N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Wereldtitel op de weg Op een nat circuit werd Mathieu van der Poel de eerste Nederlandse wereldkampioen sinds Joop Zoetemelk. „Ik kan al een aardig lijstje afvinken, mijn carrière is bijna compleet.”
Het is zo’n moment waarvan je hart in een kuil zakt. Waarvan bondscoach Koos Moerenhout in de auto denkt als hij het ziet: ‘Het zal toch niet?’ Want daar ligt zijn kopman Mathieu van der Poel in een gewonnen positie in de koers om de wereldtitel, maar ook op de grond naast zijn fiets tegen een dranghek in het Schotse Glasgow. In een bocht van het natte stratencircuit wil hij insturen als zijn voorwiel wegglijdt. Met zijn rechtervoet probeert hij het noodlot nog af te wenden, tevergeefs.
Het eerste voertuig ter plekke is een blauwe motor van Shimano, de neutrale wegenwacht in de koers. De mechanieker stapt uit om een nieuwe fiets te pakken, maar Van der Poel staat al, klopt zich af, pakt zijn fiets en gooit zijn been over het frame. Zijn pak is gescheurd bij zijn oksel en dijbeen, zijn elleboog bloedt en zijn schoen is kapot, maar hij moet door. Zijn achtervolgers komen eraan.
Even daarvoor lijkt alles erop te wijzen dat Van der Poel de eerste Nederlandse mannelijke wereldkampioen op de weg gaat worden sinds Joop Zoetemelk in 1985. In een groepje renners waar wielerfans verlekkerd naar kijken, met Wout van Aert, Tadej Pogacar en Mads Pedersen, achtervolgt de Nederlander de eenzame koploper Alberto Bettiol. Op ruim twintig kilometer van de streep, op een van de weinige, enigszins rechte stukken in het parcours, waar een afdaling overgaat in een klimmetje, versnelt Van der Poel zo ongenadig hard dat hij Bettiol bijhaalt alsof hij niet vooruit komt en daarna iedereen uit zijn wiel rijdt. Even zien zijn achtervolgers hem nog rijden, en dan verdwijnt Van der Poel via een van de talloze haakse bochten op het parcours uit zicht.
Over het parcours, met een lengte van 271,1 kilometer, was vooraf veel te doen. De renners moesten zondagochtend vanuit Edinburgh vertrekken naar Glasgow om daar af te sluiten met tien rondjes op een circuit van ruim veertien kilometer dat zich als een vierkante slang van links naar rechts en omhoog en weer omlaag dwars door het centrum van Glasgow uitrolde.
Veel renners waren er niet blij mee. Dylan van Baarle noemde het afgelopen vrijdag „een veredeld criterium”, vanwege alle haakse bochten, meer dan veertig per rondje. „Dat is jammer, het WK verdient een beter parcours dan dit.” De Fransman Benoît Cosnefroy vroeg zich in de Franse krant L’Èquipe af of de persoon die de route had getekend dronken was geweest.
Bondscoach Koos Moerenhout kon zich wel in die kritieken vinden, maar sprak ook de verwachting uit dat het parcours een zware koers zou opleveren. „Een parcours is pas echt WK-onwaardig als iedereen er kan winnen. Dat zal hier niet het geval zijn, dit is echt zwaar en afmattend genoeg om de beste te laten winnen.” Ook Van der Poel leek er zo over te denken. „Ik denk dat het een eerlijk rondje is en dat het slopend zal worden, en dat ligt mij wel”, zei hij vrijdag.
Hoogmis van een generatie
Voordat de renners in Glasgow arriveren en de koers echt kan beginnen, ligt de wedstrijd eerst een flinke tijd stil. Op een afgelegen weg tussen Edinburgh en Glasgow hebben demonstranten van de klimaatactiegroep This Is Rigged zich vastgelijmd. Het duurt lang voordat de politie bij de demonstranten kan komen en ze van het parcours kan verwijderen. De renners kunnen niet anders dan wachten, Van der Poel besluit maar van de gelegenheid gebruik te maken om bij een nabijgelegen huis naar de wc te gaan. Vijf mensen worden gearresteerd, de race hervat na bijna een uur.
