Ons natuurbeeld is aan het instorten en dat is ‘groter dan de Copernicaanse revolutie’

Interview De oeroude opvatting dat de mens buiten en boven de rest van de natuur staat, ontploft in ons gezicht, volgens de historicus Philipp Blom. We beleven de ‘grootste geestbeving in 3.000 jaar’. „Groter dan de Copernicaanse revolutie.”

Historicus Philipp Blom: „Soms moet ik voor de afleiding echt even lekker in middeleeuwse cultuurhistorische bronnen grasduinen.”
Historicus Philipp Blom: „Soms moet ik voor de afleiding echt even lekker in middeleeuwse cultuurhistorische bronnen grasduinen.”

Foto Daniel Niessen

‘Gisten vreten alles. Dan volgt een grote populatie-explosie. Ze groeien tot ze niet meer kunnen. En dan stikken ze in de eigen excrementen.” De toon is snel gezet door Philipp Blom, in uitstekend Nederlands met zwierig Duits accent: „Wat er achterblijft is soms bier, of wijn, of brood. Maar de gist is dood. Het is toch een intellectuele belediging dat de mens precies hetzelfde aan het doen is als gist?”

Blom is duidelijk geen historicus van de lichte kost. De Duitser, geboren in Hamburg in 1970, gepromoveerd aan Oxford University, beschrijft in zijn populaire boeken de grote culturele en maatschappelijke omwentelingen in de geschiedenis, zoals in De duizelingwekkende jaren (2010) over Europa vlak voor de Eerste Wereldoorlog, en De opstand van de natuur(2017), over de gevolgen van plotse klimaatverandering in de middeleeuwse Kleine IJstijd.

Zijn nieuwe boek De onderwerping. Een geschiedenis van de verhouding van de mens tot de natuur is het eerste waarin Blom zich waagt aan een soort ‘Big History’, een analyse van grote, overkoepelende cycli en ontwikkelingen – een mix van geschiedkunde, wetenschapsjournalistiek en filosofie.


Lees ook: Nee, de geschiedenis van de mensheid is echt niet lineair

De oorzaak van de huidige ecologische penarie komt volgens Blom voort uit de diepgewortelde misvatting in de westerse cultuur dat de mens buiten en boven de rest van de natuur staat. En dat de mens meent die natuur te moeten onderwerpen, beheersen, controleren. Dat natuurbeeld is onder onze neus aan het instorten door de klimaat- en natuurcrisis, volgens Blom. We beleven volgens hem een ‘geestbeving’, ‘de grootste omwenteling in 3.000 jaar’, ‘groter dan de Copernicaanse revolutie’ die de mens en de aarde in een groter kosmologisch geheel plaatste.

Maar denkt niet elke generatie dat de apocalyps nabij is, en bovendien dat de tijd waarin zij leven de allerbijzonderste ooit is? Bezondigt Blom zich niet aan ‘chronocentrisme’? „Ik denk het niet”, zegt hij. „Laat ik er een mooi beeld bij halen. We weten: de moderne homo sapiens bestaat ongeveer 160.000 jaar, niet zo gek lang. Laten we die tijd opdelen in generaties, van gemiddeld zo’n dertig jaar. Dan staan er iets meer dan 5.000 vrouwen, voormoeders, tussen ons en het begin van homo sapiens.”

Als je dan een sprong maakt naar de eerste stadsculturen in Mesopotamië, in het Indus-dal en misschien ook in China, dan ben je zo’n 9.000 jaar terug: 300 vrouwen die tussen ons en die tijd staan. Het oude Rome? Nog geen 100 vrouwen. Het begin van de industrialisatie? Nog geen tien. Elektriciteit? Drie of vier vrouwen.

De explosie aan fossiele brandstoffen? Twee. De computer, internet, kunstmatige intelligentie: alle dingen die nu ons dagelijks leven bepalen, zijn opgekomen in de duur van één enkel mensenleven. „Dat er nu een ongekende versnelling is, valt niet te ontkennen. De grafieken over CO2-concentraties in de atmosfeer vergeleken met voorgaande millennia laten een extreme hockeystick-vorm zien. Het uitsterven van diersoorten gaat ongekend snel.”

Blom zegt dat de zwaarte van dit onderwerp wel op hem weegt – hij oogt ook wat vermoeid, zijn haar is een stuk langer dan op de auteursfoto in het boek. „Soms moet ik voor de afleiding echt even lekker in middeleeuwse cultuurhistorische bronnen grasduinen.” Bloms manier van escapisme, blijkbaar.

De hoofdverdachte voor het veroorzaken van de huidige ‘geestbeving’ is volgens hem niet het vaak genoemde neoliberalisme of kapitalisme of de Verlichting waarin René Descartes de rest van de levende wereld wegzette als zielloze en willoze automata. Nee, volgens Blom liggen de wortels van die natuurmisvatting veel dieper. Hij wijst op het zelfbeeld van de mens die zichzelf beschouwt „als rationeel en vrij individu, een individu dat naar buiten is afgesloten van de rest van de natuur, als een marmeren sculptuur op een sokkel. Boven de aarde verheven.”

Een losstaand individu dus, dat buiten en boven de rest van de levende wereld staat dankzij cultuur en technologie. Dat is een uniek westers zelfbeeld, dat in de woorden van de Franse antropoloog Philippe Descola in de rest van de wereld ‘het minst gedeeld wordt’. Met bovendien een goddelijke opdracht om de natuur te beheersen, om de aarde te bewerken en zich te vermenigvuldigen. In zijn boek schetst Blom een rijk panorama van mythen en verhalen die dat beeld ondersteunen.

Al in het Gilgamesj-epos, een van de oudst bewaard gebleven mythes, probeert de hoofdpersoon Enkidoe natuurkrachten hoogmoedig te beheersen. In het bijbelboek Genesis, bijna 3.000 jaar oud, spreekt God de letterlijke woorden: ‘Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen, de vogels en alle andere dieren.’ Blom beschrijft dat de Verlichting en daarna het kapitalisme een turbo hebben gezet op een millennia oude natuuropvatting.

Waarom noemt u het positioneren van de mens buiten en boven de rest van de natuur een misvatting?

„De wetenschap leert ons de laatste decennia dat het idee van een losstaand individu een verkeerde projectie is, een illusie. De mens is niet apart te zien van zijn omgeving maar is samengesteld uit tienduizenden soorten die binnen ons en met ons leven en die communiceren, samenwerken, beslissingen kunnen nemen. Het mycelium, het schimmelnetwerk in de bosbodem, blijkt dat ook te kunnen. We staan constant in verbinding met Gaia, het zelforganiserende aard-systeem, in al haar manifestaties. Wij zijn een onderdeel van een wonderbaarlijk complexe realiteit die we nog helemaal niet begrijpen.”


Lees ook: Wat de hype rondom schimmels zegt over onze relatie met de natuur

Hoe zou u dat nieuwe wetenschappelijke beeld samenvatten?

„We wisselen op materieel, sociaal, ideëel en biologisch niveau altijd dingen uit met onze omgeving. We bestaan alleen maar omdat we een symbiotische entiteit zijn die we nog niet helemaal goed kunnen beschrijven. Het ontbreekt ons aan de instrumenten om dit te doorgronden. We beginnen dat pas heel recent te zien omdat we met dna-analyses, met AI, de werktuigen in handen hebben om daar iets over te kunnen zeggen. Dat is heel nieuw. Wat we sinds kort weten is dat ons in de spiegel ineens een volslagen vreemdeling aanstaart.”

Hoe moeten we dán denken over onze verhouding tot de rest van de natuur?

„We maken deel uit van een ongelooflijk complex systeem: de natuur. Ik vind het beeld van Bruno Latour zo fijn, die zegt: ‘We moeten ophouden te denken dat we óp aarde leven. We leven ín de kritische zone.’”

Wat bedoelde Latour daarmee?

„Als je óp aarde leeft, dan sta je met je voeten in de materie, en je hoofd hoog verheven in de lucht, met een heerschappelijk perspectief over de wereld. De kritische zone, dat is het hele dunne membraan van gas om deze planeet – een dun en kwetsbaar laagje dat alleen maar stabiel wordt gehouden door het handelen van ontelbaar veel levende en niet-levende actoren die dit systeem beïnvloeden. Dat begint met plankton, microben en schimmels en dat gaat verder via mensen en golfstroomwinden en diepzeestromen in de oceaan. Al die levende en niet-levende actoren creëren samen de kritische zone. Het evenwicht hangt af van het effectieve samenwerken van al deze actoren.”

Dat komt behoorlijk overeen met niet-westerse natuurbeelden. De Britse taoïstische denker Alan Watts zei al in de jaren 70: „We komen niet óp de aarde, we komen uít de aarde.” Zit in dat soort verhalen een oplossing?

„We moeten oppassen om niet al te romantisch te denken. Ook culturen die zichzelf filosofisch als integraal onderdeel van de rest van de natuur beschouwen, pleegden en plegen soms roofbouw op hun land, of doen aan ontbossing. De Nieuw-Zeelandse Maori roeiden de moa, de grote loopvogels, uit in hun zoektocht naar delicaat vlees. We moeten inheemse culturen zeker nieuwsgieriger bekijken, maar we moeten niet denken dat het zo eenvoudig is.”

Als u het net heeft over Gaia klinkt u begeesterd, maar u loopt in het boek verder met een grote boog om spirituele ideeën heen, wijst ze zelfs af. Is dat bewust?

„Ik probeer voorzichtig te zijn over dingen die me een goed, warm gevoel geven. Dan moet je extra oppassen of het waar is, of dat je wíl dat het waar is.”

Ziet u toch ergens de contouren van een uitweg? Als tegelijk met ecosystemen ook samenbindende verhalen instorten, wordt de noodzaak van een alternatief verhaal dat richting kan bieden toch groter? U heeft een diagnose maar geen recept.

„Ik moet mezelf confronteren met de realiteit, niet met wat er allemaal óók zou kunnen in ideale omstandigheden. Want die ideale omstandigheden, dat weten we wel, die krijgen we niet. Maar ik zou het prachtig vinden als wij een discussie beginnen over de vraag waar en hoe willen we eigenlijk leven in 2050? Hoe moet het land eruit zien? Hoe moet het werken? Hoe komen we meer tot een symbiose met de rest van de natuur? En dat gaat vast allemaal niet zo precies lukken als we nu denken of hopen, maar we hebben dan wel een doel waar we op af kunnen gaan. Die discussie wordt op dit moment opvallend weinig gevoerd.”

En voor uzelf?

„Ik vind het prima om iedere morgen te denken: dit is een boeiende wereld en daar wil ik graag deel van uitmaken. En ik weet dat er miljoenen andere mensen zijn die dat ook willen. En of de mensheid over 500 jaar nog bestaat of niet, dat is op die ochtend mijn probleem niet. Ik begrijp dat dat anders voelt als je kinderen hebt.”

Heeft u zelf kinderen?

„Nee. Dat was geen beslissing. Dat is gewoon niet gebeurd. Maar wij maken allemaal deel uit van de natuur en dat betekent óók dat alles begint en alles eindigt. Ook daarin zit schoonheid, toch?”


Lees ook: ‘Zonder kritisch denken krijg je totalitarisme, Shell en de VVD’