N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voorjaar Ontspullen klinkt als een goed voornemen. De praktijk is hardnekkiger, merkt Ewa Maria Wagner.
Normaal sneuvelen mijn goede voornemens al snel maar dit jaar wil ik het leven voor zijn en mijn consumptief gedrag minderen. Zo ben ik begonnen mijn woning doelgericht te ontspullen. Niet origineel, wel nuttig want de beslissing houdt me iedere dag bij de les. Bij de gedachte boeken te moeten weggeven zakt me de moed in mijn schoenen. Moet ik ook mijn leesgedrag minderen?
Ik sla een willekeurig boek open en lees een paar zinnen. Nurkse rillingen langs mijn rug dwarsbomen mijn goede wil om twee goed gevulde boekendozen aan een ouderencentrum te schenken. Zelfs de vraag of ik het echt op dit moment per se nodig heb (nee dus!) helpt niet. Het fijne gevoel dat ik goed bezig ben is weg. Mijn ego vraagt venijnig of ik slechts spullen weggeef die minder voor me betekenen. Misschien moet ik juist iets weggeven wat me heel dierbaar is?
Hupsakee
’s Avonds in bed herontdek ik mijn ‘nog-te-lezen’ boekenstapel ernaast. Misschien kan ik die stapel gewoon hupsakee in de dozen flikkeren en morgen zonder de titels te bekijken naar het centrum brengen? Ik pak het eerste beste boek. Het stof dwarrelt nog in het lamplicht van de memoires van Alma Mahler-Werfel Mijn leven als ik begin te lezen. Haar onvoorwaardelijke ontboezemingen over hartstocht voor de kunsten (en de kunstenaars!) voelen als een warm bad. De nog kinderlijke gevoelens voor Klimt hadden ook mijn eerste grote liefde geweest kunnen zijn, ook het gekijf met haar moeder lijkt verdacht veel op mij toen ik zo oud was als Alma.
Smullend lees ik verder over Mahler (die voor mij als muziekliefhebber en uitvoerende musicus meer een halfgod is), zijn muziek komt al in me op als ik besef dat hun huwelijk door zijn conservatieve bezitterigheid stukliep.
Alma mocht van hem niet componeren, niet haar eigen weg gaan. Een vruchtbare muze – dat heeft hij van haar gemaakt. De vele thema’s van zijn symfonieën verstillen in de nacht, Alma’s licht verzwakt en ik ben nog niet opgeschoten met mijn ontspullen-drift.
In het donker verlaat ik mijn bed. Als ik in de woonkamer de lamp aandoe, valt mijn blik op de twee lege dozen. Ik denk aan Mahler en zijn wanhopige liefde voor Alma die hij zo ingenieus in muziek wist te verpakken dat ik nu Alma met haar huichelarij en haar honger naar meer niet kan vergeven. Ik zak door mijn knieën en leg mijn twee handen in de twee lege dozen. Alma’s memoires zijn een feest van verbeelding, ik kan het boek onmogelijk weggeven.