Ontwapenende momenten van eerlijk ongemak in ‘Every Brilliant Thing’

Recensie

Theater

Theater In ‘Every Brilliant Thing’ legt een zevenjarig kind een lijst aan met dingen die het waard zijn om voor te leven. Bram Suijker (33) speelt de monoloog onstuimig en energiek, Tamar van den Dop (52) beheerst en gefocust. Beide adaptaties raken je diep.

Tamar van den Dop in de voorstelling ‘Every Brilliant Thing’.
Tamar van den Dop in de voorstelling ‘Every Brilliant Thing’.

Foto Fred Debrock

1: IJsjes. 2: Watergevechten. 3: Laat opblijven en dat je dan tv mag kijken. In de theatermonoloog Every Brilliant Thing legt de zevenjarige hoofdpersoon een lijst aan met dingen die de moeite waard zijn om voor te leven. Het kind heeft een depressieve moeder en begint met de lijst na haar eerste zelfmoordpoging. Het is het resultaat van ontwapenende kinderlogica: haar weerhouden van een nieuwe poging door haar te overspoelen met alledaagse geluksmomenten. Een kleine, grootse daad.

De lijst met ‘briljante dingen’ wordt almaar groter, en naarmate het personage ouder wordt, blijft het een rol spelen: uiteindelijk is het niet meer de uitgestoken hand naar de moeder, maar een reddingsvest waarin de persoon zelf, soms ternauwernood, drijvende blijft.

Every Brilliant Thing ging vorige week twee keer in première bij Het Nationale Theater: op donderdag vertolkt door Bram Suijker, op zaterdag door Tamar van den Dop. Tijdens de tournee zullen de acteurs de monoloog afwisselend voor hun rekening nemen.

Bijzonder aan de toneeltekst van Duncan Macmillan is de hoge mate waarin het publiek bij de voorstelling wordt betrokken. Terwijl gedurende de voorstelling de totstandkoming van de lijst wordt gereconstrueerd en we het hoofdpersonage zo steeds ouder zien worden, wordt ook voortdurend de hulp van de toeschouwers ingeroepen: die geven bijvoorbeeld tegenspel als vader, vertrouwenspersoon, literatuurdocent of eerste liefde. De moeder wordt door niemand gespeeld, haar afwezigheid hangt als een grote wolk tussen acteur en toeschouwers in.

Bram Suijker in de voorstelling Every Brilliant Thing.

Foto Fred Debrock

Ruimte voor inbreng

Het is een wolk waaruit het lang niet altijd regent, en die zelfs zo nu en dan openbreekt. De grote kracht van de tekst is juist hoe het (kind-)personage onbegrip, woede en verdriet verknoopt aan een liefdevolle blik. Ja, de moeder werd geteisterd door haar depressie en die wordt ook zeker niet gebagatelliseerd, maar ze is óók een liefhebbende vrouw, aan wie mooie herinneringen worden gekoesterd.

Macmillan schreef een prachtige tekst waarin hij veel ruimte liet voor inbreng en interpretatie van de acteur. Bram Suijker (33) speelt het personage onstuimig, met een hoge energie en een jongehonderige charme. Bij hem zie je het zevenjarige kind dat overvallen wordt door gebeurtenissen die hij maar moeilijk een plek kan geven. Als hij lacht, lacht hij hard, bijna nerveus.

Tamar van den Dop (52) staat juist gecontroleerd en gefocust op de speelvloer, ze bewaart rust. In haar zie je meteen al de volwassen vrouw, vol kracht maar ook onmiskenbaar al door het leven getekend. Als zij lacht, doet ze dat in stilte: een gulle glimlach, waar berusting achter gloort en te vroeg verworven wijsheid.

Beide personages raken je diep, maar via een andere weg.

Als acteur is elke uitvoering van Every Brilliant Thing een waagstuk: de publieksinteractie sorteert een hoge mate van onvoorspelbaarheid. Over de linie reageert een publiek doorgaans niet zoals je verwacht – hoe helder en concreet de opdracht vaak ook is.

Toeschouwers reageren begrijpelijkerwijs zenuwachtig, klungelig en grillig, vliegen onbedoeld uit de bocht en laten je prompt lachen om dingen die intens pijnlijk zijn (het laten inslapen van een hond, goedbedoelde platitudes van een vertrouwenspersoon). Dat levert in de beste gevallen ontwapenende momenten van eerlijk ongemak op. Every Brilliant Thing wordt zo ook expliciet een collectieve daad die gaat over de verantwoordelijkheid die je als toeschouwer (of omstander) voor iemand kan nemen.

Ingetogen spel

Van den Dop had het op de première niet altijd makkelijk: de interacterende toeschouwers waren regelmatig wel erg hardnekkig in het (onbedoeld) ontregelen van de scène, waardoor het haar soms zichtbaar moeite kostte de draad weer op te pakken. Tegelijkertijd is juist dat stroeve aanmodderen, dat gevoel dat de hoofdpersoon zich mét de toeschouwer door het drama heen worstelt, óók heel veelzeggend: in het echte leven lopen gesprekken ook lang niet altijd soepel of zoals je hoopt – zeker niet als de onderwerpen precair zijn.

Suijker laat de teugels ver vieren in zijn interactie met publiek. Hij verleidt de toeschouwers met knipoogjes en alert spel, rent high-fivend langs de stoelen, creëert een lichte sfeer waarin zich haast ongemerkt de randvoorwaarden van een grote tragiek nestelen, en dan overvalt hij de toeschouwer met diepe, rauwe pijn. Dat zoekt hij vervolgens juist in klein, ingetogen spel. In het contrast met zijn energieke vertolking daarvoor, zet hij zo met terugwerkende kracht de hele voorstelling in een ander daglicht.

Uiteindelijk zit de grootste angst van het personage in de herkenning van het gevoel dat je niet meer wil leven. Die realisatie is angstaanjagend, maar – al is dat haast onbevattelijk met een suïcidale moeder – in potentie ook overkomelijk: iedereen herkent wel iets van die somberte, die je soms even niet kan overzien of relativeren. „Als je een heel leven hebt geleefd zonder één keer intens ongelukkig te zijn geweest, heb je waarschijnlijk niet goed opgelet.”

In de sober ingestoken, trefzekere regie van Erik Whien is Every Brilliant Thing een intiem en troostrijk kleinood dat in de kern gaat over hoe je van betekenis kan zijn voor een ander. Een kleine, grootse theatervoorstelling.


Lees ook het interview met Bram Suijker: ‘Ik ben geen verlichte boeddhist. Ik wil te graag meedoen aan deze poppenkast’



Lees ook: Dit briljante ding is wat mijn leven mooi maakt


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater