Ontroerend eerbetoon aan hun ouders door Kommil Foo in steengoede show ‘Grind’

Recensie

Theater

Vlaams cabaret De broers Mich en Raf Walschaerts, samen het Vlaamse cabaretduo Kommil Foo, brengen in ‘Grind’ een ode aan hun ouders en aan de liefde. Met name de liedjes zijn van een grote schoonheid.

Mich en Raf Walschaerts in de voorstelling ‘Grind’.
Mich en Raf Walschaerts in de voorstelling ‘Grind’.

Foto Jaap Reedijk

Je zou ze kunnen casten voor een western: Mich en Raf Walschaerts, samen het cabaretduo Kommil Foo, ogen robuust en stoer. Mich, baard en kaal, Raf met achterover gekamd haar, hemdsmouwen en gilet. Hoe ze hun geblokte fysiek laten contrasteren met hun fijnbesnaarde spel is op veel momenten een grote troef. Dankzij hun lichtvoetige verteltrant, hun ingetogen, melodieuze spel op gitaar en piano, hun sierlijke handgebaren en hun soepele dansen vormen zachtheid en schoonheid het fundament van hun optreden. Zie eens hoe teder Mich de toetsen bijna lijkt te strelen als hij liedjes voorziet van heldere nootjes.

Over de liefde hebben de Vlaamse broers het in hun nieuwe voorstelling, Grind. Over liefde in hun eigen leven, maar vooral over de relatie van hun ouders. Op ingenieuze wijze roepen ze beelden op van de schuchtere kennismaking tussen hun vader en moeder, die een huwelijk dat vijftig jaar overspant in gang zet.

Mooi is hoe ze hun vader als vierjarige portretteren en hem de toekomst voorspellen. Ze zingen er een beeldschoon liedje over: „Jongen van vier. Alles wacht op jou.” Mich zingend met zijn sonore bas en Raf met schurende, hese stem, die haarscherp de hoogte en de laagte vindt, terwijl hun spel op gitaar en piano opzwepende en verstilde passages afwisselt. Hoe ze eindigen met gefluisterde regels uit kinderliedjes: kippenvel. Alleen dat liedje is al een bezoek aan deze voorstelling waard.

Raf en Mich Walschaerts tijdens hun voorstelling Grind.

Foto Jaap Reedijk

Slimme omkering

Uitermate komisch is het tot in detail vertelde relaas van een ruzie tussen Mich en zijn vriendin. Ook in dit geval weten ze een slimme, creatieve omkering toe te passen, die met elke zin de lach versterkt. De anekdote legt ook iets bloot over de angst van Mich voor overgave in de liefde, maar de broers zijn er niet op uit om te psychologiseren. Liever bedenkt Raf een mal plan om zijn broer te helpen met zijn relatie.

Grind is veelal fragmentarisch en associatief, en dat zit de kracht van de voorstelling niet in de weg. Elkaar aanvullend en onderbrekend vertellen ze hun familieverhalen, soms op muziek gezet, zoals dat over hun gokverslaafde grootvader. En als Mich in de huid van zijn moeder kruipt, creëren ze, uitgelicht met een spot van boven, een prachtig beeld van hun dansende ouders, terwijl Maria Callas uit de boxen klinkt.

Steeds zijn er weer geladen liedjes met dwingende melodieën. Zoals over hun moeder: „Ze zwijgt, zoals alleen moeder zwijgen kan. Ze weet, wat alleen een moeder weten kan.” Een andere uitschieter is het vrolijke, a capella gezongen ‘Do the move’, waarbij ze het ritme op hun borst slaan en een koddig dansje doen, in een ode aan hun vader, „een legendarische danser”. Waarna de zaal wordt aangezet tot meedansen en het herhalen van de hoge jubeltonen van Mich.

Afgezien van een paar flauwe scènes (wie zou je „doen” voor een miljoen, een persoonsverwisseling) en enkele platte grapjes is Grind constant van hoog niveau, met veel subtiele humor en zelfbewust bravoure. Bovenal is het buitengewoon ontroerend om deze vijftigers met zo veel gevoel hun ouders te zien portretteren. Als ze in de laatste scène hun reis door de tijd puntgaaf rond maken, is dat een passend slot voor deze steengoede show.

Scène uit de voorstelling Grind door het Vlaamse cabaretduo Kommil Foo.

Foto Jaap Reedijk


Theater Dit zijn de beste theatervoorstellingen van dit moment