dat onthouden en er later hun voordeel mee doen.
Omtzigt probeert al veel langer om inspraak van werknemers en gepensioneerden te verbeteren. Bij de wetsbehandeling eind 2022 stemde een meerderheid van de vorige Tweede Kamer tegen een soortgelijk voorstel van Omtzigt, toen nog partijloos Kamerlid. Maar de partijen die er toen al voor waren, hebben inmiddels een meerderheid.
De situatie brengt ook minister Eddy van Hijum in een lastig parket. Hij is door Omtzigt naar voren geschoven als minister van Sociale Zaken en vicepremier van NSC. En nu moet hij namens het kabinet een oordeel geven over het referendumplan.
Van Hijum weet hoe belangrijk de referenda zijn voor zijn partijleider. Tegelijk krijgt hij van zijn ambtenaren, de pensioensector en nu ook de Raad van State vooral veel waarschuwingen.
Werkgevers, vakbonden en pensioenfondsen zeggen al langer dat dit plan leidt tot ernstige vertraging, hogere kosten en lagere pensioenen
Zo zeggen werkgevers, vakbonden en pensioenfondsen al langer dat het NSC-plan tot ernstige vertraging, hogere kosten en lagere pensioenen zou leiden. Ambtenaren berekenden dat de overheid erdoor 1 tot 2 miljard euro per jaar aan belastinginkomsten mislopen. Dat komt doordat er in veel gevallen hogere pensioenpremies nodig zullen zijn. Daarover wordt geen belasting betaald, anders dan over lonen en winsten.
Het kabinetsoordeel zal Van Hijum geven in overleg met de vicepremiers van de andere drie regeringspartijen, die verschillend tegen pensioenreferenda aankijken. Mede-indiener BBB en ook de PVV waren in 2022 al voor, hoewel de PVV zich over het huidige voorstel nog niet heeft uitgelaten. De VVD is er fel tegen.
NSC stelt in een eerste reactie dat de raad in het advies voorbij gaat aan „principiële bezwaren” over het referendavoorstel. Er is „onvoldoende rechtsbescherming” bij de overstap naar het nieuwe stelsel, aldus Tweede Kamerlid Joseph. „Mensen moeten zelf het recht hebben te beslissen over hun eigen opgebouwde pensioen.” De partij zegt het advies de komende dagen „zorgvuldig [te] bestuderen” om vervolgstappen te
bepalen.
Mocht de Tweede Kamer het voorstel toch aannemen, dan wordt het pas echt ingewikkeld. Partijen die de pensioenwet zónder referenda steunden, hebben in de Eerste Kamer nog steeds een meerderheid. Niet al die partijen hadden een sterke mening over referenda, dus het valt niet uit te sluiten dat sommige nu wel vóór zouden stemmen, waardoor een meerderheid in zicht komt. Maar na dit Raad van State-advies is dat scenario veel minder realistisch geworden.
