N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Islamitisch voortgezet onderwijs Het plan voor islamitische middelbare scholen in negen steden is een nieuwe zet in het jarenlange kat-en-muisspel tussen overheid, politiek en Atasoy.
Over Soner Atasoy, voormalig directeur-bestuurder van het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam, kan veel worden gezegd, maar niet dat hij makkelijk opgeeft. Na zes jaar juridische strijd met de overheid opende hij in 2017 het Haga Lyceum. Toen zijn voorzitter hem 2,5 jaar later plotseling ontsloeg, begon hij een slopend juridisch gevecht om zijn terugkeer en richtte hij het Achterhuis Lyceum op, een privéschool die een miniklasje bleef omdat de huisvester zich terugtrok.
Nu probeert de orthodox-islamitische Hagenees het opnieuw: via de sinds 2021 geldende Wet meer ruimte voor nieuwe scholen diende hij aanvragen in voor negen mavo-, havo-, vwo-scholen. De naam? Novum Saeculum Lyceum – een ‘nieuwe generatie’.
Als hij slaagt, tellen Gouda, Veenendaal, Tilburg, Rijswijk, Nijmegen, Almere en Eindhoven vanaf 2026 hun eerste islamitische middelbare school, en breidt Atasoy het aanbod in Amsterdam en Utrecht uit. Áls, want de weg van aanvraag naar eerste schooldag is lastig en lang; via het vergaren van verklaringen van geïnteresseerde ouders (zo’n zes-, zevenhonderd per stad) naar de Onderwijsinspectie, die de plannen inhoudelijk toetst. Dat is geen sinecure: in 2022 werden nagenoeg alle veertien middelbare-schoolplannen, waaronder vijf islamitische, afgewezen omdat de initatiefnemers onvoldoende hadden uitgewerkt hoe ze leerlingen met burgerschapsonderwijs democratische waarden wilden bijbrengen.
Met het inspectieoordeel in de hand hakt uiteindelijk de minister van Onderwijs de knoop door. En hoe die tegenover het Novum Saeculum staat, is zeer de vraag. In 2016 vertraagde staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs, VVD) de komst van het Haga, totdat de Raad van State alsnog rijksfinanciering afdwong. In 2020 berispte de Amsterdamse rechter Dekkers opvolger Arie Slob (ChristenUnie), die probeerde Atasoy te laten opstappen vanwege vermeend wanbeheer en slecht burgerschapsonderwijs. En ook VVD-minister Dennis Wiersma zat op Atasoys nek. Nog geen twee weken nadat diens eind 2022 begonnen Achterhuis Lyceum mede vanwege de naam tot ophef had geleid, kondigde Wiersma aan privéscholen strenger te controleren.
De belangrijkste reden voor die tegenwerking? De angst dat Atasoy antidemocratisch en te orthodox zou onderwijzen. Die sluimerende vrees kwam in 2019 tot eruptie toen burgemeester Femke Halsema van Amsterdam bekendmaakte dat de AIVD had gewaarschuwd voor Atasoy en zijn bij het Haga betrokken broer. De twee verkeerden volgens de dienst sinds 2000 in een „salafistische en radicale omgeving”, hadden contact met Tsjetsjeense terroristen en stuurden de school een salafistische kant op.
Het leidde tot grootschalig inspectieonderzoek, Slobs mislukte poging Atasoy te laten opstappen én tot stevige kritiek van toezichthouder CTIVD, die de laatste twee AIVD-aantijgingen respectievelijk „onvoldoende onderbouwd” en „te ongenuanceerd” vond.
Controle vooraf
Het Novum Saeculum is een nieuw hoofdstuk in het jarenlange kat-en-muisspel tussen overheid, politiek en Atasoy. In de totstandkoming van de nieuwe schoolstichtingswet speelde het Haga een terugkerende rol als een van de kwelgeesten van het onderwijsbestel. In 2011 was er Kamerbrede kritiek op het gebrek aan toetsing van nieuwe scholen toen het Haga-bestuur begon met vier medewerkers van het nét gesloten, onderpresterende Islamitisch College Amsterdam. Vervolgens bezette het bestuur jarenlang die ene, felbegeerde plek voor islamitisch voortgezet onderwijs in de hoofdstad. Het aantal achtstegroepers op religieuze basisscholen bepaalde toen de ruimte voor middelbaar onderwijs van die richting, en voldoende aanwas voor een tweede (mogelijk progressievere) islamitische school was er volgens die rekensom niet.
Kabinet en Kamer waren het eens: dit systeem moest op de schop én ze wilden controle vooraf. Dat gebeurde, maar nu is het juist Atasoy die de nieuwe wet gebruikt. En het is maar de vraag of die de ruimte biedt hem te dwarsbomen; de inspectie mag niet de bestuurder toetsen, alleen zijn plannen.
Ander neveneffect van de wet is dat de strijd zich verplaatst van vóór de opening van een school (wie krijgt die ene islamitische middelbare?) naar erna. Doordat genoeg ouderverklaringen het animo bewijzen, is het aantal scholen per richting in theorie ongelimiteerd, wat de concurrentie om leerlingen vergroot. Zo telt het land na vier recente goedkeuringen vanaf 2025 zes islamitische middelbare scholen, waaronder in Amsterdam het Haga en nog te openen College Fiducie – plus een jaar later mogelijk het Novum Saeculum.
Erekwesties
En die strijd, gevoerd door bestuurders die vaak al járen een middelbare school willen oprichten, blijkt fel. Op Atasoys recente uitnodiging – nieuwe besturen moeten met hun collega’s in gesprek – antwoordde Fiducie-oprichter en directeur van twee Amsterdamse basisscholen Yusuf Altuntas dat zijn roots in Trabzon liggen, een om zijn opvliegende inwoners beruchte Turkse regio. En dat ze daar „sommige erekwesties” op hun „eigen manier” oplossen. De mail, die NRC inzag, begint met Altuntas’ verzoek om het adres van de bekeerde oud-PVV’er Arnoud van Doorn, een vriend van Atasoy die zich inzet voor diens schoolinitiatieven. Zijn zoon, schrijft Altuntas, wil bij Van Doorn langs én rekent af met degenen die met hem meedoen; een volgens Atasoy onder anderen op hem gericht dreigement.
Altuntas lijkt te reageren op een inmiddels verwijderde tweet van Van Doorn, die hem grenzeloos schaamteloos noemde omdat hij beloond zou zijn met „een schooltje” na „jarenlang Atasoy en de komst van islamitische scholen” te hebben gefrustreerd. In 2016 maakte Altuntas als directeur van landelijke islamitische scholenkoepel ISBO succesvol bezwaar tegen Atasoys plan om groepachters van verschillende geloven bij elkaar op te tellen en zo, met een hindoeïstisch-islamitische school, door de mazen van de wet te kruipen. Atasoy en Van Doorn hebben aangifte van bedreiging gedaan vanwege de mail van Altuntas, die op vragen van NRC niet reageert.
De vraag of Altuntas en Atasoy verder tegenover elkaar komen te staan, beantwoorden nu de islamitische ouders in Amsterdam. Eind oktober weet Atasoy of hij genoeg steun heeft om zijn plannen bij de inspectie in te dienen. In mei 2024 beslist de minister.