Zodra het peloton het stratencircuit opdraait, wordt duidelijk dat Moerenhout en Van der Poel het goed hebben gezien. Het parcours is onoverzichtelijk, technisch en zwaar, zeker als het ook nog eens gaat regenen, en het levert een wervelwind van een wedstrijd op, een van de mooiste WK’s in jaren. Direct gaan de renners op een lint, dat niet lang erna in stukken begint te scheuren. Overal in Glasgow rijden renners, waardoor de toegestroomde fans, met name op de klimmetjes op Montrose Street en Scott Street in groten getale aanwezig, continu kunnen juichen. Al op honderd kilometer van de finish is er van het peloton nog slechts dertig man over.
Van teamtactieken is geen sprake: de koers mondt uit in een hoogmis van deze generatie renners, een man-tegen-mangevecht tussen de machtigste coureurs, omdat ze allemaal koersen om te winnen, niet om niet te verliezen. Ze willen aanvallen: de een na de andere grote naam doet in de straten van Glasgow een poging. Tadej Pogacar probeert het, Van der Poel zet twee keer aan, Pedersen demarreert.
In de finale blijft zo het beste kwartet renners over en toont Van der Poel zich met zijn beslissende aanval nog net een tikje sneller dan de rest. Zijn benen zijn zó goed dat zelfs de valpartij op ruim zestien kilometer van de finish niet meer uitmaakt. Van der Poel profiteert van het feit dat de renners koersen zonder oortjes; zijn achtervolgers Pogacar, Pedersen en Van Aert horen pas na de finish dat de Nederlander is gevallen en dat ze kans hadden om terug te komen.
De voorsprong van twintig seconden die hij nog heeft nadat hij weer op de fiets is gestapt, bouwt Van der Poel snel weer uit naar meer dan een minuut. Risico’s neemt hij daarna niet meer, hij bestudeert zelfs even het bloed op zijn elleboog. Vanuit de volgwagen schreeuwt bondscoach Moerenhout hem toe dat hij geschiedenis aan het schrijven is. Als hij over de laatste meters rolt, grijpt hij zijn hoofd in ongeloof, zijn gezicht vertrokken van emotie.
Nacht in de cel
Voor Van der Poel is zijn overwinning een „droom die uitkomt”. Hij moest de laatste kilometers vooral denken aan vorig jaar, toen hij in Australië op het WK ook topfavoriet was maar voortijdig moest afstappen. Hij had de nacht ervoor in de cel doorgebracht omdat hij twee kinderen zou hebben geïntimideerd die op de deur van zijn hotelkamer hadden geklopt. Van der Poel werd later vrijgesproken, maar de kans op de regenboogtrui was verkeken.
Eerder waren kansrijke edities in Engeland, waar hij hongerklop kreeg in de finale, en België, waar hij te veel last had van een rugblessure, ook al aan hem voorbij gegaan. Maar in Schotland komt het allemaal samen. „Het was een hoofddoel van mij om ooit eens wereldkampioen te worden”, zegt hij. „Ik kan al een aardig lijstje afvinken inmiddels, mijn carrière is bijna compleet.”
Van der Poel (28) won eerder dit jaar al twee wielermonumenten, Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix. Hij zei in het voorjaar dat hij bewuster zijn races is gaan kiezen, om zijn kwetsbare rug te ontzien en te kunnen pieken op de momenten die er voor hem toe doen. Hij werd weliswaar ziek in de Tour de France, waardoor zijn prestaties daar tegenvielen en hij niet zo goed wist hoe het zat met zijn vorm in aanloop naar dit WK, maar zondag liet Van der Poel zien dat zijn nieuwe aanpak werkt. Het heeft tot het beste jaar uit zijn toch al bijzondere loopbaan geleid.
Historie schrijven vindt Van der Poel niet zo belangrijk, maar zijn bondscoach wel. Moerenhout raakte als jongetje geïnspireerd door de successen van Nederlandse renners in de jaren tachtig, zoals Joop Zoetemelk, en besloot daarop zelf prof te worden. Nu zat hij op de eerste rij, en reed hij met vochtige ogen de laatste kilometers van het parcours. „Eindelijk weer een Nederlandse wereldkampioen bij de mannen. Ik ben getuige geweest van iets bijzonders.”
Achter Van der Poel komen Van Aert en Pogacar als tweede en derde over de streep. De Belg en Sloveen tonen zich sportieve verliezers: „De beste heeft gewonnen”, zegt Van Aert. „Hij is gek, zo hard als hij demarreerde”, zegt Pogacar. Zo krijgt het WK het mooist mogelijke podium denkbaar, met daarop de sterkste renners van dit moment – en met Mathieu van der Poel als beste van allemaal.